Wie heeft er aan het eind van deze dag gewonnen? De meeste voorspellers (en de wedkantoren, laten we die niet vergeten!) geven Hillary Clinton de grootste kans om rond middernacht Amerikaanse tijd een overwinningstoespraak te geven. Maar Trump heeft een kans, al is die, voorzover de peilingen betrouwbaar zijn, niet groot.

Zijn die peilingen betrouwbaar? Her en der zweeft er praat door de lucht over het Brexit-effect. Voorafgaand aan het referendum in het Verenigd Koninkrijk leek het blijven-kamp te gaan winnen, maar de munt viel de andere kant op. Zou dat ook in het voordeel kunnen werken van Trump? Helemaal uit te sluiten valt het niet. De website Politico en onderzoeksbureau Morning Consult deden er echter onderzoek naar, en concludeerden dat het op z’n minst erg onwaarschijnlijk is dat er een klein legertje Trump-stemmers die dat publiekelijk niet toe durven geven klaar staat in de coulissen om de experts en de statistici het nakijken te geven – maar niets is zeker tot de laatste resultaten binnen zijn.

Voorzover de signalen van vroege stemmers – early voting is in sommige staten, waaronder Nevada, de norm – maatgevend zijn, zit Clinton meer op rozen dan Trump. Zonder Nevada, bijvoorbeeld, is het niet heel waarschijnlijk dat Trump wint, en daar doet Clinton het volgens de cijfers boven verwachting goed. Hoewel dat beslist geen zekerheid geeft (wie zegt dat de stemmen niet deels gebaseerd zijn op de voorkeur voor Clinton voordat haar e-mails opnieuw een grote rol kregen in de campagne) is het toch een signaal. Uiteindelijk blijft de doorslaggevende factor in de meeste staten het aantal kiezers dat de weg naar het stemlokaal weet te vinden, en bovendien de tijd en het geduld heeft om in de rij te blijven staan. The New York Times lanceerde dit weekend het online spel ‘The Voter Suppression Trail’ om aandacht te vragen voor het feit dat de wijk waarin Amerikanen wonen sterk van invloed is op hun mogelijkheden om te stemmen. Latino’s en zwarte Amerikanen krijgen niet zelden te maken met lange rijen of plotseling gesloten kieslokalen, terwijl in witte wijken er een overvloed aan beschikbare locaties is.

Naast fysieke obstakels zijn er andere technieken die worden uitgebuit om kiezers te ontmoedigen om te gaan stemmen. Het magazine Business Week (Bloomberg) had een vrij opzienbarende scoop vorige week met een blik achter de schermen bij de Trump-campagne. Een anonieme senior medewerker deed uit de doeken dat de campagne bezig was met drie voter suppression operations, om mogelijke Clinton-stemmers te ontmoedigen. Hoe meer van haar kiezers thuisblijven, hoe beter voor Trump. De kiezer-onder-druk-operatie richt zich op jonge vrouwen, idealistische witte liberals en Afro-Amerikanen. (Clinton heeft grote get-out-the-vote-campagnes, omdat zij baat heeft bij een hoge opkomst.)

Slaagt het? Het antwoord is er aan het eind van de dag. Ergens is die vraag echter klein bier. Als deze verkiezingen iets hebben blootgelegd is het dat de Verenigde Staten zich in een diepe crisis bevinden – tot het punt waarop ze niet meer echt lijken te geloven in hun eigen democratie. Cynisme, apathie en wantrouwen overheersen, om niet te spreken van openlijke agressie (en in sommige gelederen van de Amerikaanse samenleving fantasieën van geweld en revolutie). Dat probleem is fundamenteler dan de manipulatie van de stembusgang of pogingen om de opkomst te onderdrukken, en is bovendien niet verdwenen op het moment dat de stembussen sluiten. Sterker, het is vermoedelijk niet heel erg vreemd om te denken dat de problemen nu pas beginnen. Het zo vaak geprezen vermogen van Amerika om zichzelf in tijden van crisis opnieuw uit te vinden lijkt, in ieder geval, extreem ver weg.


Beeld door Thijs Kleinpaste