Het nieuwe album van Kris Kristofferson is nog geen regel bezig of er is al sprake van een «old photograph» die hij bekijkt. De toon lijkt gezet: Kristofferson (70) blikt terug op This Old Road.
Maar nee, toch niet. Kristoffersons blik reikt veel verder. Hij eert zijn eigen muzikale helden (Merle Haggard, Willie Nelson, Hank Williams) en spoort generatiegenoten aan opnieuw het podium op te klimmen om daar hetzelfde te doen: «Pick up that guitar/ Go break a heart.»

Hij geeft veelvuldig blijk van zijn christelijke overtuiging en hekelt de oorlogen in naam van zijn God, die hij bij voorkeur met Lord aanspreekt – en overigens ook de oorlogen in naam van andere goden. «Not in my name, not on my ground», zingt Kristofferson, even kalm als vastberaden, precies zoals hij op de hoes van het album staat, met die eeuwig licht dichtgeknepen ogen, alsof hij ieder moment een pistool kan trekken, zoals in Blade, Payback of al die andere actiespektakels op zijn film-cv.

De man die Sinead O’Connor ontzette, toen zij in de Verenigde Staten werd weggejoeld nadat ze een foto van paus Johannes Paulus II doormidden had gescheurd, neemt nadrukkelijk stelling. Voor zijn collega Steve Earle bijvoorbeeld, die de wilde horden van de rechtse talkshows achter zich aankreeg toen hij in 2002 in zijn John Walkers’ Blues de motieven van de jonge Amerikaan John Walker Lindh, die zich aansloot bij de Taliban, probeerde te begrijpen. In Wild American zingt Kristofferson, in een passage die opvallend genoeg als enige ontbreekt in het tekstboekje: «I remember it was something that you said/ They put your picture in the paper and a price upon your head.»

Het mooist zijn de momenten waarop Kristoffersons ongeduldig idealisme stukslaat op zijn levenservaring: «I want justice/ But I’ll settle for some mercy.»

Kristofferson is geen mooischrijver, zijn zinnen ontberen iedere opsmuk. Er staat wat er staat. Zo speelt hij ook gitaar: functioneel, verre van virtuoos. Zijn nummers gaan recht vooruit. En zijn stem, die kraakt als een oude plaat. Af en toe lispelt hij een beetje, alsof hij een paar tanden mist – of een heel gebit.

Alles aan Kris Kristofferson is tierelantijnloos. Dat vraagt om een productie die geen productie mag heten; om een opname met een bijna primitief gebrek aan inkleuring. Een productie zoals Rick Rubin toepaste op Johnny Cash, en waarmee hij onlangs Neil Diamand glorieus redde uit het moeras van kitsch waarin die dreigde te verdrinken. Don Was blijkt tot hetzelfde in staat, en gezien de kinderlijk enthousiaste, van de uitroeptekens vergeven liner notes van zijn eigen hand heeft hem dat zelf ook prettig verrast. Hij heeft met Kris Kristofferson een plaat opgenomen die het niet moet hebben van welk avontuur ook, zelfs niet zozeer van de liedjes, maar van een allesoverheersende indruk van eerlijkheid.

This Old Road(Sonic Rendezvous)