De deal

Wie geïnteresseerd is in ‘een politieke thriller op het snijvlak van politiek en journalistiek en op de grens van feit en fictie’ wordt met de driedelige serie De deal bediend door de Vara. Ontworpen door dramahoofd Robert Kievit en scenaristen Alma Popeyus en Hein Schütz (De enclave, Offers, Eileen), geregisseerd door Arno Dierickx (Vuurzee, Overspel). De setting: Fenna, ambitieuze jonge journaliste infiltreert in opdracht van een morsige middelbare collega, werkzaam bij een grote krant, als fractieassistente bij de rechts-populistische ‘Volkspartij’. Uitgekozen op lef, looks en gebrek aan preutsheid kijkt ze achter de schermen van het type politieke organisatie dat ook in werkelijkheid de minste openheid biedt over strategie en interne aangelegenheden. Partij en leider worden gevreesd door de buitenwereld, vooral de gevestigde politiek, omdat ze op weg lijken naar een grote verkiezingsoverwinning (‘ik word de nieuwe minister-president’). Intern bestaat ook sterke verdeeldheid. Niet alleen proberen neo-nazi’s voet aan de grond te krijgen, de steeds monomaner anti-islamagenda van de leider stoort een oude garde die het vooral om het welzijn van de ‘gewone vrouw en man’ gaat. Parallellen met de werkelijkheid liggen voor de hand. En zowel daar als in deze fictie zijn centrale vragen: waar haalt de partij haar inkomsten vandaan en welk belang hebben de verschaffers ervan? De deal heeft een ingenieus script, waarin mensen en zaken vaak niet zijn wat ze lijken, maar de kracht van eerder werk van het schrijversduo, waarin hun fictie buitengewoon geloofwaardig was en de onderliggende maatschappelijke en psychologische werkelijkheid dichterbij bracht, heeft de serie niet. De hoofdrolspeelster heeft ook een wat te beperkt palet. Maar voor liefhebbers van thriller, politiek drama, van Jacob Derwig (als partijleider) en van een script waarin nieuwe media een rol van belang spelen (mede dankzij een illegale Iraanse hacker) valt er iets te halen.
8, 15 en 22 maart, Nederland 2, 20.20 uur
Walter van der Kooi

Losse vondsten in de koopgoot

Beumer&Drost speelt Warenhuis

Onderweg naar de bovenzaal van het Grand Theatre in Groningen vertelt een moeder vast aan haar kinderen wat ze straks te zien gaan krijgen, namelijk: slapstick. Heeft ze gehoord. Of de kinderen weten wat dat is? Raar doen aan een touwtje, antwoordt er een. Die definitie gaat alvast de vondstentrommel in. Vooralsnog wordt er door het optredende trio (Maurits van den Berg, Lisa Groothof en Sacha Muller) raar gedaan met spiegels en zich plotsklaps opdringende muziek. Het trio heeft meteen de lach aan zijn kont hangen in de slimme choreografie met zes deels doorzichtige, deels gespiegelde kasten. Waarmee truukjes worden uitgehaald die de slimste kinderen van acht jaar en ouder (de beoogde doelgroep) overigens meteen en feilloos doorzien. De kasten fungeren ook als paskamers en wanneer de jonge vrouw door een warenhuisverkoper via een net aangetrokken jurk een pijnlijk opmerking over haar lelijke schouders moet incasseren, dan is dat de aanleiding voor een hilarische scène waarin haar complete verschijning rigoureus wordt verspijkerd en verbouwd. De voorstelling Warenhuis van Toneelschap (jaja, zo noemen ze zich zelf) Beumer&Drost is, zo onthullen de spelers in een kort nagesprek met de kinderen, vanaf de maagdelijke tekentafel en dus vanuit nul & niets gemaakt. Dat is soms een tikje pijnlijk te merken: de geheel zelf verzonnen teksten zijn niet al te best, vaak quasi-leuk en een tikje belegen. Met als mooie uitzondering de scène waarin een klant geheel op haar zielenroerselen en achter zich liggend persoonlijk leed is gescreend, op grond waarvan er ook een grote vaas met troost voor haar is klaar gezet. Met een gratis zakdoekje. Te zien en te genieten is er genoeg. Zo stroopt een van de jongens zich uit een acht meter lange jurk van flexibele stof die je tot een prop kunt vouwen. De andere jongen doet een disconummer waarbij hij zijn eigen lijf als scratch -instrument gebruikt en hij doet dat zo goed dat mijn jonge buurman op de tribune er bijna in blijft. Het een tikje makkelijke vertier van vooral losjes achter elkaar gemonteerde en door Gijs de Lange geregisseerde nummers is deze griezel-ode aan het oude warenhuis nog niet helemaal ontgroeid. En het lawaaierige slot voor drie Bijenkorf-spoken is een nachtkaars die maar niet uit wil. Er is een ook een nieuwtje: over een paar jaar lopen alle jongens op hoge hakken. Die scoop wou mijn jonge buurman op de tribune nog niet zomaar voetstoots voor waar aannemen.
Warenhuis van Toneelschap Beumer&Drost speelt t/m medio april overal in Nederland en Vlaanderen, hummelinckstuurman.nl
Loek Zonneveld

Borremans

In Brussel trekken twee grote tentoonstellingen in BOZAR de aandacht – Zurbarán en Michael Borremans , waarover later meer in De Groene – maar er is nog het een en ander. In het Museum van Elsene (www.museedixelles.irisnet.be) staan de levensechte Amerikaanse vetzakken van Duane Hanson, Sculptures of the American Dream , altijd leuk en schokkend en weerzinwekkend et cetera. In het ING Cultuurcentrum wordt op veel te weinig vierkante meters een prachtig overzicht van Belgische pointillisten bijeengepakt, met de flauwe titel To the Point _ Het neo-impressionistische portret 1886-1904. (www.ing.be). Te veel werk in veel te smalle gangetjes, maar daaronder zijn grote topstukken van Théo van Rysselberghe, de absolute meester van de techniek. In Wiels – Centrum voor Hedendaagse Kunst liggen de merkwaardige sculpturen in textiel van Franz Erhard Walter , een overzicht van een sterke, consistent dóórdenkende Duitse kunstenaar, veel werk uit de vroege jaren zestig. Sommige objecten vragen er om te worden ‘geactiveerd’, dat wil zeggen dat u wordt uitgenodigd ze aan te trekken of om te slaan, al naar gelang. www.wiels.org. En als u toch in België bent, dan is de tentoonstelling rond Géricault – Fragmenten van Mededogen in het Museum voor Schone Kunsten in Gent ook aan te bevelen. Kunt u meteen een kaarsje branden voor Jan Hoet.
Dichter bij huis: Jeff Wall – Tableaux, Pictures, Photographs 1996-2013 – in het Stedelijk Museum, Amsterdam, de tentoonstelling waarmee Gijs van Tuyl het gebouw had willen heropenen. In De Pont, Tilburg: het overzicht van Dan Graham – Models and Beyond.
Koen Kleijn

Laibach & Rufus Wainwright

Zoals iedere hardrockband schatplichtig is aan Black Sabbath, zo grijpt elke industrial band bewust of onbewust terug op de erfenis van het Sloveense Laibach. Zeker Rammstein, dat net als Laibach haar industrial voorziet van groteske showelementen en een latente liefde voor geflirt met dictatoriale symboliek. Geen andere band ter wereld was dan ook beter geschikt dan Laibach om de soundtrack te verzorgen van de cultfilm Iron Sky, waarin de nazi’s zich na het verliezen van de Tweede Wereldoorlog vestigen op de maan en daar worden ontdekt door de eerste zwarte astronaut.
13 maart, Melkweg, 19:30 uur

Hij is de operazanger onder singer-songwriters, de drag queen onder de getourmenteerden, het wonderkind uit een muzikale wonderfamilie, de favoriete artiest van menige collega-artiest. En hij keer hij terug naar Carré. Voor wie ’s middags al in Wainwrights sferen wil verkeren, vertoont de Melkweg de film Rufus Wainwright: Live from the Artists Den.
10 maart, Melkweg 16 uur (film), Carré, 20 uur (concert)
Leon Verdonschot

Film X-Tra

De klassieke graphic novel 300 is behalve een subjectieve historische vertelling over de strijd tussen de Grieken en de Perzen vooral een visuele studie in de dynamiek van menselijk geweld. Frank Millers tekenstijl van hoge contrasten en constante beweging creëert een sfeer van romantisch nihilisme die past bij de zucht van de Spartanen naar een ‘prachtige dood’. Stijl en thema vormen een soort mantra waarin je als kijker moet meegaan, ook in de filmversie, 300 (2006), en het nieuwe vervolg erop, 300: Rise of an Empire. Na een eerste keer zien vond ik het vervolg eigenlijk nog mooier dan het origineel. Dat komt door een nieuw, vrouwelijk personage, Artemisia (Eva Green), bondgenote van koning Xerxes in de strijd op zee tegen de Griekse alliantie onder aanvoering van generaal Themistocles (Sullivan Stapleton). Artemisia toont zich bij uitstek een femme fatale in de zeeslag bij Salamis waar de Perzische opmars werd gestuit. Ze is fenomenaal, vooral in een scène waarin ze haar lichaam als diplomatiek wapen gebruikt tegen Themistocles. Hoewel hij er ook wat van kan wat betreft het inzetten van spierbundels, trotse Griek als hij is. Toch komt zij er het best vanaf. Ze speelt met hem, stelt zich fragiel op, en dient hem vervolgens de genadeslag toe: mij krijg je niet, morgen zien we elkaar op het slagveld. Visueel biedt de film net als 300 een fabuleuze ervaring doordat de stijl van Miller, die beide films ook produceerde, haast één op één wordt overgenomen. Een hoogtepunt komt al vroeg in het verhaal als Xerxes als jongen na de dood van zijn vader Darius door een pijl van Themistocles de woestijn in gaat waar hij een transformatie ondergaat en terugkeert als ‘godheid’. Een soort gruwelijke schoonheid – haast alsof de monstrueuze lichamen gemaakt zijn van albast of marmer – kenmerkt deze beelden. Zo overtreft 300: Rise of an Empire de verwachtingen. De belangrijkste reden hiervoor blijft Artemisia, een vrouw die de Spartaanse mannen evenaart als het gaat om lust voor geweld en zich wentelen in de glorie van sterven tijdens het vechten.
Nu te zien

(Gawie Keyser)


Beeld: Michaël Borremans
The Angel
2013
300 x 200 cm
Oil on canvas
Courtesy Zeno X Gallery Antwerp
© Photographer Dirk Pauwels