Televisie:

Arm en rijk. Sinds zondag is Jan Leyers terug. VPRO en Canvas coproduceerden Arm en rijk waarin hij die tegenstelling op acht plekken onderzoekt: Peking, Sao Paulo, Los Angeles, Johannesburg, Havanna, Delhi, Dubai, Berlijn. In Peking leidde dat tot voorspelbare maar niettemin verbluffende scènes en situaties. Van de kleine boer die zich met een dorsvlegel in het zweet werkt en de Communistische Partij prijst vanwege betere oogsten, naar bouwondernemer meneer Tsju, die een nieuwe stadswijk uit de grond stampt. Die zingt evenzeer de lof van de partij die het bedrijfsleven zich immers schitterend laat ontvouwen. Een incidenteel ongemakkelijk kuchje doet vermoeden dat hij zich bewust is van Jans door de staat toegevoegde schaduw die bij alle gesprekken meeluistert. Tsju’s moeder, telg van de oude Mantsjoe-dynastie, liet tijdens de Culturele Revolutie haar schitterende verzameling sandelhouten meubels gedemonteerd in aarden kruiken onder de grond verdwijnen, teelde er maïs op en stelt ze nu in een particulier museum tentoon. Oud geld dus dat de Amerikaanse droom nu in China situeert: met hard werken en hersens gebruiken kun je rijk worden, zegt ze. Wat van de 1,4 miljard inderdaad sommigen lukt. Nog niet de mannen uit Sichuan die met zeven in een kamertje leven (van de twintig miljoen bewoners van Peking komen er tien van platteland of uit de bergen) en als verhuizer twee volle shifts per etmaal draaien, zeven dagen in de week, 365 dagen per jaar (met Chinees Nieuwjaar mogen ze niet naar huis!). Geen vakbond te bekennen. Klagen doen ze niet. Dat doet wel, per ongeluk, een jonge vrouw, wier droom was journalist te worden en die, nu ze het is, steeds meer beseft dat haar werk door censuur die naam niet verdient. Ze schrikt er zelf van. Einde gesprek. In de aflevering over Havanna zit het extraverte broertje van dit introverte meisje. Hij zegt luid en duidelijk dat je je rot werkt voor te weinig en slecht eten – begin van een straatrel waarin hij belaagd wordt door partijgetrouwen (‘viva Fidel, viva Raul’) maar vooral door bezorgde buren die waarschuwen dat dit hem gevangenisstraf oplevert. Fikse verantwoordelijkheid voor de journalist trouwens. Deze twee voorbeelden uit ‘marxistische’ staten. Het kapitalisme scoort bepaald niet beter. (Walter van der Kooi)

VPRO, zondag, Nederland 2, 20.15 uur. Canvas, woensdag, 21.35 uur (loopt al langer en andere volgorde, bekijk de vorige aflevering hier)

Toneel:

Pax Deus – het evangelie volgens Pilatus. In de lange aanloop naar de rooms-katholieke Stille Week en een ongetwijfeld weer eindeloze reeks uitvoeringen van de Mattheüs Passion, loopt de Romeinse landvoogd Pilatus rond in zijn eigen evangelie, opgeschreven door Eric-Emmanuel Schmitt, voor het toneel bewerkt door Gerardjan Rijnders. In zijn reeks Pax Deus over twijfel en geloof, wordt Pilatus gespeeld door Sabri Saad El Hamus, gesecondeerd door Anna Schoen, die als Claudia, Pilatus’ echtgenote, alle figuren uit de vertelling van Lijden, Sterven en Opstanding speelt. De regie is van Aike Dirkzwager. Het is, laat dat meteen gezegd zijn, een fascinerende voorstelling voor iedereen die, zoals ondergetekende, geïntrigeerd is door de bijrollen in dat Grote Verhaal over het nog Grotere Lijden van de joodse jongeman uit Nazareth uit het jaar 33 van onze jaartelling. Na de prachtige openingszin (‘Ik haat Jeruzalem’) en de sfeerbeschrijving van die stad tijdens de paasdagen, begint het ontpellen van de observaties van de man die alles ziet, die niet goed kijkt (of niet goed oplet), die dus alle cruciale ingrediënten mist en die uiteindelijk letterlijk het nakijken heeft. Het verhaal is opgezet als detective, met als inzet: de speurtocht naar het lijk van Christus, of liever: de lange ontmanteling van de legende van de Opstanding des Heren. Een reeks ‘verdachten’ of ‘actoren’ passeert de revue, ze worden allen aan een kruisverhoor onderworpen, die ondervragingen leveren alleen maar meer vragen op en natuurlijk: religieuze complottheoriëen, die vernuftig zijn geconstrueerd rondom wat wij weten uit de echte evangeliën en uit wat we aan epische bijvangst door Schmitt/Rijnders krijgen aangereikt. Ook de manier waarop Pilatus’ vrouw Claudia slim in het verhaal is geschroefd spreekt ruimschoots tot de verbeelding. De vertelling is geënsceneerd als een listige pas-de-deux in een sobere maar sfeervolle en effectieve vormgeving (Aziz Bekkaoui, Gé Wegman en Hester Jolink). Vanuit de vraag waar de makers van Pax Deus (dit is, als ik me goed herinner, het tweede deel) van vertrekken: kun je iets níet zien, er wel van doordrenkt zijn en vervolgens toch geloven in wat je wordt voorgespiegeld, terwijl je aan je water voelt dat je belazerd wordt? Pilatus: ‘Of ben ik gek geworden?’ (Loek Zonneveld)

Tot en met 2 mei in het land, De Nieuwe Amsterdam.

Kunst:

Drukke weken voor de die-hard kunstliefhebber, bek-af van TEFAF Maastricht. Daar is nog de interessante mix van kunstenaars in het Bonnefantenmuseum te zien, Beating around the Bush #1, met Mark Manders, Istvan Csákány en Camille Henrot. De laatste maakte nogal indruk op de vorige Biennale van Venetië én in Trouw Amsterdam, waar haar installatie Grosse Fatigue te zien was. Die was bedacht voor het Smithsonian, Washington, en speelde leuk met de tradities van het museum, conservatie, presentatie, et cetera.

Een merkwaardige tentoonstelling – zelf nog niet gezien – moet zijn Het wilde oog in Flevoland, waarin Urker en Spakenburger vrouwen en mannen in klederdracht op curieuze manier worden gefotografeerd bij markante locaties in Flevoland. Het is aardig voor die locaties, het is leuk voor de bekraplapte dames, maar het heeft ook iets volstrekt weirds.

De film Kenau geeft het begrip ‘tenenkrommend’ een geheel nieuwe dimensie, althans voor historici; het Frans Halsmuseum probeert met een kleine expositie en een korte film (Kenau, heldin of helleveeg) enige historische nuance te scheppen. Het Historisch Museum Haarlem probeert hetzelfde, in Vrouwen met lef – Kenau en andere Haarlemse Heldinnen. Volgende week opent in De Hallen Haarlem de eerste tentoonstelling onder de nieuwe directrice, Ann Demeester, ook een vrouw met lef. Superficial Hygiene opent op dezelfde dag als de solotentoonstelling Shana Moulton: Episodes from Whispering Pines in De Nieuwe Vide, ook in Haarlem. De tentoonstelling bestaat uit ‘een labyrintische video-installatie met afleveringen van een doorlopende video/performancereeks’; ook dat is de eerste presentatie van een nieuwe directeur, de ontembare Nathalie Hartjes. (Koen Kleijn)

Muziek:

Joan As Police Woman. Ze speelde de viool bij Rufus Wainwright en Antony & the Johnsons, maar met haar debuut Real Life liet ze in 2006 horen wat ze zelf te bieden had. Het was een fraaie album en Joan As Police Woman bleek een geweldige zangeres. Haar show in Amsterdam was legendarisch, die in Utrecht een dag later strontvervelend. Zo wisselend bleken ook haar volgende albums, althans in stijl, niet in kwaliteit. Haar nieuwe, The Classic, klinkt levenslustig en vol van soul. Kijk maar naar de clip van single Holy City:

The Devil’s Blood. Afgelopen week overleed Selim Lemouchi, frontman van de occulte band The Devil’s Blood. Zijn band was inmiddels opgeheven, maar dat maakte de cultstatus van de Eindhovenaren alleen maar groter. Is voor veel andere harde bands satanisme een pose of hooguit een flirt, voor Lemouchi was het ernst: niets aan zijn band en haar ideologie was ironisch, de ongemakkelijk lach was altijd voor rekening van de toehoorder. Zijn motivatie verwoordde hij ooit in dit korte filmpje: (Leon Verdonschot)

18 maart, Effenaar Eindhoven, 19 maart Melkweg Amsterdam

Film:

All Quiet on the Western Front. De openingsscène van Lewis Milestone’s klassieker All Quiet on the Western Front (1929), waarin een leraar de jongemannen in zijn klas aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog ophitst om zichzelf in uniform te steken om het vaderland te gaan verdedigen, vormt een lugubere aanklacht tegen oorlog. De leerlingen zijn bloedjong, vol geestdrift voor het leven, en het vooruitzicht is onweerstaanbaar om vooral geen lessen meer te hoeven volgen. De meester kijkt met glinsterende ogen naar zijn handwerk: hij had nooit kunnen dromen dat hij zo succesvol zou zijn in het ronselen van de jongens voor het vuile werk aan het front. Het is moeilijk naar deze beelden te kijken zonder dat hedendaagse reclame voor het leger bij je opkomt. ‘Kun jij de landmacht aan?’; ‘Meer dan werk alleen’; ‘Geschikt, ongeschikt’. Net als de jongens in de klas in Milestone’s film zie je de kijkers naar de landmacht-spotjes denken: dat kan ik wel aan ja, ik wil iets meer dan alleen ‘werken’, natuurlijk ben ik geschikt. Een wereld van verschil tussen 1914 en nu, zeker, maar toch: weten de jongens en meisjes die gescout worden wel waaraan ze beginnen? De film laat desondanks zien dat er iets van waarheid in de propaganda zit. Het ís een nobel streven te willen vechten voor je land, je leert veel over jezelf, over wat het betekent je vriend in tijden van nood te hulp te schieten, over ‘werk’waarin je lessen leert over moraliteit en het leven. De beste (anti-)oorlogsretoriek is altijd dubbelzinnig, tegelijk verleidelijk en verwerpelijk.

All Quiet on the Western Front, naar de roman van Erich Maria Remarque, draait tot 27 maart in een gerestaureerde versie in een herdenkingsprogramma van EYE rond de Grote Oorlog. Volgens EYE is het werk voor het eerst in 25 jaar weer in Nederland te zien. Andere films in de serie zijn onder meer Gallipoli (1981) van Peter Weir en Joseph Losey’s King and Country (1964), met een inleiding door David Barnouw, oud-medewerker van het Niod. Hoofdrollen voor Dirk Bogarde en Tom Courtenay als respectievelijk de verdediger van een soldaat die van desertie wordt beschuldigd en een infanterist die kampt met psychologische problemen opgedaan in de loopgraven. Evenals All Quiet is Gallipoli, met Mel Gibson in een hoofdrol, een requiem waarin de teloorgang van menselijkheid centraal staat. De slotscène is nog altijd een mokerslag: tegen beter weten in gaan de jongemannen bij Anzac over the top, net om te worden begroet door de kogelregen van de Ottomaanse soldaten. Het contrast tussen de puurheid van een atleet (Mark Lee), die alleen maar wil rennen, en het lot dat hem wacht tussen het prikkeldraad bepaalt het pijnlijke beeld van een menselijk leven dat zinloos tot een einde komt. (Gawie Keyser)

Trailer van All Quiet on the Western Front.


Beeld: Pax Deus – het evangelie volgens Pilatus, De Nieuwe Amsterdam (Leo van Velzen).