Toneel – Loek Zonneveld

De ontdekking van de hemel, 30 oktober t/m 2 november

De van oorsprong Vlaamse regisseur Ignace Cornelissen heeft het aangedurfd om Harry Mulisch’ grote roman De ontdekking van de hemel op het toneel te zetten. Hij schrapte het (com)plot in de hemel, waar engelen de opdracht krijgen een nieuwe Messias te creëren. In plaats daarvan waagde hij de voor de hand liggende maar riskante zet om een look-alike van de schrijver zelf (Genio de Groot – nomen est omen) het toneel op te sturen, die met name in de tweede helft van de voorstelling de manipulaties van hogerhand als een soort meester-poppenspeler ter hand neemt. Daardoor komt het hoofdaccent van de voorstelling te liggen waar ook de kern van de vertelling in de roman ligt: de intense vriendschap tussen de deskundige in dode talen Onno Quist (Waldemar Torenstra) en de zoon van een joodse moeder en een pro-Duitse, in de oorlog nogal foute vader, de astronoom Max Delius (Sieger Sloot).

De uitbundigheid waarmee die vriendschap wordt getoond, vol vonkend taalplezier in de dialogen, is dé grote attractie van de avond. Torenstra en Sloot hebben er vanaf het eerste moment enorme zin in, trappen steeds tijdig op hun eigen en op elkaars rem, maken woorden- en zinnen-muziek van de vertelling en vormen zo het kloppend hart van de avond.

Tegenover dit duo staan twee vrouwen. Lidewij Mahler speelt met een serene kalmte de celliste Ada Brons, de dubbel bevruchte moeder van de toekomstige Messias. Ze speelt ook nog eens prachtig cello (muziek: Harry de Wit). En wanneer ze door een van de talloze ongelukken in het verhaal definitief buiten bewustzijn is geraakt, vergroeit ze als het ware met haar instrument. En zorgt voor een kleine orkaan als haar zoon (de via een keizersnede verloste Quinten) vraagt om haar comateuze oogleden even open te maken – geweldige scène. Lieneke Le Roux is de in het tweede deel van de voorstelling uitbundig ingekleurde tegenpool van het personage Brons, haar moeder Sophie, sterk aangezet, mooie uithalen. De jonge Marijn Claes, toneelschoolstagiair nog, speelt de toekomstige verlosser Quinten Quist ingetogen goed.

En dan de grote manipulator Mulisch, toneelspeler Genio de Groot. In de dagbladrecensies wordt hij cabaretesk genoemd, karikaturaal ook. Niks van gemerkt. Ik vind het wel jammer dat hij op een zo laat moment de vertelling in wandelt. Hij wordt daardoor de vertegenwoordiger van zo’n beetje alles wat bewerker/regisseur Ignace Cornelissen heeft geschrapt en wat in de laatste drie kwartier een tikje geforceerd nog ‘even’ de vertelling in moet worden gefrommeld. Maar goed, dat heb je als toeschouwer voor lief te nemen, zijnde een bijproduct van de keuzes in de bewerking. Je kunt op het toneel per slot niet alles hebben uit een pil van negenhonderd pagina’s.

Televisie – Walter van der Kooi

Andere tijden, donderdags, NPO 2, 21.20 uur

Andere tijden van NTR en VPRO behoort tot de kern van wat publieke televisie behoort te doen. Tot de komst van die rubriek in 1999 (met dank aan Ad van Liempt) was ‘geschiedenis’ een ondergeschoven kindje. Inmiddels is er een gigantisch archief maar lijkt het een zo vanzelfsprekende verworvenheid dat die te weinig naar waarde lijkt te worden geschat. De kwaliteit van afleveringen is uiteraard uiteenlopend maar het gemiddelde ligt hoog. Opvallend is de actualiteit die wordt nagestreefd. Donderdag 30 oktober bijvoorbeeld verschijnt het eindrapport van de parlementaire enquête Woningbouwcorporaties. Die avond brengt Ander tijden Vestia’s voorgangers, waarin het Enschedese Eigen Haard onder de loep wordt genomen, een corporatie ‘die al vroeg uit de bocht vloog’. Op 6 november Ebola: De jacht op een dodelijk virus over de eerste uitbraak in 1976 rond een Belgische missiepost in Congo. En 13 november, aan de vooravond van de intocht van Sinterklaas in Gouda, komt Andere tijden met Witte Sjors en zwarte Sjimmie. Het stripfiguurtje Sjimmie evolueerde van ‘een krompratend negertje’ tot ‘coole hipster’ en tekenaar Jan Kruis had daar een aandeel in.

Het filosofisch kwintet, NPO 1, de nacht van vrijdag 31 oktober op zaterdag 1 november, 00.05 uur

De Groene noemt Le capital au XXIe siecle van Thomas Piketty ‘het grote afzetpunt in het publieke debat’ en overal galmt de echo van man, boek en ideeën. Bij het verschijnen van de Nederlandse vertaling komt HUMAN met een extra editie van de reeks ‘Het filosofisch kwintet’. Clairy Polak en Ad Verbrugge leiden een gesprek over de toenemende ongelijkheid tussen arm en rijk en over de waarde van economie als wetenschap. Met Bas van Bavel, hoogleraar transities van economie en samenleving; Ingrid Robeyns, hoogleraar ethiek en instituties; Robin Fransman, politicoloog en publicist.

Duivelse dilemma’s, Vrijdagen, NPO 2, 22.58 uur

Voor de vierde keer brengt HUMAN een dramareeks onder de noemer ‘Duivelse dilemma’s’. Het single play of enkelvoudig spel staat onder druk doordat omroepen steeds vaker kiezen voor de klantenbindende dramaserie. De redding van het genre ligt in reeksen op zichzelf staande tv-spelen die onder één noemer worden gepresenteerd: One Night Stand; Van God los; Nu of nooit! (voor kinderen). En ‘Duivelse dilemma’s’ dus – koepel voor spelen die de onmogelijke keuze tussen kwaad en kwaad als onderwerp hebben. Waarbij de kernvraag is: hoe kun je een goed mens blijven in extreme omstandigheden? Nee, dat laat geen lichtvoetigheid toe. Er zitten heel mooie tussen, zoals De hoer en het meisje van Martijn Maria Smits en Symbiose van Mijke de Jong en Jolein Laarman, waarvoor Elsie de Brauw recent nog een nominatie ‘beste actrice tv-drama’ kreeg.

Bijzonder dat een kleine zendgemachtigde volhardt in het maken van (dure) tv-spelen en die ook nog eens als aanzet tot debat gebruikt. Letterlijk, want de films gaan in de Amsterdamse Balie in première, omlijst door een gesproken essay en discussie. De eerste Balie-avond, op dinsdag 4 november, is gewijd aan De liefde van mijn leven van Boris Paval Conen, die vrijdag 7 november wordt uitgezonden. De noemer van dit jaar is ‘onmacht’. Hier die van een vrouw die in een liefdevol begonnen huwelijk steeds vaker mishandeld wordt. Weggaan of hem eruit schoppen is het eerste wat een mens makkelijk denkt, maar dat ligt psychologisch en praktisch ingewikkelder. Zoals ook in deze behoorlijk heftige film, waarin het ‘nu’ en het verleden dooreen gemonteerd een uitdagende puzzel opleveren. Bezoekers van De Balie krijgen een essay van Hans Boutellier, hoogleraar veiligheid en burgerschap, als in- of uitleiding.

Verdere uitzendingen in de reeks: De verloren zoon van Jaap van Heusden, over de schade die je je eigen kind kunt bezorgen door andermans probleemkind in huis te nemen (naar een verhaal van Flannery O’Connor) (14 november). En Geraakt van Sander Burger over dilemma’s rond kindermishandeling (21 november).

Kunst – Koen Kleijn

België, diverse tentoonstellingen

In M HKA, het museum voor hedendaagse kunst te Antwerpen, loopt het storm voor de tentoonstelling Panamarenko Universum (t/m 22 februari), een groot neergezet overzicht van diens vrolijke knutsel- en mecanowerk – neem de kinderen mee. Op de verdieping daarboven opende vorige week een wat serieuzere tentoonstelling van het werk van Olga Chernysheva, Keeping Sight (t/m 18 januari).

Chernysheva is vooraleerst fotografe, een ‘sociaal-realistische’ chroniqueur van het leven in Rusland sinds de val van het communisme, maar ze is geen journalist, en ook handelt ze niet uit leedvermaak over die malle, arme, dronken, suïcidale et cetera landgenoten. Haar foto’s van de Russische werkelijkheid zijn bepaald bevlogen, om niet te zeggen geïnspireerd. Ze fotografeerde bijvoorbeeld de beambten van de Moskouse metro die vanuit kleine glazen wachthuisjes de lange roltrappen in de gaten houden. Het zijn meestel barse dames in verfomfaaide uniformen, maar hun blik (zoals Chernysheva die vangt) is onwerkelijk: zij staren omhoog, langs de lange trappen, kijken naar alle reizigers doch naar geen enkele reiziger afzonderlijk. Terecht vergelijkt M HKA ze met ‘stichtersportretten’ in de oude Vlaamse schilderkunst, de beeltenissen van de man en vrouw die voor een altaarstuk betaalden en zich daarom naast de kruisiging (o.i.d.) afgebeeld zagen – devoot omhoog ziend. Chernysheva koppelde haar werk verder aan werk van Francis Alÿs, Hans Eijkelboom en Antoni Muntadas uit de vaste collectie.

Verderop in België, nu we daar toch zijn: in Gent mag je Berlinde de Bruyckere in SMAK niet missen, maar ook de moeite waard is de tweede tentoonstelling in het gebouw, Collection Study III: Art in Europe after 1968 (t/m 15 maart). De tentoonstelling is een herhaling in nieuwe vorm van een gelijknamige expositie uit 1980, toen van de hand van (jawel) Jan Hoet. Werken van toen van Hanne Darboven, Jannis Kounellis, Luciano Fabro and Art & Language worden opnieuw getoond, maar in samenhang met stukken uit de archieven.

Film – Gawie Keyser

20,000 Days on Earth, nu te zien

Bij Nick Cave kan er normaal gesproken geen lachje vanaf, maar wanneer er in 20,000 Days on Earth twee, drie keer een glimlach om die mondhoeken verschijnt, dan is het effect angstaanjagend. Want onnatuurlijk. Deze Australische singer-songwriter is als een vampier: een en al melancholie veroorzaakt door een leven lang geplaagd te zijn door de vloek van de herinnering. In zijn kenmerkende zwarte pak rijdt hij door de grijze, natte straten van zijn woonplaats Brighton, Engeland, op zoek naar inspiratie. Die vindt hij in zijn muziek, in het scheppen van nummers die het verleden levend moeten houden door verhalen te vertellen. Dit alles levert een prachtige, ongewone documentaire op.

De makers, Iain Forsyth en Jane Pollard, geven Cave alle ruimte om zijn eigen obsessies te onderzoeken. Hij vertelt hoe opwindend het was toen hij als kind van een brug in een rivier sprong, en hoe jammer hij het vindt dat zijn eigen kinderen dat soort dingen niet meemaken. Het gaat niet om opvoeding, maar om een soort omgaan met herinnering en verlies. Dit thema wint aan kracht wanneer Cave een archief bezoekt waar artefacten uit zijn leven en werk worden geconserveerd. Maar het hunkeren naar het onbereikbare verleden houdt ook een bedreiging in. Terwijl Cave in zijn auto rijdt, verschijnen naast hem om onverklaarbare redenen acteur Ray Winstone en later ook zangeres Kylie Minogue. Ze zijn als geesten met wie hij gesprekken voert over het sterrendom en het acteren en, met Minogue, over het maken van de hitsingle en clip Where the Wild Roses Grow (1995). Tekst uit de song: ‘ _As I kissed her goodbye, I said, “All beauty must die__ ”._ Later verdwijnen Winstone en Minogue, alsof ze er nooit echt waren .

A Wolf at the Door, vanaf nu te zien

A Wolf at the Door van de Braziliaanse cineast Fernando Coimbra is een spannende thriller waarin een moeder, Sylvia (Fabiula Nascimento), op een dag haar dochtertje van de crèche wil halen – en het kind is er niet. ‘Meegenomen door uw vriendin, mevrouw’, deelt de leidster haar mee. Maar er is geen vriendin. Ook haar echtgenoot, Bernardo (Milhem Cortaz), weet van niets. Dan blijkt dat beiden niet helemaal de waarheid vertellen, want er is wel degelijk een derde in het spel, Rosa (Leandra Leal). Langzaam en via wisselende vertelperspectieven komt de waarheid boven water. Om de tragiek van eenzaamheid te schetsen gebruikt Coimbra effectief de conventies van het genre.

Ter gelegenheid van de verschijning van zijn nieuwe politieroman Perfidia vertelde de Amerikaanse schrijver James Ellroy onlangs op de Amerikaanse publieke radio dat ‘alle grote verhalen’ met een gegeven beginnen: een man en een vrouw ontmoeten elkaar, en de vrouw is gevaarlijk. In het geval van A Wolf at the Door is er ook nog een vuurwapen in het spel. De film loopt bijzonder hard af, een einde als een mokerslag. Des te meer reden voor een kijkaanbeveling op deze plaats.

Popmuziek – Leon Verdonschot

Damien Rice

Er bestaan artiesten die tijdens een show hun dag hebben en tijdens de volgende niet helemaal, maar zo extreem als bij Damien Rice zijn de verschillen zelden. Brussel zag zondag een open, grappige, communicatieve entertainer vol zelfspot. Carré een dag later een introverte, getormenteerde man die geen enkel verbaal of fysiek contact met de zaal maakte – geen zin, geen blik. Wat de optredens gemeen hadden, was de zeldzame intensiteit ervan, en de indrukwekkende spanningsboog: als zeer weinig anderen kan Damien Rice in zijn eentje met alleen een gitaar en een paar effectpedalen twee uur boeien. Meest indrukwekkend in Carré was de finale: het nieuwe Trusty and True, van zijn langverwachte (acht jaar!) nieuwe album, dat eind deze week verschijnt en volgende week wordt besproken in De Groene. Hier alvast die live versie van Trusty and True, afgelopen maandag in Carré.

Morrisey

Een dag na Damien Rice speelde een andere grootheid in Nederland: Morrisey, ter gelegenheid van zijn uitstekende, maar door een totaal uit de hand gelopen conflict met zijn platenmaatschappij gesaboteerde nieuwe album. Morrisey was in bloedvorm. Van The Smiths speelde hij vier nummers, waaronder de klassieker Meat Is Murder. Dat het Morrisey bittere ernst is met zijn inzet voor dierenrechten, zorgde opnieuw voor debat: heel TivoliVredenburg moest de dag van zijn optreden vleesvrij zijn, tot ontsteltenis van een geborneerd jurylid van een klassiek concours in een andere zaal in het gebouw en tientallen reaguurders op nieuwsfora. Hun tirades zullen van Morrisey afglijden, die voegde de zin ‘Kill! Eat! Kill! Eat!’ toe aan het nummer en liet het begeleiden door beelden die duidelijk maakten waaróm het hem ernst is met dierenliefde. Zijn grimmige huidige live versie.