Parijs

Drie, nee vier prima tentoonstellingen in Parijs, mocht u daar met de lente in het hoofd een weekendje naartoe gaan.
Niet te missen: Bill Viola in het Grand Palais. De eerste overzichtstentoonstelling van Viola in Frankrijk en zelfs de allereerste tentoonstelling in de geschiedenis van de Franse nationale musea geheel gewijd aan videokunst, tiens. Hier komen de Nederlanders beter weg; Viola kreeg in 1998 al een groot overzicht in het Stedelijk, Amsterdam. De werken dateren van 1977 tot 2013 en het zijn er veel, negentien in totaal, met grote zorg gepresenteerd. Viola’s video’s vragen namelijk niet alleen om uitgekiende projectie, maar ook om nauwgezette installatie van het geluid. Hier kunt u paf staan voor de grote vijfvoudige cyclus Going Forth by Day, een prachtige meditatie op leven, sterven en wat daarna komt, in een verhalend verband dat gebaseerd is op cycli van wandschilderingen in Italiaanse kerken, in samenhang, en toch geheel verschillend van stijl en dynamiek. Ook overdonderend zijn de hoge verticale projecties van Fire Woman en Ascension of Christ, waarin een liggende figuur wordt opgenomen in majestueuze omhoog razende regen. De site van het Grand Palais bevat aardige films en de weerslag van 45 minuten persconferentie. www.grandpalais.fr. De zalen in dat Palais zijn overigens niet bijzonder Grand, dus het is zeer de moeite waard een rustig moment op de dag uit te zoeken.

Een deur verder staat een imposante tentoonstelling over keizer Augustus. Het belangrijkste daarvan is eigenlijk de grote monumentale sculptuur, die van her en der (niet alleen Napels en Rome en het Louvre, maar ook uit Merida, Cordoba en Boedapest) bijeengebracht is. Het is zeer klassiek, allemaal, veel marmer; alleen maar topstukken. Een groot bronzen ruiterportret, in zee gevonden, de grote groen-bronzen buste uit Noord-Afrika, met schrikkerige ogen er nog in, enzovoorts. De zilverschat van Boscoreale, bijvoorbeeld, fijn en fraai en zeer nabij, in de zin dat ze over hun tweeduizendjarige geschiedenis heen een idee van dagelijks, levendig gebruik geven.

Ook leuk, en ook klassiek: Joséphine, in de tentoonstellingszalen van de Sénat, Jardin de Luxembourg. Het leven en vooral: het culturele imago van Joséphine de Beauharnais, Napoléons beroemde echtgenote, de Jackie Kennedy van haar tijd. Ze kwam van Martinique, werd door Napoléon graag ‘ma petite créole’ genoemd. Of ze ook ‘gekleurd’ was, dat verraden haar portretten niet. Joséphine en haar man begrepen dat cultuur – huizen, meubels, mode, juwelen, kunstwerken – van cruciaal belang was voor het vestigen van een nieuwe visie op Frankrijk, als keizerrijk, maar ook als erfgenaam van Griekse en Romeinse waarden. Het lijkt erop dat vooral Napoléon zelf daarin trendsetter was, maar zijn echtgenote was als weinig anderen in staat dat beeld ook breed uit te dragen. De vormentaal, de mengeling van exotische en historische motieven, de ingehouden, ‘republikeinse’ stilering, dat heeft allemaal grote invloed gehad in Europa, met een piepklein bijrolletje voor Joséphine’s dochter Hortense, de eerste koningin van Nederland. www.museeduluxembourg.fr

Ten slotte: Henri Cartier-Bresson, in Centre Pompidou. Een rijke overzichtstentoonstelling, waar je geleidelijk de hoofdpersoon zich ziet ontwikkelen van een bijfiguur – hij begon als schilder – tot een man die opeens begrijpt hoe hij zijn fotografie moet positioneren tussen het artistieke en het journalistieke. Mij lijkt de reportage van de kroning van koning George VI in 1936 het kristallisatiepunt: langs de stoet stonden de Engelsen met spiegeltjes op stokjes en periscoopjes, maar om wat te zien stonden ze met hun rug naar de koning. Om iets goed te zien moet je juist naar iets anders kijken – zoiets moet C-B bedacht hebben.

(Koen Kleijn)

Muziek:

Triggerfinger

Ze waren de afgelopen jaren de heersers van het clubcircuit en de festivalweides, de drie mannen van Triggerfinger. Strak gestyled, maar zonder verlies van hun randje Vlaamse viezigheid. Hard, maar toegankelijk. Vuig, maar nooit zonder een groove. Het zat er aan te komen: ze zoeken het groter en hogerop. Dus komen ze in december niet naar Paradiso, maar naar de Heineken Music Hall. Kunnen ze gemakkelijk aan.

12 december 2014, voorverkoop is gisteren gestart op www.livenation.nl

Against Me!

Ze komen! De vier leden van Against Me!, makers van nog steeds ons favoriete album van dit jaar, Transgender Dysphoria Blues. Niet naar een dampende club helaas, maar op een gelukkig niet al te groot festival: Jera On Air, op 13 juni in Ysselsteyn. Wie wil bezwijken voor de charmes en zeggingskracht van Laura Jane Grace: haar akoestische optreden van een aantal weken geleden staat nu online:

Johnny Cash

De allerbeste reden om zaterdag naar Utrecht te rijden is het optreden van De Jeugd van Tegenwoordig, maar dat is uitverkocht. En Johnny Cash is ook al dood. Maar er is wel een band die hem kan spelen zoals niemand anders in Nederland dat kan, en dat zijn de Def Americans.

5 april, Tivoli De Helling, 20:30 uur.

(Loek Zonneveld)

Dood Paard speelt Botox Angels

Het toneel wordt beheerst, over-heerst mag je gerust stellen, door een enorm blauw bed. In de eerste tien minuten worden de voornaamste ingrediënten alvast met ons gedeeld: Cocky, Swift en Deedee, oftewel Manja (Topper), Ellen (Goemans) en Janneke (Remmers), vormen een trio-dames-commune. En daar zit qua seks en qua verdere gezamenlijkheid ondertussen enigszins (of liever: behoorlijk stevig) de klad in. Zij doden de tijd met spelletjes en interviews met zichzelf dan wel met de fictieve figuren die zij vorm geven. De tijd is het nú, hoewel het ‘zorgeloos vegeteren in de zachte heuvels van het vlees’ (de samenvatting door auteur Rob de Graaf) ook enkele nostalgische trekjes, scheurtjes en barstjes vertoont. Dat u het weet. Ik had het eerlijk gezegd na een kleine twintig minuten al bekeken. Dames-dada met een snufje Fluxus, een toefje rock-’n-roll en een friemeltje verwaaide avant-garde. Oftewel het type tieten-comedy dat al net zo strontvervelend is als de penis-monologen of de screwball-kluchten of welke mannelijke varianten er van dit veredelde meisje-tóóóneel ook mogen bestaan. Aan het eind werden alle vrouwen uit het publiek met een verse tulp het bed op gelokt om daar het slotapplaus van de mannen in de zaal in ontvangst te nemen. Voor het eerst sinds onheuglijke tijden was ik blij dat ik géén vrouw ben. Verder is Botox Angels vooral vrijetijdsvermaak voor de zorgeloze lenteavonden. Van mij mag het. Zolang ik er maar niet heen hoef. (Loek Zonneveld)

Botox Angels door Dood Paard, t/m 31 mei door het hele land, informatie: doodpaard.nlof doodpaard@doodpaard.nl, 020-4214990.

Het uur van de wolf

Reist de VPRO even niet zelf, dan kopen ze daar wel andermans avontuur. Wereldburgers zijn en bedienen ze immers. Toch is de vraag of na het Vlaamse Reizen Waes de kijker God niet juist op blote knieën dankt dat hij de Lage Landen niet uit hoeft. Tom Waes bezoekt in zijn reeks ‘acht niet-evidente vakantiebestemmingen’ – eufemisme voor plaatsen die bar afgelegen (Pitcairn), volkenrechtelijk omstreden (Abchazië, Transnistrië) of gevaarlijk zijn (Zuid-Soedan). Serie en presentator wonnen Vlaamse tv-prijzen dus de eerste aflevering over Turkmenistan bekeken. Zelden zo hartelijk gelachen en me daarvoor behoorlijk geschaamd. Deze totalitaire staat zegt toerisme te willen maar maakt het Waes eerst nagenoeg onmogelijk te komen om het hem vervolgens bijna onmogelijk te maken te filmen. Op standbeelden, marmeren(!) flatgebouwen, de twee na hoogste vlaggenmast, het grootste reuzenrad en het grootste handgeknoopte tapijt ter wereld na. Meestentijds opgesloten in hotels en daarbuiten bewaakt door een buslading geheim agenten (die dat epitheton niet verdienen) lukt het niet ook maar één ‘gewone Turkmeen(se)’ te spreken in een hoofdstad die door een neutronenbom lijkt getroffen: alles intact, nergens mensen. De geënsceneerde bezoekjes; de geboden, verboden en leugens van begeleiders zijn zo bizar dat je je in een te zwaar aangezette parodie op een dictatuur vol beroerde acteurs waant. Maar het is allemaal echt. Wat het tot lachfilm maakt is dat de Turkmeense televisie dit bezoek van Belgische gasten stapsgewijs vastlegt, waardoor documentairemaker Waes acteur in een tweede reportage wordt en ‘het volk van Turkmenistan’ toespreekt als een staatshoofd dat dol blijkt op Rembrandt en Vermeer. Tot hij in woede over eigen totale onvrijheid en dodelijke verveling in het Vlaams Turkmeense kijkers toevoegt hoe krankzinnig dit alles is. Wie geïnteresseerd is in Absurdistan bekijke de aflevering op Uitzending gemist. Verdere afleveringen: Reizen Waes, VPRO, vrijdags, Nederland 2, 21.20 uur. Literatuurliefhebbers kunnen voor Nobelprijswinnaar Derek Walcott naar Santa Lucia reizen. Poëzie is een eiland, een uitgebreid portret door Ida Does van de terughoudende Caribische dichter, in Het uur van de wolf, NTR, donderdag 10 april, Nederland 2, 23.00 uur.
(Walter van der Kooi)

Film:

Happily Ever After is een zogeheten ‘egodocument’ van de Kroatisch-Nederlandse filmmaakster Tatjana Božic. Met haar camera onderzoekt ze haar leven, specifiek hoe ze over de jaren heen faalt in haar relaties met een stuk of zes mannen. Het werk is mooi gemaakt: fijne muziek, snelle montage en een cameravoering zo gestileerd dat je vergeet dat het om beelden gaat die ‘toevallig’ tot stand zijn gekomen. De vorm creëert een melancholieke ondertoon die de bitterzoete liefde met zich meebrengt. Maar deze sfeer is verraderlijk. Aanvankelijk ga je daarin mee, vooral in de scènes waarin Tatjana ruziet met haar Nederlandse partner over zoiets kleins als wie het licht in de woonkamer uitdoet. Maar later blijkt er iets meer duister aan de hand te zijn, en dan krijgt de film een andere betekenis. De woordenwisselingen blijken niet zo grappig als gedacht. Tatjana en haar partner slaan elkaar, ze bespugen elkaar, ze lijken elkaar te haten. Door deze verandering van toon rijst de vraag: wat zegt Happily Ever After precies over de liefde? Het antwoord kon ik niet vinden. Dat ligt vermoedelijk verscholen ergens in het karakter van de hoofdpersoon. En daarover wordt weinig informatie gegeven. Dat kan ook niet anders in het geval van een ‘egodocument’. De blik is immers zo subjectief dat introspectie en eerlijkheid onmogelijk zijn. Aan het einde hunkerde ik ernaar dat iemand de camera, en de hele film, uit de handen van Tatjana had gepakt en op háár had gericht.

Nu te zien:

Momenteel draait er wel iedere week een nieuwe Nederlandse speelfilm, nu Lucia de B. van Paula van der Oest, over het waargebeurde verhaal van verpleegster Lucia de Berk die eerst veroordeeld werd wegens zeven moorden op patiënten in een ziekenhuis en daarna vrijgesproken werd. Ik heb de film nog niet gezien. Dat zal zeker gebeuren. Immers, de briljante Van der Oest (Black Butterflies, 2011) deed de regie, waarbij ze de beschikking had over Nederlands beste cameraman, Guido van Gennep.

Nu te zien:

Misschien een beetje vreemde double bill, maar in EYE kun je terecht voor Ida, een Poolse film over een non die dagen voor het afleggen van haar geloften ontdekt dat ze in werkelijkheid joods is, en Snowpiercer, een steampunk-sciencefictionfilm over de rauwheid van de menselijke natuur, vooral wanneer extreme omstandigheden (het einde van de wereld) zich voordoen. Beide films vallen het best in dat filmwalhalla aan de noordelijke oever van het IJ te bekijken: Ida vanwege de schitterende zwart-witfotografie in Academy-formaat als hommage aan de Deense meester van de transcendentale film, Carl Theodor Dreyer, en Snowpiercer omdat die denderende trein in het ijzige landschap pas tot zijn recht komt op een groot scherm in een zaal met uitstekend geluid.
(Gawie Keyser)

Beeld homepage:Bill Viola, Botox Angels Sanne Peper, beeld film Ida