
De oversteek & Dantons dood
De oversteek – dat is eigenlijk een ‘op zachtmoedigheid gebaseerd voorstel’ aan schouwburgen, álle schouwburgen waar Dantons dood is te zien. De zachtmoedigheid zit in twee elementen. Om te beginnen: voor Adelheid Roosen, die het voorstel heeft bedacht, is de schouwburg haar tweede huis. Voor veel mensen is een schouwburg nog niet in de verte iets dat ook maar begint te lijken op een huis. Dus benaderde Adelheid Rooseneen kleine kerngroep en een veel grotere groep daaromheen met het verzoek om de schouwburg tijdelijk tot huis te maken waar de meest democratische vorm van nachtelijk samenzijn kan worden genoten: de slaap. De tweede zachtmoedigheid zit in ‘the day after’: schouwburgpersoneel ontbijt samen met de zojuist ontwaakte slapers, waardoor de toneelhuizen nog eventjes een plek kunnen blijven voor het volk van Dantons dood – niet alleen vanuit de gedachte aan vrijheid, gelijkheid en broeder- respectievelijk zusterschap, maar ook vanuit Adelheid Roosens lievelingsmotto: ‘Ik ben er omdat jij er bent.’ Het vooralsnog meest stimulerende antwoord op haar zachtmoedige voorstel kreeg Roosen overigens van een verslaafde Amsterdamse: ‘De Jellinek, of: een paar maanden slapen op een toneelpodium? Die keus was snel gemaakt!’ Op mijn eerste avond met Büchners stuk en de pionierende Overstekers was Leo het eerst uit de kleren, trok razendsnel zijn pyjama en kamerjas aan en beende het auditorium in. Het applaus – inclusief de verwarring van de eerste keer – was nog warm, hij vroeg of ik gedichten wilde horen en begon uit het hoofd zijn lievelingsdichteres te citeren: Judith Herzberg. Zelden een mooiere afronding van een toneelavond meegemaakt!
De oversteek grijpt plaats in alle schouwburgen waar t/m 13 april Dantons dood is te zien. De honderd overstekers breken indringend maar zachtmoedig in de voorstelling in, nestelen zich vervolgens zo goed als onzichtbaar in het decor (er is voor ze gekookt) en nemen het toneel vlak voor en tijdens het slotapplaus in een eerbiedige maar besliste en uiteindelijk slapende en dromende houdgreep. (Loek Zonneveld)
Brueghels Luilekkerland
‘Het overgrote deel van de wereldgeschiedenis voor 1800 was één bak ellende’, zegt historicus Rutger Bregman in Tegenlicht Lab – nieuwe formule van die vermaarde rubriek. Daarin mag iemand haar of zijn Grote Verhaal vertellen in de vorm van ‘gesproken essay met beeldfragmenten’. Het doet denken aan een ingekort Zomergasten (bijvoorbeeld de aflevering met Daan Roosegaarde), met als verschil dat leven en werken van de hoofdpersoon geen onderwerp zijn en dat de interviewer (regisseur Frank Wiering) maar incidenteel te horen en niet te zien is. Minder fragmentarisch dus, meer één doorlopende redenering. De noodzaak van de utopie heet de eerste aflevering met Bregman, die het doemdenken te lijf gaat. Concretisering van Utopia ziet hij onder meer in een drastisch ingekorte werkweek en in het basisinkomen. Niet vreemd dus dat hij zijn verhaal begint met Brueghels Luilekkerland (Alte Pinakothek, München), waarop een gebraden varken met mes in de flank en een eierdop-met-lepeltje op poten rondlopen tussen snurkende verzadigde mannen. Wat voor Brueghel afbeelding van het onmogelijke was, is volgens Bregman haalbaar. Sterker, voor een middeleeuwer wonen we al in het Land van Cocanje maar we hebben het niet door en chagrijnen ons suf. Hij laat statisticus Rossling zien die in verhelderende animatie het indrukwekkend terugdringen van kindersterfte buiten de rijke landen toont, gepaard met afnemende gezinsomvang en evenredig toenemende kans op een opleiding en meer inkomen voor de meesten. De neiging om de utopie in het verleden te zoeken, bijvoorbeeld in de vorm van kleinschalige zelfvoorziening, verwerpt hij middels hilarische beelden van een kunststudent die zijn eigen broodrooster probeert te maken en van een lijdende Beau van Erven Dorens op een onbewoond eiland. Juist toenemende mondiale afhankelijkheid genereert welvaart en welzijn, is zijn stelling. Soms kort door de bocht en uiteraard zonder tegengas. College met bewegende illustraties. Ouderwetse televisie dus. Maar televisie om bij en over te denken. Zondag 23 februari, Nederland 2, 21.05 uur. (Walter van der Kooi)
Nederlands design
In het Stedelijk Museum, Den Bosch: Prima Materia, van Studio Formafantasma. Dat is een zeer productief duo Italiaanse designers, Andrea Trimarchi en Simone Farresin – die na hun afstuderen aan de Design Academy in 2009 in Eindhoven zijn blijven hangen. In een periode van vijf jaar presenteerden ze veertien projecten en collecties, ze werkten voor grote designlabels als Fendi, Droog en Vitra en ze hadden presentaties tijdens de Salone del Mobile in Milaan, Art Abu Dhabi en Design Miami Basel. Musea als het Victoria and Albert Museum in Londen en het Art Institute of Chicago kochten hun werk aan. De titel verwijst naar de alchemie: het veranderen van onedele grondstoffen in edele materialen. Voor de collectie Botanica maakten de heren plastics niet uit olie, maar uit plantaardige polymeren waarvan vazen, schalen, een koffietafel en lampen werden gemaakt.

Deze week opent in het Stedelijk Museum Amsterdam THE GIJS+EMMY SPECTACLE , een eerbewijs aan de ontwerper Gijs Bakker en zijn in 1984 overleden vrouw Emmy van Leersum. Bakker is een van de aartsvaders van de doorbraak van Nederlands design in de laatste vier decennia, die altijd een fris soort modernisme is trouw gebleven. Zijn tentoonstelling past daarom goed in de ‘Crouwel-traditie’ van het Stedelijk en contrasteert waarschijnlijk scherp met het Marcel Wanders-circus, dat er nu de boventoon voert.
O, en in het Allard Piersonmuseum, Amsterdam: De Krim. U wordt getrokken met goud, maar dat hoeft niet: wat daar allemaal te vinden is, is duizelingwekkend. (Koen Kleijn)
Lone Survivor & Shado’man
Lone Survivor vertelt het waar gebeurde verhaal van Marcus Luttrell, een Navy Seal die als enige van zijn eenheid overleeft wanneer een missie in 2005 in de bergen ergens in Afghanistan ernstig misloopt. De film, geregisseerd door Peter Berg, ontlokt vanaf de eerste beelden gemengde gevoelens. De wijze waarop regisseur Berg de kameraadschap tussen Marcus (Mark Wahlberg) en zijn Seals-collega’s en vrienden verbeeldt zonder ironie of commentaar is pure propaganda: vechten en sterven voor je maatje en je land als nobele daad. En toch is Lone Survivor doorgaans fascinerend door de schitterend geënsceneerde gevechtsscènes waarin de Seals de een na de ander worden gedood door de oprukkende Taliban-strijders. Wahlberg is in tijden niet zo goed geweest; zijn Marcus is een soldaat die vooral boven alles zelf in leven wil blijven. Uiteindelijk blijkt zoiets als eer, maar níet bij de Amerikaan (geen spoilers hier), belangrijker te wegen dan machismo of vriendschappen die ontstaan tijdens de harde opleiding die Seals moeten doorlopen. Bergs film gaat over de tragiek van zelfopoffering in tijden van oorlog, maar meer nog over de menselijkheid die ondanks de tragedie in de bergen mogelijk blijkt. Propaganda, het zal wel. Maar ik heb vooral een film gezien met spannende gebeurtenissen die ik, net als in het geval van Paul Greengrass’ meesterlijke Captain Phillips, samen met de personages heb kunnen ervaren. Als dat gebeurt is de film in kwestie een soort wonder op zichzelf.
Te zien vanaf 20 februari
Shado _’__ man_ is een documentaire van de Nederlandse regisseur Boris Gerrets over gehandicapten die in Freetown, Sierra Leone, op straat wonen. De film werd geheel in de nacht gedraaid, wat een benauwde, soms angstwekkende sfeer creëert. De camera blijft zo dicht bij de personages dat de wereld om hen heen haast onzichtbaar is. Misschien is dat het probleem: slechts de personages en hun problemen komen in beeld, en beide zijn niet altijd even dramatisch effectief of aangrijpend. Natuurlijk, ze hebben allemaal iets, verlamd of blind of allebei, maar de vraag wat ze allemaal dagelijks meemaken en hoe ze met hun handicap omgaan, blijft op een vreemde manier onbeantwoord. Dat geeft het werk een anekdotisch karakter. Een man in een rolstoel wordt dronken en gaat vechten met een blinde die hij ervan verdacht net iets te veel met zijn vriendin te hebben gesproken. Meer niet. Of een blinde probeert een prostituee over te halen met hem mee naar huis te gaan, maar zij wil veel geld zien, en dat heeft hij niet. Misschien is het punt juist dat deze mensen ook figuurlijk met inertie te kampen hebben. Voor hen is het leven uitzichtloos. Dat is een gegeven, maar verder dan dat komt Shado _’__ man_ niet echt.
Te zien vanaf 20 februari
Debat
Dit weekend in theater Oostblok: drie dagen Stof over het thema ouder worden. Groenteman & Vrouw voeren de muziektheatervoorstelling Als je mij maar nooit vergeet op. Op vrijdag praten Remco & Deborah Campert over de vraag of en hoe leeftijd je blik op de dingen bepaalt, en geeft Rudi Westendorp een lezing. Op zaterdag zijn Hedy d’Ancona & Aat Veldhoen te gast, en worden er korte films getoond. En dan op zondag: literatuurfragmenten over (on)sterfelijkheid en een optreden van Lust for Life, het eerste Amsterdamse popkoor voor senioren.
Voor meer informatie, zie oostblok.nl
Wat gaan we de komende jaren met Europa doen? Versterken we de monetaire unie door een politieke unie aan te gaan? En waarom houden wij ons aan de drie procentnorm, terwijl andere lidstaten geld krijgen toegestopt? Deze vragen en meer stonden centraal tijdens bijeenkomsten van economen, journalisten en politici die de afgelopen vijf jaar zijn samengekomen om de europroblematiek te bespreken. Naar aanleiding van hun bijeenkomsten verschijnt de bundel ‘Het Crisisdiner’ die op 9 maart in De Balie in Amsterdam wordt gepresenteerd.
Het Crisisdiner. Zondag 9 maart, 20:00 in De Balie, Amsterdam.
Meer informatie is te vinden op de website van De Balie.
Op 10 maart staat in Spui25 in Amsterdam ‘de stad als sociaal laboratorium’ op de agenda. Nico de Boer en Jos van der Lans zullen hier hun boek ‘DEcentraal’ presenteren, gebaseerd op de gelijknamige artikelenserie in De Groene Amsterdammer. Zij gaan hierover in gesprek met Jantine Kriens, directeur van de Vereniging Nederlandse Gemeenten en voormalig wethouder in Rotterdam en filosoof Maurice Specht. Het gesprek staat onder leiding van Xandra Schutten, hoofdredactrice van de Groene Amsterdammer.
Nederland van onderop: de stad als sociaal laboratorium. Maandag 10 maart, 20:00 in Spui25, Amsterdam. Kaarten zijn gratis verkrijgbaar via de website van Spui25.
Beeld: Dantons dood- Jan Versweyveld
Gijs Bakker (1967) - Sjaak Ramakers