The State against Mandela and the Others zou verplichte kost moeten zijn voor alle Zuid-Afrikaanse politici die verdwaald zijn in een web van corruptie en leugens. Sterker, het zou verplichte kost moeten zijn voor alle politici, van Trump en Poetin tot Macron en Rutte. Het is een lesje in inclusief idealisme en de bereidheid om offers te doen voor die idealen, desnoods de doodstraf.
De documentaire van het Franse duo Nicolas Champeaux en Gilles Porte is gebaseerd op de 256 uur geluidsopnamen van de beroemde ‘Rivonia rechtszaak’, waarbij Nelson Mandela en negen anderen in oktober 1963 werden aangeklaagd voor het voorbereiden van een gewapende opstand. Het anc had er toen zo’n vijftig jaar geweldloos verzet opzitten, en Mandela cum suis hadden besloten dat gewapend verzet de enige manier was om het apartheidsregime tot concessies te dwingen. De kersverse guerrillastrijders werden snel opgepakt. Mandela was al aangehouden en de anderen werden op 11 juli 1963 gearresteerd op een boerderij in Rivonia, hun hoofdkwartier.
De filmmakers zijn creatief te werk gegaan. Ze hebben de opgeschoonde geluidsbanden gebruikt om het narratief vorm te geven, dat draait om de vraag of de aangeklaagden de doodstraf zullen krijgen of niet. Om het gebrek aan beeldmateriaal te compenseren hebben ze de rechtszaak en andere episodes (zoals Mandela’s bezoek aan revolutionairen in Algerije) gevangen in sublieme animaties (gemaakt door de Nederlander Oerd van Cuijlenborg) die soms doen denken aan de sombere houtskooltekeningen van de Zuid-Afrikaanse kunstenaar William Kentridge. Het werkt uitstekend. Net als het idee om direct en indirect betrokkenen bij ‘Rivonia’ naar het proces te laten luisteren en commentaar te laten geven. Zo komen naast Ahmed Kathrada, Denis Goldberg en Andrew Mlangeni ook Winnie Mandela en Max Sisulu, de zoon van anc-leider Walter Sisulu, aan het woord.
Nieuw in het inmiddels bekende verhaal zijn de commentaren van de relatieve buitenstaanders. Zo horen we David Yutar praten over zijn vader Percy, die als openbaar aanklager voor de staat de gearresteerden het vuur aan de schenen legde. Zijn zoon probeert in het reine te komen met de toewijding en passie die zijn vader, een religieuze jood, als vertegenwoordiger van de apartheidsstaat tentoonspreidde.
Een ander beklemmend moment komt als Sylvia Neame, partner van de tot levenslang veroordeelde Ahmed Kathrada, vertelt hoe haar kinderwens uiteindelijk de relatie kapot maakte. Er was geen uitzicht op een spoedig einde aan de hechtenis van Kathrada, en Neame trad in het huwelijk met ‘een Duitser’. Ze bleef kinderloos. ‘That’s life’, verzucht ze.
Het zijn dergelijke menselijke observaties die de documentaire zo bijzonder maken. Mandela en de anderen hadden afgesproken niet in beroep te gaan mocht de rechter hen de doodstraf opleggen. Ze vreesden dat hun achterban hen als ‘zwak’ zou zien. Uiteindelijk kregen ze levenslang. De moeder van Denis Goldberg zat in de rumoerige rechtszaal, en kon niet verstaan wat de rechter zei. Goldberg riep haar toe: ‘It’s life, mum! And life is wonderful!’ Het zou 22 jaar duren eer hij zich weer als vrij mens door Zuid-Afrika kon bewegen.
Nicolas Champeaux en Gilles Porte, The State against Mandela and the Others