STAN speelt JDX – a public enemy:

De toneelspelersgroep STAN uit Antwerpen bestaat een kwart eeuw en reist vanwege dit jubileum rond met een stuk dat ze ruim twee decennia geleden ook al eens speelde: Een vijand van het volk van Henrik Ibsen uit 1882. Het verhaal is overzichtelijk en heeft iets rechtlijnigs. Een huisarts (Stockman) ontdekt giftige microben in de geneeskrachtige bronnen waarop de economie van zijn kleine provinciestad draait. Zijn onthulling oogst aanvankelijk bewondering. Daarna afschuw. Vervolgens voelt opeens iedereen de zware jeuk aan de portemonnee. Waarna de klokkenluider wordt gehoond en bespuugd. Jolente de Keersmaeker, Sara De Roo en Damiaan De Schrijver nemen zo’n drie tot vier personages per toneelspeler voor hun rekening. Die personages bouwen ze op uit een complex van gebaren, mimiek en dictie waaruit de ruwe acteurs-ets van een herkenbaar mens wordt gecreëerd. De Schrijver tovert allerlei varianten van lucht-piano-spelen, enkele vliegensvlugge pirouettes en een handvol koddige dansjes uit zijn bagage om een ijverige en woedend ritselende raspoliticus te spelen. De Keersmaeker is zowel herkenbaar als een zorgelijke echtgenote van de protagonist, alsook als de eigengereide liberale politieke stokebrand. En De Roo creëert de dochter van Stockman uit een vlees geworden glimlach, terwijl haar krantenmagnaat weer pure slapstick is. Frank Vercruyssen staat tegenover hen als de antiheld Stockman, een mooie mix van ijdeltuiterige beteuternis en ijzereheinige koppigheid. Het gaat allemaal razendsnel. Het is stripverhaaltoneel van de beste soort. In een rap-van-de-tong-gesneden tekstbehandeling. Het is virtuoos toneel, zonder zich daarop te laten voorstaan. Pak uw agenda er even bij – want buiten Amsterdam, waar ze net vier avonden hebben gespeeld, zijn ze alleen nog in Haarlem te zien, Toneelschuur aldaar, op 9 en 10 mei

Televisie:

Tips op deze plek berusten op eigen waarneming. Van die regel wijk ik een keer af. Als Coen Verbraak (schrijvend journalist; winnaar van de Sonja Barend-prijs 2013 voor beste tv-interview; maker van zes reeksen Kijken in de ziel, van Van Kooten en De Bie sloegen weer toe en van Emile Roemer: tussen pieken en peilen) zich wijdt aan een portret van Martin Bril, vijf jaar al weer na diens dood, dan weet je dat je iets krijgt dat de moeite waard is. En als je het tableau de la troupe van vrienden, kennissen en collega’s van Bril ziet (van Van Weelden tot Spaan, van Enquist tot Van Beukering) dan weet je dat je niet veel dichter bij Bril kunt komen dan in deze collage, hoe moeilijk te doorgronden de man ook was en is. Een zeldzaam getalenteerd model geportretteerd door een groot portrettist. Martin Bril – Enfin. Maandag 21 april (Tweede Paasdag), Vara, Nederland 2, 21.30 uur.

Kunst:

De tentoonstelling De Krim, in het Allard Pierson Museum, Amsterdam, wordt opmerkelijk goed bezocht, mede dankzij de berichtgeving over het heikele vraagstuk naar wie de tentoongestelde objecten na afloop eigenlijk terug moeten – de musea op de Krim, of de Oekraïense overheid. Misschien zou de Griekse regering óók een claim moeten leggen – ’t waren Grieken, per slot van rekening, die daar tweeduizend jaar geleden zaten.

De relatie met Rusland werpt ook een klein schaduwtje over het tentoonstellingsprogramma van de Hermitage tot 2020, dat deze week bekend werd gemaakt. Dat omvat een drietal echt ‘Russische’ tentoonstellingen: serviezen van het keizerlijk hof, de relatie tussen tsaar Alexander, Napoleon en Joséphine de Beauharnais, en (jawel!) de erfenis van Skythen en Grieken uit het Zwarte-Zeegebied. Kunsthistorisch interessanter is een overzicht van de Spaanse schilderkunst – Velásquez, Murillo, Goya, El Greco, zelden in Nederland te zien – én een overzicht van Hollandse Meesters, inclusief een keuze uit de twintig Rembrandts die de Hermitage bezit. Dat laatste plan valt op omdat tien jaar geleden een herenakkoord werd gesloten met de ‘oude’ musea – lees: Ronald de Leeuw, toen directeur van het Rijksmuseum – dat de Hermitage hen (hem) niet op hun eigen erf zou beconcurreren, dat wil zeggen: géén Rembrandt-tentoonstelling. Kennelijk liggen de zaken onder Pijbes anders. Het Rijksmuseum en het Amsterdam Museum zullen zelfs een van de lege vleugels van de Hermitage gaan vullen met hun onhandige, en daardoor helaas veelal onzichtbare schuttersstukken.

Een cruciaal element in het leven van de Hermitage is bruikleenverkeer – ze heeft geen eigen collectie, en toont uitsluitend werk uit Petersburg – en daarvoor is altijd een beroep nodig op indemniteit: de bereidheid van de Staat der Nederlanden om zich garant te stellen voor de uitgeleende spullen. Dat moet, omdat die spullen anders voor krankzinnige bedragen verzekerd zouden moeten worden en de uitwisseling de facto onmogelijk zou worden. Dat soort cultureel verkeer is nou precies iets wat in de stekelige sanctieplannen makkelijk wordt bevroren.

Nog tot 11 mei: Heineken’s Amsterdam, een mooie tentoonstelling (met kekke animaties) in het Stadsarchief, Amsterdam. Nog tot 25 mei: Dan Graham in De Pont, Tilburg, en als u daar toch bent, loop dan door naar het TextielMuseum, voor Living Spaces: Honderd jaar textiel in het Nederlandse interieur, fraai ingericht door Studio Makkink-Bey (tot 11 mei).

Paaspop & Blood Red Shoes:

Hoeveel Nederlandse festivals er de afgelopen jaren ook bij zijn gekomen, hoe fraai ze ook zijn opgezet en hoe liederlijk hun namen ook (Where the Wild Things Are, Down The Rabbit Hole, Best Kept Secret), de officieuze opener van het festivalseizoen zal altijd wel het festival blijven met de meest heldere naam van alle festivals: Paaspop. Ooit begonnen als een dorpsfestival waar het bier met liters door de lucht vloog, inmiddels uitgegroeid tot het kleine broertje van Lowlands, dus inclusief goed vegetarisch eten en met ruimte voor theater. Het verschil: de vele harde acts op Paaspop (dit jaar onder meer de muzikale sloophamer Hatebreed) hebben een eigen podium en het gigantische aantal fietsen bij het festivalterrein verraadt dat Paaspop naast een driedaags festival met een indrukwekkend programma (dit jaar onder meer Blood Red Shoes, De Jeugd van Tegenwoordig en Triggerfinger) nog steeds óók een dorpsfestival is gebleven.
(18/19/20 april, Schijndel)

Wie niet van festivals houdt of Schijndel te ver vindt: een van de meest opwindende acts van Paaspop staat zondag in de oude zaal van de Melkweg: Blood Red Shoes. Een jongen, een meisje, een drumstel, een gitaar en een berg messcherpe nummers.
(20 april, 20 uur, Melkweg)

Film:

Darius Khondji kan als geen ander een stad fotograferen. In films als bijvoorbeeld The City of Lost Children (1993) van Jean-Pierre Jeunet en vooral in Se7en (1995) van David Fincher creëren de sepia-beelden van deze Iraans-Franse cameraman een sfeer van gevaar, verval en melancholie die uiteindelijk alle betekenis bepaalt. Dat is te meer het geval in The Immigrant van James Gray. In dit werk overheerst het visuele zo volledig dat verhaal en personage onherroepelijk op de achtergrond raken. Dat is niet helemaal de verdienste van Khondji, want voor de rest rommelt het behoorlijk in deze film. Marion Cottilard is Ewa, een jonge Poolse vrouw die in de jaren twintig samen met haar zuster op Ellis Island arriveert waar ze te horen krijgt dat ze allebei rechtsomkeert kunnen maken. Opkomst de ‘reddende engel’ Bruno (Joaquin Phoenix) die zegt vaudeville-producent te zijn, maar die in werkelijkheid kwetsbare vrouwen zoals Ewa voor eigen gewin in de prostitutie op Manhattan laat werken. Wanneer variété-artiest Orlando (Jeremy Renner, hopeloos verkeerd gecast) op het toneel verschijnt, gloort er hoop voor Ewa. Want de mogelijkheid van liefde en ontsnapping uit de klauwen van Bruno, weg van de gevaarlijke stad. Het verhaal slaat nergens op, maar wát een stad creëert Khondji met zijn lenzen en lampen: geen greintje direct licht, of het moet een schijnsel van een kaars zijn, een reflectie van een straatlantaarn of een flauw, grijs zonnetje op East River. De lambrisering in de appartementen waar de vrouwen van Bruno wonen en werken glimt in het constante halfduister, alsof het hout aan het zweten is. Zelden was een stad in de cinema zo kleurloos, zo vol gevaar, zo ontdaan van alle hoop. The Immigrant is Khondji’s film, en alleen om die reden een aanrader.
Te zien vanaf 17 april

Kanttekening bij Noah van Darren Aronofsky (zie verder De Groene Amsterdammer van deze week): een week nadat ik de film had gezien, blijft hij in mijn hoofd, vooral beelden van de aarde ‘woest en leeg’, bijna zoals het Verboden Gebied op de planeet waarop de astronauten in The Planet of the Apes (1968) neerstorten. En Tubal Cain, gespeeld door de magnifieke Ray Winstone, als een reïncarnatie van de apocalyptische tirannen Toecutter en Humungus uit respectievelijk Mad Max (1979) en The Road Warrior (1981). En die Noah zelf: hoe subversief is het wel niet om de held in je verhaal halverwege in een psychopaat te laten veranderen, zonder dat we ons aan iets of iemand, zeker geen ‘Schepper’, kunnen vastklampen om nog ergens een sprankje inspiratie vandaan te halen. Al met al een sublieme New Age-avonturenfilm, een werk dat wellicht in de toekomst om andere redenen dan ‘bijbelverhaal’ zal worden bekeken en besproken.
Nu te zien

Pompeii 3D? Ja, Pompeii 3D. Van Paul W.S. Anderson, een regisseur die met een reeks lamlendige films het object van haat is geworden onder de fanboys. Zal zijn wraak zoet zijn met deze rampenfilm uit de klassieke Oudheid? De affiche belooft in ieder geval weinig goeds, om niet te zeggen veel hilariteit: twee geliefden kussen elkaar op bijzonder erotische wijze met op de achtergrond een Vesuvius die geen lava spuwt, maar iets wat lijkt op vuurwerk tijdens oud en nieuw. Doe je dat? Als het gedonder met vuur en as eenmaal een feit is? Toegegeven, je gaat je geliefde innig omhelzen. Lijkt me. Maar tongzoenen als deze twee figuren op de affiche van Pompeii 3D? Ik weet het niet, dit lijkt me meer Up Pompeii!, de tv-serie uit de jaren zeventig met Frankie Howerd, dan Pompeii, Robert Harris’ uitstekende roman uit 2003. Maar ik ga wel snel kijken. Immers, het is Pompeii…
Te zien vanaf 17 april


Beeld: Anoniem, Frankrijk (?), naar Gioacchino Serangeli, Napoleon en Alexander I gaan uit elkaar in Tilsit, Olieverf op doek © State Hermitage Museum, St Petersburg, Stan- Tim Wouters (2014), Living Spaces: Honderd jaar textiel in het Nederlandse interieur,