
Koud vuur door De Toneelmakerij
‘Koudvuur’ is iets engs met wonden. Maar ‘koud vuur’ bestaat niet. Dus is het typisch iets dat bij de magie van het toneel hoort. De voorstelling Koud vuur (voor iedereen vanaf zes jaar) gaat over de achterkant van dat toneel. Als het doek op gaat kijken we tegen de achterkantige binnenwand van een toneelpodium aan, met een stoeltje voor de brandweerman en een touw om het (tweede) doek te ‘halen’. Op dat toneel gelden andere wetten dan buiten op straat. Zo mag je hier niet fluiten en ook niet spugen. Een verlegen jongen komt langs vanwege een advertentie. Hij wil de plek van de toneelmeester innemen. En dat gaat zomaar niet. En tegen het eind blijkt het eigenlijk zo wel degelijk te gaan. Maar dat weet de arme toneelmeester weer niet. Een les over het toneel dus, geschreven door Peer Wittenbols, geregisseerd door Paul Knieriem, gespeeld door Jan-Paul Buijs (jongen), Roel Adam (toneelmeester) en Andre Dongelmans (toneelspeler). Het is wel grappig allemaal, maar het materiaal dat de schrijver aanlevert voor de toneel-in-het-toneel-scènes is ook wel erg mager en een beetje tuttig eerlijk gezegd ook wel. Daardoor vallen al die leuke weetjes over de achterkant van het toneel een beetje in duigen. (Loek Zonneveld)
Koud vuur is t/m 13 april overal in het land te zien. Inlichtingen: toneelmakerij.nl
Lamb of God
As the Palace Burns begint als een tamelijk conventionele documentaire over een metalband, in dit geval het Amerikaanse Lamb of God. De band heeft fans over de hele wereld en voor die fans betekent de band veel, zoveel wordt duidelijk. Maar wanneer de bandleden tijdens een tournee landen in Praag verandert het leven van de band drastisch, en de film ook. Bij een vorig Lamb of God-concert in Tsjechië sprong namelijk een fan van het podium, en die kwam verkeerd terecht en overleed. En daarom wordt nu de zanger van Lamb of God gearresteerd op verdenking van doodslag. Opeens wordt de muziekdocumentaire het verhaal van een metalzanger die in een juridische nachtmerrie terechtkomt. Melkweg, vrijdag 28 februari, 20 uur.
Daryll-Ann
Een van de betere liedjesbands van Nederland, , viel in 2004 uit elkaar, maar is sinds kort weer bij elkaar. Vooralsnog zonder nieuw werk, maar wel met een verzamelbox van alles dat ze ooit opnamen, en met nieuwe concerten. Het meest bijzonder belooft het optreden in de Eindhovense Effenaar te worden: Daryll-Ann stopte er in 2004 mee net voor hun optreden in de Effenaar, ironisch genoeg tijdens een tournee die Don’t Stop heette. Een inhaalshow dus, tien jaar later. Effenaar Eindhoven, vrijdag 7 maart, 20:15 uur.
(LEON VERDONSCHOT)
FILM X-tra
Alexander Payne maakt films die veel beloven, maar uiteindelijk weinig bieden. En toch krijgen zijn films steevast goede kritieken. Misschien komt dat doordat hij sterke performances uit goede acteurs haalt: Jack Nicholson in About Schmidt (2002), Paul Giamatti in Sideways (2004) en George Clooney in The Descendants (2011). Op een vreemde manier is dat nu juist niet het geval in zijn nieuwste, Nebraska (genomineerd voor zes Oscars waaronder beste film), waarin een oude man, Woody Grant, op een dag het plan opvat van Montana naar een stad in Nebraska te reizen waar hij een miljoen dollar aan prijzengeld zal opstrijken. Dat het slechts om een reclamebrief voor tijdschriftenabonnementen gaat, lijkt hij niet door te hebben. Zijn zoon David (Will Forte) wel. Maar omdat Woody een zuiplap was of is, en omdat hij ogenschijnlijk aan een vroege vorm van alzheimer lijdt, besluit David de reis samen met zijn vader te ondernemen.
Nebraska heeft mooie scènes waarin de stugge inwoners van de staat dan weer te veel, dan weer te weinig met elkaar communiceren. Payne, zelf afkomstig uit de staat, tekent de eenzaamheid van het landschap met prachtige zwart-witfotografie. Maar net als in het geval van zijn eerdere films hapert er iets in de vertelling, misschien in de wijze waarop er uiteindelijk geen ‘groot’ idee of thema overheerst. Daarnaast dit: in de rol van Woody speelt Bruce Dern, icoon van de Amerikaanse jaren-zeventigcinema, een ondankbare rol, maar wel één die hem een Oscar-nominatie heeft opgeleverd. Ik vond het een shock Dern zo’n rol te zien spelen, hoewel zijn personage bij de vertelling past. Zijn Woody is afgetakeld, maar vooral ‘leeg’. Zo speelt Dern, en dat moet ook. Maar bij het zien van deze briljante acteur denk ik onwillekeurig terug aan zijn glorierijke jaren. Recent zag ik bijvoorbeeld The Driver (1978) van Walter Hill weer, in EYE, waarin Dern de rol van een sadistische politieagent speelt die achter Ryan O’Neal aan zit. Bruce Dern. Wat een acteur. Eerlijk gezegd doet het een beetje pijn hem zo’n zachte en uiteindelijk oppervlakkige rol te zien spelen in Nebraska. (GAWIE KEYSER)
Te zien vanaf 27 februari
TELEVISIE
Van de claustrofobische setting in 24 uur metstapte Wilfried de Jong naar de open ruimte van het magazine: Fotostudio De Jong. Waar hij springt van hot naar her, van licht naar zwaar. Zoals laatst: van een aangrijpende persfoto uit Kiev naar Brussel waar David Helbich ‘Belgian Solutions’ fotografeert: hilarische, letterlijke en figuurlijke plakbandoplossingen voor technische probleempjes in de open ruimte. In Amsterdam bouwt gepensioneerde Max Natkiel als vrijwilliger hutten met kinderen. Als puber verzamelde hij nazi-parafernalia, curieus voor een joodse overlevende en onverteerbaar voor zijn moeder. Zesduizend bezoekers van Paradiso zette hij ooit op foto. Nu werkt hij aan een ander megaproject: overblijfselen van het Derde Rijk in Duitsland en Polen. Wilfried bezoekt wekelijks bevriend fotograaf Carel van Hees, die deze keer vertelt over de straatfotografie van William Klein (te zien in Foam). Klein komt zowaar zelf naar Studio De Jong om te praten over een andere tak van sport, zijn modefotografie, aan de hand van één voorbeeld, genomen op een zebrapad in Rome. Waar hij kwam als groupie van Fellini die hem uitnodigde assistent te worden. Maar die ‘bullshitartist’ bleek er al zes te hebben. Volgt een razendsnelle sequentie van toeristenfoto’s in Volendam. Over naar vast onderdeel ‘de vakfotograaf’. Deze keer modefotograaf Peter Stigter die rond shows beslist welke collega waar mag staan in de naar zweet stinkende mêlee van telelensdragers. Pak in die hectiek maar eens het beslissende moment: bij de catwalk krijg je, zo min als de sportfotograaf, een herkansing. Ten slotte over naar Casper Faassen die op basis van het werk van zeventiende-eeuwse schilders gigantische stadsgezichten maakt, hier Dordrecht naar Jan van Goyen. Zo een aflevering is adembenemend en sommige onderwerpen verdienen misschien meer tijd. Wilfrieds overpeinzing bij de heftige Oekraïne-foto kon ik best missen. Maar het is informatief, vaak mooi gemaakt en bovenal enthousiasmerend. Raar ook: maakt iemand, soepel en gedreven, eindelijk een programma over fotografie, zou het weer gedegener moeten. Terwijl de onderwerpen zich verdringen. De Jong kan nog wel een paar seizoenen door. Wat mij betreft: graag. (WALTER VAN DER KOOI)
VPRO, zaterdags, Nederland 2, 21.20 uur
Beeld: www.daryll-ann.nl/