Televisie - Walter van der Kooi
Bloed, zweet en concerten - 4 en 11 augustus, Nederland 2, 22.45 uur

Mariss Jansons vraagt bij begin van de repetitie voor de Derde Symfonie van Mahler aan de ‘toneelmeester’ van het Concertgebouw of de tuba’s een beetje verplaatst kunnen. Nee zegt die, ‘daar komt de camera die op u gericht is’. Iedereen lacht behalve Jansons en prompt sterft het lachen weg als bij een klas die merkt dat de gerespecteerde meester not amused is. Geen gevoel voor humor, denk ik. Maar Jansons blijkt boos noch verdrietig: hij vindt gewoon dat tuba’s en slagwerk niet goed staan opgesteld en denkt geconcentreerd aan een oplossing. Het is een detail, maar juist daarin is hij meester. Perfect voorbereid is hij, zeggen orkestleden, de enige dirigent die nog nooit een minuut tijd verspild heeft. En ‘die meer weet dan wij allemaal bij elkaar’. En dat vinden ze heerlijk. Zoals ze het ook heerlijk vinden dat hij iedereen het gevoel geeft juist haar of hem aan te kijken, wat logischerwijs onmogelijk is. Charisma ja, maar zonder ijdelheid. Zijn kennis is gigantisch, zijn dienende trouw aan de componist ook. En toch blijkt hij rekkelijk wanneer nodig. Bij een gelijktijdig diminuendo van de vier piccolo’s dreigt het wegsterven, ook bij deze topmuzikanten, door afnemende blaaskracht licht vals te gaan klinken. Jansons verzint een list: steeds een piccolo minder en het afnemen is perfect, met grotere kans op behoud van zuiverheid. Satanisch lachend wijst hij erop dat de laatst overgeblevene als enige verantwoordelijk is voor de klank: het hele orkest zal over betrokkene heen vallen als het niet volmaakt zuiver is. Iedereen lacht, ook de piccolo’s. Wel gevoel voor humor dus. Een violiste vertelt hoe een orkestdelegatie buiten de directie om in 2004 naar de dirigentenkamer ging om gastdirigent Jansons ervan te overtuigen dat het orkest alleen maar hem wilde als vaste chef: ‘Hij dirigeert óns, niet het kantoor’, zegt ze, verradend dat orkest en directie niet per se dezelfde belangen en opvattingen hebben.
Het was allemaal maandag te zien in Avro’s Bloed, zweet en concerten, eerste aflevering van een tweede reeks korte programma’s (iets minder dan documentaire, iets meer dan reportage) over het KCO. Meteen erna was de registratie van Mahler 3 te horen en zien. Allebei nog op Uitzending Gemist. Volgen nog twee afleveringen over respectievelijk ‘strijken’ en ‘blazen’ op maandagen 4 en 11 augustus, Nederland 2, 22.45 uur. Op 4 augustus gevolgd door uitvoering van de Vier jaargetijden van Vivaldi en die van Piazzola. Op 11 augustus door Ein Heldenleben van Richard Strauss (in 1898 opgedragen aan Willem Mengelberg en het orkest!). Jammer van dat pompeuze ‘bloed’ in de programmatitel; jammer van dat eeuwige ‘Koninklijke’ voor de onovertroffen merknaam die Concertgebouworkest van zichzelf al was en is. Maar wereldtop gratis thuisbezorgd, dat is echt niet te versmaden.
Toneel - Loek Zonneveld
The Normal Heart - 2 t/m 10 augustus in het DeLaMar Theater, vanaf 16 september op tournee

Het is ruim dertig jaar geleden dat de ‘flikkerpest’ aids uitbrak en bijna net zoveel jaren terug, in 1985, werd over die uitbraak het toneelstuk The Normal Heart geschreven door Larry Kramer. Dat stuk is vorig jaar in Nederland aan een tweede leven begonnen en dat is zo goed bevallen dat er nu, onder de paraplu van ‘Kemna Theater’ en opnieuw in de regie van Job Gosschalk, een reprise en een tournee komt.
We beleven in het stuk de uitbraak van aids via de verbijsterde blik van een gedeeltelijk verzonnen antiheld, ene Ned Weeks en zijn actievoerders van het eerste uur. En door de ogen van de arts Emma Brookner, die de eerste slachtoffers in haar spreekkamer krijgt. Kramers toneelstuk viel destijds in kringen van de Gay Liberation-beweging glad verkeerd. Zij werden immers rechtstreeks aangesproken op hun fixatie op seksuele vrijheid. Arts Emma Brookner formuleert het kernprobleem in het stuk zeer bondig: ‘Huur een pornofilm, gebruik je handen en hou op met dat onverantwoord rondneuken.’ Dat waren ongemakkelijke teksten in de tijd waarin de ‘roze zaterdagen’ werden uitgevonden. Dat ongemak maakt als briljante retorica ruimschoots deel uit van de voorstelling The Normal Heart. Die in de kern gaat over de hoge prijs van het verzwijgen, over de dubbele moraal van een vrije samenleving waarin alles mag, zolang je het maar niet bij de naam noemt. Larry Kramers argumentatie gaat in de kern over het wegkijken, waarin de Amerikaanse autoriteiten meesters waren en nog altijd zijn.
De voorstelling is effectief en goed gemaakt documentair theater met gedoseerde humor in voorbeeldige dialogen. Gosschalk heeft de eenvoud gezocht en daar een team van sterke spelers bij gevonden. Waaronder een op de rand van pathos argumenterende Frederik Brom als Ned Weeks, Freek Bartels als de journalist die almaar niet mee wil vechten en uiteindelijk zelf wordt geveld en Jelle de Jong, die demonstreert hoe gek je kunt worden van de waarheid als niemand die onder ogen wil zien. Sterke voorstelling! thenormalheart.nl
Popmuziek - Leon Verdonschot
Poptekst als spoken word

Zijn nieuwe album, vorige week besproken inDe Groene, is zijn beste in minstens tien jaar. Maar zelfs voor wie niet houdt van de muziek van Morrissey zijn de twee videovoorproefjes van het album de moeite waard. Vanwege Morrisseys vlijmscherpe teksten, zijn voordracht (licht ironisch, en in zijn presentatie every inch a gentleman) en de vervreemdende werking van het voordragen van een poptekst als spoken word.
Ook vanwege het in deze omgeving nog pregnantere militante dierenrechtenactivisme van [The Bullfighter Dies](youtube.com/watch?v=lI0pLsemLy4).
En de aanwezigheid van Pamela Anderson als muze in Earth Is The Loneliest Planet:
Bulldozer Down - 5 augustus, Melkweg, Amsterdam, 19.30 uur, 6 augustus, Nieuwe Pul, Uden, 19.30 uur
Phil Anselmo was vroeger de zanger van metalband Pantera. Of nou ja, zánger: in Pantera brulde hij, iets waar hij overigens erg goed in was. Maar in zijn band Down zingt hij, en dat kan hij nog beter. Gecombineerd met zijn zeer intense podiumpresentatie (aan Anselmo is simpelweg álles intens) en de loodzware grooves van zijn ritmesectie is Down live een bulldozer. Een indruk daarvan:
Film – Gawie Keyser
Sepideh-met-de-telescoop - te zien vanaf 31 juli
In de cinema grijpen jonge vrouwen de macht in islamitische landen, eerst Wadjda-met-de-fiets die de gevestigde orde in Saoedi-Arabië op haar kop zet, en nu Sepideh-met-de-telescoop die in Iran alles wat conservatief is ondermijnt. En de mannen kunnen dat niet verkroppen. ‘Ik vermoord je nog’, zegt de oom van Sepideh als zij hem vertelt dat ze ’s nachts met haar vrienden van de astronomie-club het veld in gaat om naar de sterren te gaan kijken.
In een pijnlijke scène in de documentaire Sepideh: Reaching for the Stars vertelt de hoofdpersoon, een jonge vrouw van een jaar of zestien, over haar liefde voor de wetenschap, specifiek voor de astronomie, terwijl haar moeder en oom luisteren. De reactie van de oom is veelzeggend. Zijn dreigement illustreert zijn machteloosheid; hij is even als zijn nichtje een gevangene van strenge geloofsregels. Maar in werkelijkheid heeft Sepideh de macht: waarom kan ze niet naar de sterren kijken, dat is toch iets doodnormaals? Het gesprek zet de toon voor de rest van de film. De jonge vrouw heeft torenhoge ambities. De wereld waarin ze leeft is te klein voor haar. Deze zucht naar vrijheid werkt als gif in op een maatschappij waarin machtige mannen lachwekkend overkomen wanneer ze proberen de jonge vrouw met de telescoop onder de duim te houden. De film doet denken aan het prachtige Wadjda (2013), over een meisje van tien dat ervan droomt een fiets te hebben en zich zo steeds sterker bewust wordt van haar hunkering naar vrijheid. Met deze film maakt regisseur Haifa Al-Mansour furore. Zij werd de eerste vrouwelijke regisseur uit Saoedi-Arabië die een lange speelfilm maakte. Sepideh past hier mooi bij. Regisseur Berit Madsen, een antropoloog van Deense afkomst, draaide haar documentaire alsof het een speelfilm is.
Dat werkt grotendeels heel goed, hoewel sommige scènes te opzichtig ‘gespeeld’ zijn, bijvoorbeeld die waarin Sepideh contact legt met haar grote voorbeeld, de Iraanse astronaut Anousheh Ansari. Desondanks biedt Sepideh een fascinerend inkijkje in een wereld waar sommigen iedere dag moeten strijden voor hun vrijheid, terwijl anderen zich niet lijken te realiseren dat zo’n strijd essentieel is voor hun menselijkheid.
Superdrugs in Lucy - te zien vanaf 31 juli
Luc Besson maakte eind jaren tachtig en begin jaren negentig een aantal films waarover de meningen uiteen lopen. De een vindt bijvoorbeeld de onderwaterfilm Le grande bleu en de gangsterfilms Nikita en Leon meesterwerken, terwijl de ander gruwt van wat men ziet als een mix van kitsch en een overdaad aan geweld. De reacties zullen al niet anders zijn wanneer zijn nieuwste, Lucy, in première gaat. Het verhaal valt nauwelijks na te vertellen (en ik heb de film nog niet gezien), maar gaat min of meer om een jonge vrouw, gespeeld door Scarlett Johansson, die bij een louche drugsdeal betrokken raakt en vervolgens door een of andere chemisch proces in de hersenen, veroorzaak door superdrugs, ertoe in staat is door de tijd te reizen. Gezien Bessons oeuvre is Lucy interessant. Het werk lijkt een terugkeer naar eerdere films waarin het visuele overheerst, terwijl de personages (free divers, sluipmoordenaars) gevangen zitten in existentiële crises. Kitsch of kunst? Dat is de vraag bij Luc Besson.
Kunst – Roos van der Lint
ZomerExpo & zeggingskrach** t** – t/m 31 augustus in het Gemeentemuseum Den Haag

In navolging van de befaamde Summer Exhibition, die al 245 zomers in de Royal Academy in Londen wordt gehouden, dongen dit jaar 1745 (amateur)kunstenaars mee naar een plekje in het Haags Gemeentemuseum, waar de ZomerExpo voor de vierde keer wordt georganiseerd. De open inschrijving resulteerde in lange rijen op de auditiedagen, waar een film bij de entree van de expositie een kleurrijke impressie van biedt. Anoniem en zonder toelichting werden de in totaal drieduizend kunstwerken door witte handschoentjes aan een jury getoond. Niets interpretatie, zeggingskracht gold als enige vereiste.
Als thema van het jaar werd ‘Licht’ gekozen, maar had net zo goed ‘Bomen’ of ‘Lucht’ geweest kunnen zijn. Of ‘Water’. Een groot deel van de 248 geselecteerde kunstwerken zoekt op deze plekken naar de ultieme manifestatie van het licht, een enkeling lijkt in de bijdehante betekenis van niet-zwaar te zijn gedoken.
En op een enkele rip-off en het onvermijdelijke witte doek na levert dat een hoogst originele tentoonstelling op met de zeldzame mogelijkheid om werk (dat in het Gemeentemuseum hing!) aan te schaffen. De aanwezigheid van prijzen op de bordjes naast de werken stimuleert wel speculaties over de ‘professionaliteit’ van de maker. Een foto voor driehonderd euro, een schilderij voor vijfduizend, wie is hier de prof en wie de amateur? ‘The difference between an amateur and professional artist is interesting’, zei kunstenaar Grayson Perry. ‘A professional is someone who got lucky and found an audience willing to pay for their work.’