Kunst – Koen Kleijn

Het is eindexamentijd op de Academies. De Graduation Show van de Gerrit Rietveld Academie is van 2 tot en met 6 juli; de Koninklijke Academie Den Haag maakt er een compleet Graduation Festival van, tussen 12 en 17 juli (graduationfestival.kabk.nl). Ik was betrokken bij de examens van de afdeling fotografie van de Rietveld, en wijs met gepaste bescheidenheid in het veld van de afgestudeerden op de fascinerende (lange) film A Wandering Jew van Sonia Kazovsky, een documentaire over haar ingewikkeld samengestelde familie in Israël, Rusland en de Verenigde Staten en de onzichtbare, maar voelbare ‘dramatische lijnen’ binnen dat complex. Heel anders: de bijna constructivistische El Lissitzky-achtige werken van Konstantin Guz (konstantinguz.com) en de zeer intense zwart-wit-portretfotografie van Oreo Jung Min Cho (oreocho.com).

Een heel plezierige en goed verzorgde tentoonstelling is Van Picasso tot Sol LeWitt: Het kunstenaarsboek na 1950 in Museum Meermanno Huis van het Boek. In kort bestek een overzicht van de verschillende vormen daarvan, van het negentiende-eeuwse ‘livre de peintre’, met krachtige combinaties van tekst en kunstwerk, bijvoorbeeld door Pablo Picasso en Matisse, tot de boeken waar de kunstenaar de regie compleet in handen neemt; de echte bloei daarvan komt na 1950 met Dieter Roth en Ed Ruscha als voortrekkers. Van een aantal kunstenaars worden ook andere kunstwerken getoond; met name de werken van Sol LeWitt springen in het oog. Verder onder anderen Ellsworth Kelly, James Turrell, Richard Tuttle, James Lee Byars, Damien Hirst, David Shrigley en Gerhard Richte. meermanno.nl

Film – Gawie Keyser

De Indonesische film The Raid 2: Berendal is misschien wel het meest gewelddadige cinematografische werk ooit. Zo valt te lezen in publicaties in het buitenland waar Gareth Evans’ vervolg op zijn film uit 2012 al een geruime tijd te zien is. Die constatering kan kloppen. Ik kan me geen film voor de geest halen waarin het vechten, doden en verminken zo constant en gratuit in beeld komen. Tegelijkertijd ligt het plezier van het kijken juist in al die ritualistische martial-arts-knokpartijen die als een mantra op je inwerken.

Plot is er nauwelijks, en die is ook eigenlijk irrelevant. Want overbekend: een agent, Rama, gaat undercover om corrupte agenten die steekpenningen van gangsters aannemen te ontmaskeren. Hiertoe gaat Rama de gevangenis in waar hij het vertrouwen van Uco, de zoon van een gangsterbaas, moet winnen. Uco blijkt erop te azen zijn vader te vervangen. Om dat te bereiken smeedt hij een complot met rivaliserende gangsters. In zijn nieuwe leven als ‘schurk’ komt Rama voor allerlei dilemma’s te staan, onder meer de vraag wat hij moet doen wanneer hij het tijdens dat vechten tegen collega’s moet opnemen.

Dit alles is eerder vertoond, onder meer in de Hongkongse cinema van de jaren tachtig en negentig toen John Woo, Andy Lau en Johnny To aan de lopende band films met soortgelijke verhalen maakten. In de enscenering van het vechten overtreft Evans evenwel deze grootmeesters van de Aziatische bullet ballets of heroic bloodshed waarvan de invloed later evident werd in bijvoorbeeld het werk van de gebroeders Wachowski met de Matrix-films.

De magie van Evans, die oorspronkelijk uit Wales komt en al jaren in Indonesië werkt, ligt in het camerawerk. De acrobatiek van de acteurs is niet gestileerd zoals bij Woo of bij de Wachowski’s. Eerder overheerst een combinatie van het fysieke en het lyrische in het verbeelden van de frenetieke lichaamsbeweging van Evans’ personages. Je voelt haast de pijn die een schop of een slag veroorzaakt, om nog maar te zwijgen van de schade die allerlei attributen de vijandige lichamen toebrengen, van hamers tot honkbalknuppels. Dat laatste: in twee of drie fabuleuze scènes zaait een vreemd meisje (kort rokje, grote, zwarte zonnebril) met hamers in beide handen samen met haar vriendje (capuchon, jeans laag op de heupen), die een metalen knuppel bij zich heeft, op onbeschrijflijke wijze verwoesting onder hun tegenstanders.

Het is moeilijk het verontrustende plezier te duiden dat het kijken naar dit alles met zich meebrengt. Misschien heeft het er iets mee te maken dat je meegaat in de chaos, in die zin dat de ervaring van de personages door Evans’ camera ergens in de hersenen wordt gedupliceerd. Een hypnotische kijkervaring is het gevolg: je maakt iets abnormaals mee, iets zoals de opwinding van het vechten als bevestiging van het lichamelijke. Zo komt er meer vergelijkingsmateriaal in het spel, niet in de laatste plaats David Finchers Fight Club (1999). Tyler Durden, ja. Die snapt het als hij vraagt: ‘Hoe goed ken je jezelf als je nog nooit hebt gevochten?’

Te zien vanaf 3 juli

Televisie – Walter van der Kooi

Amerikaansheid en ontelbare werkuren in_ My America _ –VPRO, vrijdags Nederland 3, 21.25 uur.

Michiel Vos lijkt de ideale, getalenteerde schoonzoon. Alleen Nancy Pelosi weet of hij dat is. Voor de Europeaan die een journalistieke carrière in de VS ambieert, zoals Vos, lijkt zij de ideale schoonmoeder. Er zullen legio deuren opengaan die voor nieuwkomers uit Afrika, Azië en Midden-Amerika gesloten blijven. Dat is al in de openingsshots van zijn voor Canvas gemaakte documentairereeks My America te zien. Op de dag van zijn inburgeringstest vraagt een vrouwenstem vanachter haar camera aan Obama: ‘Mister President, mag ik even? Dit is uw nieuwste citizen.’ Hij stopt, ziet wie hem aanspreekt (moeder of dochter Pelosi, I presume), glimlacht, legt met ongeëvenaarde charme zijn arm op Vos’ schouder en begint diens net gezworen eed op de vlag te zeggen. In beurtzang maken president en verse Amerikaan hem af. Gouden beelden uit het familiearchief zonder twijfel. Maar de Afghaanse dakdekker en Pakistaanse straatverkoper zoekt Vos wel degelijk op in die eerste aflevering. Om hen naar hun Amerikaansheid en ontelbare werkuren te vragen, hun verwachtingen en strategie. Die is uiteraard anders dan voor wie met een gouden lepel in de mond is geboren. Dus moet hij langs bij bekendere immigranten zoals filmregisseur Phil Kaufman van onder veel meer The Unbearable LIghtness (die zijn oom blijkt te zijn!), Henry Kissinger (die met zelfspot erkent dat zijn broer geen vet Duits accent heeft omdat die de ‘luisterende Kissinger’ is), Paul Verhoeven en Gene Simmons (frontman van KISS). Het gaat over de verschillen tussen Amerikaanse en Europese werkelijkheid en mentaliteit; over de Amerikaanse droom, die volgens Simmons juist American Reality moet heten; over de voorwaarden om Amerikaan te kunnen worden (assimilatie, jezelf opnieuw uitvinden, niet de Europeaan uithangen). Opzienbarend is het misschien niet, maar aardig is het zeker. Al ga me ik bij het kijken naar deze al behoorlijk veramerikaniseerde Hollander, die ook nog is toegetreden is tot de wel degelijk bestaande Amerikaanse adel, Europeser en Europeser voelen. Verdere afleveringen gaan onder meer over het nationalistisch Amerika van ‘de eed op de vlag’; over de donaties waarop het politieke systeem berust; en over het opstaan na een diepe val in religieus of politiek Amerika. Er wordt daar veel vergeven aan wie de Here zei te dienen, ten val kwam door hebzucht, onkuisheid of onmatigheid, maar daarna boete doet.

_ Kijken met Oranjehart naar Simone Lamsma _ – zondag Nederland 2, 13.00 uur.

Na Olof en Krebbers kregen we Vera Beths en Emmy Verhey. Toen Isabelle van Keulen. Daarna Janine Jansen en Lisa Ferschtman. En recenter Rosanne Philippens. Jaap van Zweden hoort er natuurlijk tussen, maar die stapte over naar het maestroschap. Hij is bewonderaar en promotor van weer een nieuw groot talent: Simone Lamsma. Bekend in muziekkringen maar daarbuiten niet. Zondag brengt NTR Podium een portret van haar, waarin ze optreedt met Van Zweden en teruggaat naar Engeland, waar ze vanaf haar elfde is opgeleid aan de Yehudi Menuhin School. Dit gaat dus over viool. In de kunst is chauvinisme minder gevaarlijk maar nog absurder dan in sport. Toch maar kijken met Oranjehart, de middag na de kraker Nederland-Costa Rica.

Toneel – Loek Zonneveld

Naar Moskou en weer terug! Tsjechov – t/m 21 september

Een van de aardige kanten van zomertoneel is dat

schrijvers die een schouwburgdrempel aan hun kont

hebben hangen voor argeloze wandelaars en niets

vermoedende dagjesmensen worden ontsloten.

Zo ook in Naar Moskou …! Vrij naar Tsjechov

gezien: 28 juni

Tsjechovs Drie zusters kent binnenvetters en indringers. De binnenvetters zijn natuurlijk in de eerste plaats de zusjes Prozorow en hun ooit creatieve broer. De buitenstaanders, dat zijn voornamelijk militairen en types van adel, onder hen een aantal kneuzen en notoire griezels. De bewerking die regisseur Mart-Jan Zegers voor ’t Woud Ensemble heeft gemaakt heet – weinig verrassend maar wel slim – Naar Moskou …! Er lopen twee binnenvetters in rond en twee binnendringende buitenstaanders. Van de zusjes rest er hier maar eentje, Olga (Margien van Doesen), de schoolfrik van 28 lentes. Zij wordt verliefd op de buitenstaander Versjinin (Flip Filz), in het origineel een luitenant-kolonel, hier een geneesheer-directeur – ook slim trouwens, loopt er tenminste een dokter rond in deze Tsjechov. En dokters zijn in Tsjechov goud waard. De bewerker geeft deze Versjinin (net als zijn origineel is hij een ongelooflijke ouwehoer) een plotlijntje mee uit Oom Wanja , een casus van medisch falen, waardoor hij een reden heeft om zwaar op de hand en heftig aan de drank te zijn.

Tegenover de melancholische Olga staat de bazige indringster Natascha (Heike Wisse), die zich bij de familie Prozorow naar binnen wringt, daar eerst een erfgenaam baart (Bobik, we zien hem niet maar krijgen alles over hem te horen) en die vervolgens het roer overneemt. En dan is er nog de broer, Andrej (Olaf Malmberg), de belofte van de familie, de Messias die iedereen uit dit bedompte provincienest naar het Beloofde Land van Moskou zal voeren. Quod non. De arme jongen zit onder de plak bij Natascha en werkt voor Protopopow, een soort burgemeester die regelmatig in het geniep zijn vrouw bespringt. Dit treurige kwartet wordt mooi bij elkaar gehouden door zorgvuldig en leep gesprokkelde dialogen en oneliners van Anton Tsjechov. En het blijft een zegen om die regels aan elkaar geregen te horen, ook al is de samenhang hier een andere. Van Doesen doseert Olga’s melancholische verlangen naar een andere werkelijkheid zorgvuldig. Wisse begint haar Natascha te aquarelleren in lichte zomertinten om al vrij snel in winterse bitsigheid te eindigen. Filz paart een stijlvolle tekstbehandeling aan een paar staaltjes heerlijke dronkemansslapstick. En Olaf Malmberg schetst Andrej als de realist en de stoïcijn die Tsjechov van hem heeft gemaakt. Een zelfportret van de auteur dus eigenlijk. Het geheel biedt mooie, verzorgde weemoed voor de zomerse landgoederen waar ’t Woud Ensemble jaarlijks thuis is.

Popmuziek – Leon Verdonschot

_ Beschaving –_ zaterdag 5 juli hele dag, Botanische tuin Utrecht

Het was een van de eerste festivals dat zich positioneerde als het kleine broertje van Lowlands: Festival De Beschaving in Utrecht. Het begin was moeizaam, ook vanwege de locatie, bij unheimisch niemandsland Leidsche Rijn. Maar de huidige locatie, de Botanische tuinen in Utrecht, is prachtig, en het programma ziet er ook goed uit, met onder meer de fluisterfolk van I Am Oak, een belangrijk deel van de huidige top van het Nederlands livecircuit (zalenvuller Blaudzun, wonderkind Jett Rebel en festivallieveling Chef’Special), de mooie luisterliedjes van Eefje de Visser en de Vlaamse superster Novastar.

_ Park City Live _ – zaterdag 5 en zondag 6 juli vanaf 13 uur, Park Bekkerveld, Heerlen.

Wie het liever tweehonderd kilometer zuidelijker zoekt: in Heerlen is dezelfde dag, en ook op zondag, het Park City Live-festival. Hier staat grofweg het andere deel van de huidige top van het Nederlands livecircuit (dus The Kik, Kensington, De Staat, The Opposites, Racoon en dezelfde Blaudzun als op De Beschaving), maar ook de meest populaire feestband van dit moment: de Memphis Maniacs, die het live uitvoeren van mash ups (combinaties van bestaande nummers) tot de hoogste kunst hebben verheven. Wat Park City Live onderscheidt van De Beschaving is dat ook de grote namen die al veel langer meedraaien hier staan: Rowwen Heze en de Golden Earring. Wat beide festivals gemeen hebben naast Blaudzun: Nederland-Costa Rica is live te volgen op grote schermen. Want iedere festivalorganisator weet: voetbal wint altijd.