De innige relatie tussen de ontwerpers Job Smeets en Nynke Tynagel (‘Studio Job’) en Rolf Snoeren en Viktor Horsting (‘Viktor & Rolf’) uitte zich in een paar interessante samenwerkingen. Meest in het oog sprongen de ontwerpen door Studio Job van de decors van de laatste twee Parijse presentaties van V&R. Vorig jaar oktober gebruikte Studio Job daar de kolossale globe bedekt met Svarovskiglitters, die in 2008 op de Salone del Mobile in Milaan was gepresenteerd. Nu tonen de twee modeheren op hun beurt hun collectie in de tentoonstellingsruimte van Studio Job in Antwerpen, op porseleinen poppen. Die poppen zijn eigenaardig. Elk seizoen laten Viktor & Rolf er één of twee maken. Ze worden aangekleed met precies op schaal nagemaakte outfits uit de collectie. Twee jaar geleden waren ze al te zien in de tentoonstelling The House of Viktor & Rolf in het Victoria & Albert Museum in Londen. In Antwerpen staan er 21.

Tegelijkertijd toont Studio Job een overzicht van recent werk in de inspirerende omgeving van Kasteel Van Gaasbeek, een prachtig domein even buiten Brussel. Gaasbeek is een middeleeuws gebouw, maar het interieur is een neogotische herschepping van een groots verleden, met wandschilderingen, meubels, houtsnijwerk, et cetera, alles in uitstekende staat. Het is een Suske en Wiske-achtig droomkasteel; de laatste bewoner, de markiezin Arconati Visconti, gebruikte het als decor voor een fantasiebestaan in middeleeuws pagekostuum. De Job-voorwerpen passen er naadloos in.
Er huist een onmiskenbare charme in hun voorwerpen. Deels heeft dat ermee te maken dat ze in zekere zin kinderlijk zijn, met de versimpelde, kleurige vormentaal van speel- en snoepgoed. Ik moest aan Playmobil denken, aan de heerlijke voorwerpen die bij die mannetjes horen, de ridderzwaardjes, zilveren bekertjes, helmpjes, politiemotorfietsjes, die heel klein zijn, en tegelijkertijd kloek, hanteerbaar, solide, niet-doorslikbaar. Ook als je die naar extra groot formaat opblaast behouden ze dezelfde reductie-naar-helderheid als de figuren van Rie Cramer of Hergé’s Kuifje, een klare lijn die een essentie van die voorwerpen naar voren brengt. Voor een ander deel heeft het te maken met nostalgie. Studio Job-voorwerpen grijpen terug naar ouderwetsige objecten, de theepot, de soepterrine, de taartschaal, de kolenkit, de keukenemmer, de puddingvorm, de crucifix, de melkfles, de olielamp, het krukje, de zeppelin, de kamerbrandkast: allemaal solide, ronde vormen, die onmiskenbaar het geheugen aanspreken. En dan is er het materiaal: glanzend brons, goud en koper, smetteloos wit porselein, glimmend delftsblauw. Allemaal buitengewoon prijzig, overigens.
Waar de ontwerpen van Studio Job ergernis oproepen betreft het vaak hun bijna sarcastische houding ten opzichte van ‘het moderne’, de utilitaire visie op ontwerpen die als het ware vervat zit in het woord ‘design’. De keuze voor de context van die neogotische fantasie bij Brussel is te zien als een daad van kritiek: nog altijd is in de wereld van ontwerpers en architecten het ornament omstreden, nog altijd wordt een nadrukkelijke terugkeer naar oudere vormen van ambacht gezien als bekrompen nostalgie, die nog elitair is ook. Het is het verwijt dat een eeuw geleden ook de Arts and Crafts-beweging trof, de Binnenhuis-ontwerpers, et cetera: doorwrocht traditioneel ambacht was dermate kostbaar dat het een zaak van de happy few geworden was. Waarna de onvermijdelijke slotvraag volgt: ‘Is die kritische betekenis van die uitzinnige voorliefde voor het ambacht voldoende om dit soort voorwerpen te “verheffen” tot kunst?’
Ja. Of nee. Maakt het wat uit?

Dolls by Viktor & Rolf. Studio Job Gallery, Antwerpen, t/m 16 juli, www.studiojob.nl.
Alter Ego. Studio Job at Kasteel Van Gaasbeek, t/m 13 juni. www.kasteelvangaasbeek.be