De donkere kamer van Damokles
U kunt nog tot 1 februari 2014, van het hoge noorden tot in het diepe zuiden en van Stadskanaal tot in de residentie, terecht voor deze claustrofobische bewerking van Hermans’ meesterwerk. Het is, de vertolkers der kleine rollen niet te na gesproken, voornamelijk de voorstelling van Hein van der Heijden als de ongelukkige sigarenboer annex verzetsheld Osewoudt en zijn kwelgeest, de politie-inspecteur in het bevrijde deel van onder het juk der nazi’s zuchtende Nederland, Selderhorst, vertolkt door Victor Löw. Voor mij was het een inhaalavond in het DelaMar-theater, waar de voorstelling na een lange tournee door de provincie een week was geland. Inzet: wie of waar is Dorbeck? De geheimzinnige dubbelganger op wie Osewoudt lijkt als twee druppels water. Inzet ook: is Osewoudt een verrader en bedrieger?De werkelijke inzet van mijn avond werd: wat is hier gebeurd? Victor Löw, die toch al niet van de zachtaardige toneelmiddelen is, begon in aanvang van de een kleine twee uur (zonder pauze) durende voorstellingal zo vervaarlijk te loeien, alsof-ie met zowel steunzolen als steunkousen aan het toneelspelen was, dat Hein van der Heijden wel mee móest, of-ie wilde of niet, om althans nog iets van zijn partij mee te blazen. De korte scènes met Dorbeck (een ingetogen Rob Das) werden daardoor tot oases van rust. Was dit een trieste demonstratie van wat een barre tocht door de provincie met toneelspelers doet? Of vertrouwden de acteurs het materiaal zo slecht dat ze zich er roeptoeterend uit probeerden te redden? Geen idee! LOEK ZONNEVELD
De donkere kamer van Damokles naar W.F. Hermans, bewerking en regie: Ger Thijs
Nog te zien in Maastricht, Stadskanaal, Den Haag, Groningen en Leeuwarden. Inlichtingen: hummelinckstuurman.nl
Shakespeare
Much Ado About Nothing, Shakespeare’s nihilistische comedy over de bekvechtende geliefden Beatrice en Benedick, is na Kenneth Branaghs zonovergoten versie uit begin jaren negentig opnieuw verfilmd, nu door Joss Whedon, die eerst wereldberoemd werd met de televisieserie Buffy: The Vampire Slayer en daarna de superheldenfilm een literaire impuls gaf met het fabuleuze The Avengers _._ In Much Ado is Whedons aanpak ongewoon: in zwart-wit gedraaid in een moderne setting. Zijn Beatrice en Bededick lijken weggelopen uit Buffy_ :_ allemaal bijzonder aantrekkelijk, allemaal worstelend met angsten en neuroses. Door de spectaculaire setting van het stuk, Sicilië, te verruilen voor de stille omgeving van zijn eigen huis in California geeft Whedon niet alleen de onbekende acteurs alle ruimte, hij zorgt er vooral ook voor dat de tekst van Shakespeare op de voorgrond blijft. Een gouden greep: de personages spreken het Elizabethaanse proza uit alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Taal staat juist in de kern van de relatie tussen Beatrice en Benedick. Wanneer Benedick samen een prins en andere soldaten na lange strijd bij het huis van de edelman Leonato arriveert, ziet hij háár weer. Beatrice. En het is meteen oorlog. Maar het ‘vechten’ met woorden tussen Beatrice en Benedick is niet een rookgordijn voor de liefde, het is juist de vlam die het vuurtje van de liefde brandend houdt. Ergens zegt een personage: ‘If they were but a week married they will talk each other mad.’ Heerlijk stuk, prachtige film. Te zien vanaf 15 januari.
Vorige week schreef ik mij te verheugen op Nymphomaniac II van Lars von Trier na deel I waarin Joe (Charlotte Gainsbourg) het verhaal van haar verontrustende seksuele leven aan Seligman (Stellan Skarsgard) vertelt. In deel II toont Joe zich een femme fatale pur sang: ze laat haar baby diep in de nacht alleen thuis om sessies sadomasochisme bij te wonen gegeven door een specialist op het gebied, K (Jamie Bell). K heeft geen seks, K ranselt alleen maar af. En hoe. Zweep. Gesel. Blote billen. Het bloed vloeit. Wat nog meer? Van alles, bijvoorbeeld de vraag waarom Ian Flemings James Bond, met nadruk niet die van de film, zijn feminiene vuurwapen, een falende Beretta, verkiest boven de betrouwbaardere, meer stoere Walther PPK. James Bond? Ik weet niet of Von Trier dit tweede deel helemaal serieus bedoelt. Het soms hilarische gesprek tussen Joe en Seligman zit vol dubieuze genderpolitieke conclusies die de ernst dreigen te ondermijnen waarmee Joe’s subversieve seksuele identiteit in de eerste film wordt verteld. En toch: het geheel heeft een vreemde aantrekkingskracht. Mijn advies zou zijn beide delen in één zit te zien. Althans, een poging ertoe te ondernemen. In ieder geval staat het adagium van Jean Luc Godard overeind: het enige wat nodig is om een film te maken: a girl and a gun. Nu te zien. GAWIE KEYSER
Het land van aankomst
Paul Scheffer schreef een standaardwerk over migratie: Het land van aankomst. Samen met filmer René Roelofs maakte hij er nu voor Ikon en NTR een gelijknamige driedelige tv-serie bij. Hoofdlijnen die hij bij migratiegolven onderscheidt zijn ‘vermijding’, ‘conflict’ en ‘aanvaarding’. In die volgorde, en zo heten dus ook de delen. De vertelling annex redenering bestaat vooral uit archiefbeelden, hoofdzakelijk afkomstig uit tv-reportages, verbonden door een minimum aan gesproken commentaar door Scheffer zelf. Nederlandse (soms verrassende) beelden krijgen brede context door bedding in overvloedig materiaal uit België, Duitsland, Engeland en de Scandinavische landen. Overal verwante verwachtingen, problemen, aarzelingen, wrijvingen en al dan niet uitslaande branden. Alleen al boeiend om te zien hoe de verschillende nationale televisiezenders met de gevoelige materie omgaan. Of en in hoeverre het optimisme, uitgedrukt in de titel ‘aanvaarding’, waargemaakt wordt, valt te zien in deel drie, woensdag 22 januari, Nederland 2, 21.10 uur. Delen 1 en 2 nog via Uitzending gemist. WALTER VAN DER KOOI
Mondriaan
Ah, de lente is nog ver, maar de zaak komt in beweging. Interessante opening op 25 januari in het Gemeentemuseum Den Haag, Mondriaan en het kubisme – Parijs 1912-1914. Mondriaan zocht in de jaren 19nul naar een manier om die hoogdravende religieuze denkbeelden van hem op het doek te krijgen. Kloeke gestileerde vormen als in de Evolutietriptiek (1911) waren wel diepzinnig, maar toch ook te ouderwets, te allegorisch. De tentoonstelling over kubisme in het Stedelijk Museum Amsterdam in 1911 bood een nieuwe weg; Mondriaan reisde naar Parijs, ‘offerde op het altaar van Cézanne’ en zette zich toen aan een eigen dóórontwikkeling van het kubisme. De zestien stukken die hij tussen 1912 en 1914 in Parijs produceerde werden in 1914 tentoongesteld bij galerie Walrecht in Den Haag, en nu, honderd jaar later, opnieuw, maar dan in het museum.

In BOZAR Brussel, eind van de maand: Francisco de Zurbarán, merkwaardig intense Spaanse schilder, tijdgenoot van Rembrandt, met die curieuze felle, geïntensiveerde spiritualiteit. Een maand later aldaar (noteer alvast) een overzicht van Michaël Borremans, de Vermeer van onze tijd.
Andere interessante lieden: Camille Henrot in Bonnefanten, Maastricht (vanaf 31 januari), Jennifer Tee, galerie Fons Welters, Amsterdam, vanaf 18 januari; Ella Reitsma en Sarah van Sonsbeeck bij Annet Gelink Gallery, Amsterdam, vanaf 25 januari. Heel andere koek is de schilder Willem Hofker (1902-1981) in Teylers Museum, Haarlem. Hofker schilderde een portret van koningin Wilhelmina voor het hoofdkantoor van een grote rederij in Batavia (verbrand door de Japanse bezetter) en kreeg een uitvoerige cruise door Indonesië cadeau. Hij bleef plakken op Bali. Veel van Hofkers werk lijkt te vallen in een zoet tempo doeloe-achtig genre (inlander bij palmboom + buffel, vulkaan in de verte), maar hij was een briljante tekenaar, wat vooral blijkt uit de schetsen die hij maakte in zijn interneringskamp. teylersmuseum.eu.
KOEN KLEIJN
Beeld:
Ben van Duin/De donkere kamer van Damokles
Gemeentemuseum/Mondriaan