Het affiche van M. Night Shyamalans nieuwe film The Happening toont een scène die in het hele verhaal niet eens voorkomt: Elliot Moore (Mark Wahlberg) en zijn vrouw Alma (Zooey Dechanel) zitten op een lege weg in het centrum van Manhattan. Alma heeft een kind in haar armen. Boven hen zijn wolkenkrabbers zichtbaar die gevaarlijk lijken te wiebelen. Geen twijfel: een ramp heeft zich voltrokken. En er vallen stukjes papier uit de lucht. Amerika is opnieuw under attack, net als op 9/11. Maar wie valt aan? Of wat?
De eerste minuten van The Happening zijn ijzingwekkend. En Shyamalan toont zich net als in zijn beste werk, Unbreakable (2000), Signs (2002) en The Sixth Sense (1999), een meester in het creëren van psychologische ontreddering. In Central Park komt de tijd tot stilstand. Mensen die in zombies veranderen, plegen in een kettingreactie zelfmoord. Er blijkt iets in de lucht te zitten. Elders springen werkers die een wolkenkrabber bouwen spontaan naar beneden en vallen te pletter. In de bouwput staan hun collega’s machteloos toe te kijken hoe de lichamen afschuwelijk sierlijk door de lucht zeilen, gevolgd door akelige plofgeluiden. Deze kennen we nog van de aanslagen op het World Trade Center, toen mensen uit de brandende Twin Towers sprongen in een poging aan de vuurzee te ontkomen. De 9/11-referenties zijn niet bedoeld als bouwstenen van een allegorie over de aanslagen, maar als mechanisme om de voorkennis van de kijker over de conventies van de rampenfilm te prikkelen – om ons als het ware in de stemming te brengen voor wat komen gaat. Zo buit Shyamalan de tijdgeest uit, én biedt hij een reflectie van de huidige wereld, waarin juist dit genre zich steeds sterker nestelt, niet alleen in de cinematografie, zoals onlangs in twee schitterende rampenfilms, The Mist van Frank Darabont en Cloverfield van J.J. Abrams, maar ook in literaire rampenfictie als Stephen Kings Cell, Cormac McCarthy’s apocalyptische meesterwerk The Road en Ken Macleods recente, bekroonde The Execution Channel (verhaal: het Midden-Oosten en Centraal-Azië zijn in vlammen opgegaan, Engeland verscheurd tussen VS en Europa, VS in oorlog om laatste druppel olie te beschermen).
En nu dan Shyamalan. Het is winst dat hij de ramp niet breed uitmeet. Geen massa-uittocht, hysterie of spectaculaire explosies. Alleen stille angst over het komende einde. De focus is op sfeer en personage. Op herkenbaarheid. Elliot, een leraar, staat voor de klas als iemand naar binnen loopt om hem te vertellen dat er iets vreselijks is gebeurd. Het is de meest directe verwijzing naar 9/11, waarmee Shyamalan het thema van leiderschap in crisistijden aansnijdt. Zo voert hij de beroemde scène opnieuw op waarin president Bush apathisch in een klaslokaal blijft zitten als iemand hem het nieuws van de aanslagen influistert. Wie zal ons leiden in tijden van chaos? Het thema wordt verder uitgediept als blijkt dat Elliot en Alma op een keerpunt in hun relatie zijn beland. Ze zijn uitgekeken op elkaar, ze flirten met anderen. Is er nog liefde mogelijk? Tijdens hun vlucht voor de mysterieuze ‘aanvallers’ (gifgas?) nemen ze een ouderloos meisje onder hun hoede. Het kerngezin als symbool van de eenheid van het land loopt gevaar. De personages hebben niets om in te geloven. Ze zijn geestelijk en lichamelijk op drift. Dat raakt de kern. Het gebrek aan echte spiritualiteit vormt een vruchtbare voedingsbodem; de tijd is rijp voor een ramp.

The Happening is nu te zien