
Maar dat eerste logootje in de rechterbovenhoek, dat leidt naar een wereldkaart met witte bolletjes. Ieder bolletje is een optreden van Yellow Claw. Er lichten voor de komende maanden bolletjes op in Turkije, Spanje, Nederland, maar vooral in de VS. De combinatie van data en plaatsen is bijna hilarisch. 7 maart: Brisbane. Exact een week later: Uitgaanscentrum Dieka, Markelo. 25 maart: Las Vegas. Twee dagen later: Miami. Een week erna: De Molenheide, Schijndel. Terug in het land voor Paaspop. Een ander logootje op de site leidt tot merchandise. Ook opvallend, want in de dance zeldzaam.
Nog geen woord over de muziek? Dat klopt. Niet omdat die niet interessant is of niet goed, integendeel. Wel omdat het bij Yellow Claw niet alleen om die muziek draait. Dat is geen diskwalificatie van hun publiek, maar juist de conclusie van iets wat het drietal dat een paar jaar geleden in de Jimmy Woo begon uitstekend voor elkaar heeft: een act die wordt ervaren als meer dan een act. Als een attitude.
Op de nummers waar Yellow Claw in Nederland zijn enorme undergroundaanhang mee verwierf, werd gezongen in het Nederlands. Ze waren vuig, ruig, lomp. Rampestampers met teksten waar een licht hooliganesk en diep antiautoritair sentiment van uitging. De clip van de debuutsingle Allermooiste feestje (waarop Mr. Polska en Ronnie Flex zongen): meer dan zes miljoen keer bekeken. Die van Krokobil: meer dan twee keer zoveel. Het nummer gaat over billen, de clip drijft op de geilheid van de zaterdagavond. Nóg sterker was de clip van Nooit meer slapen, een nummer dat andermaal de zegeningen van de oneindige clubavond bezingt, teruggrijpt op snoeiharde gabber, en in de clip de clubvibe mengt met cartoonesk geweld en beelden van zombies (na de uitgaansavonden die Yellow Claw bezingt is iedereen een zombie).
De clips zijn allemaal fantastisch geschoten en gemonteerd, en de reden daarvan is de ware naam van bandlid Jim Aasgier: Jim Taihuttu. De regisseur van een van de beste Nederlandse speelfilms van de afgelopen tien jaar, het rauw-gruizige Wolf, weet als geen ander hoeveel popmuziek draait om beeldcultuur. Dus klinkt niet alleen alles aan Yellow Claw credible en een tikje gevaarlijk, maar oogt alles ook zo. Het is dance, hiphop, pop en het ruikt net zo goed naar de feesttent, de loods met illegaal gabberfeest als naar de hippe club. Het heeft de morsige opzwependheid van het legendarische duo Aux Raus, maar dan voor een veel groter publiek.
De overstap naar het Engels en daarmee de entree naar de rest van de wereld, klinkt gelikter. Shotgun (43 miljoen keer bekeken op YouTube) is aanmerkelijk minder vuig dan die eerste Nederlandse hits, net als de clip, maar de beats zijn nog steeds een keiharde schop onder de kont van 99 procent van alle collega’s uit hetzelfde genre, en de clip eindigt met een uiterst macaber shot, ronduit subversief voor een clip met zo’n wereldwijd bereik. Het is bovendien de ultieme oplossing voor muziek die ten diepste is gemaakt om te beleven in een massa, en niet om thuis alleen te beluisteren: er is altijd ook iets fraais te zíen. De muzikale glorie van de belevenismaatschappij met een rafelrand, dat is Yellow Claw.
27 april in het Olympisch Stadion in Amsterdam, tijdens het Kingsday Festival
Beeld: Yellow Claw (Stemevents).