
Kunst – Roos van der Lint
Ger van Elk – Stedelijk Museum
Replacement Piece is ‘het laatste werk van de overleden kunstenaar dat nog op zijn aanwijzingen geïnstalleerd kan worden’. Dat is het voordeel van conceptuele kunst: met een stel richtlijnen (en een aankoopbewijs) kunnen de strepen van Daniel Buren of de potloodlijnen van Sol LeWitt zo weer op een museummuur verschijnen.
In dit geval heeft kunstenaar Ger van Elk (1941-2014) zelf nog de plek onder de luifel van het Stedelijk Museum kunnen uitzoeken waar op 10 november zijn Replacement Piece zal worden geplaatst. Van Elk maakte het conceptuele kunstwerk ooit in 1969 voor de baanbrekende tentoonstelling van Harald Szeemann, When Attitudes Become Form. Voor de deur van de Kunsthalle van Bern verwijderde hij toen één vierkante meter uit het asfalt en verving deze voor één vierkante meter foto van het verdwenen stuk grond.

Van Elk maakte datzelfde jaar in het Stedelijk Museum soortgelijke werken voor die andere belangrijke tentoonstelling, Op losse schroeven van Wim Beeren. De monumentale trap droeg zijn Apparatus Scalas Dividens: een meterslang doek dat de trap in twee helften verdeelde. In het restaurant hing boven een tafel Hanging Wall, een bakstenen muurtje dat het zicht op je gesprekspartner verhindert. Voor de tijdelijke heropening van het Stedelijk in 2010 voerde het museum het illusionaire The Well Polished Floor Sculpture opnieuw uit: een driehoek van schoongeboende vloer.
Het waren de jaren waarin kunstenaars zich keerden tegen de oprukkende commercie in de kunstwereld, met kunstwerken die een oplettende blik vereisten. De nieuwe versie van Replacement Piece, een schenking van de kunstenaar, maakt het tijd om, behalve naar de overdonderende luifel, ook weer eens goed naar de grond te kijken.
Film – Gawie Keyser
Qissa. The Tale of a Lonely Ghost - nu te zien
Qissa. The Tale of a Lonely Ghost van de Indiase regisseur Anup Sing gaat over een vader die zich blind houdt voor het geslacht van zijn pasgeboren dochter, omdat hij een zoon wil. De vader, Umber Singh (Irrfan Khan), is een Sikh die tijdens de opdeling van India in 1947 met zijn gezin moet vluchten. Umber Singh is getekend door de partitie; het is alsof hij ontheemd is, wat zou kunnen verklaren waarom zijn diepste wens een zoon is. Een zoon zou zijn nalatenschap en daarmee ook zijn identiteit veiligstellen. Een zoon zou hem bestaansrecht kunnen geven. Hij heeft al drie dochters, maar dat is niet genoeg voor hem. Op het moment dat het meisje, Kanwar (Tillotama Shome), wordt geboren verklaart Singh tegenover zijn verbijsterde echtgenote dat ze dus een zoon heeft gebaard. Ook als hij groter wordt, moet Kanwar eraan geloven: worstelen, jagen, van alles moet zij doen om de waan van haar vader werkelijkheid te houden. Het gaat mis wanneer een mooi meisje verliefd op haar wordt, en Kanwar min of meer wordt gedwongen met haar in het huwelijk te treden.
Qissa oogt traditioneel, vormgegeven als een epos, met schitterende breedbeeldfotografie. Toch staat de psychologie van de personages voorop. Dat lijkt een tegenstelling, maar het wérkt. Het land en de mens zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, met als lijm magisch-realistische elementen in de vertelling. Het politieke en het persoonlijke fuseren. En het is de vraag of zo’n verhaal in iets anders dan een tragedie kan eindigen. Het antwoord is dubbelzinnig. Het leven van Kanwar illustreert dat niets eenduidig is, zelfs geslacht niet. De verbeelding, het poëtische, brengt weinig soelaas, zeker niet wanneer trauma’s uit het verleden zo allesoverheersend zijn.
Interstellar - nu te zien
Vanaf deze week draait Interstellar in de bioscoop, Christopher Nolans lang verwachte sciencefiction-epos over een ruimtereis waarmee de mens naar een nieuw heenkomen in een ander sterrenstelsel zoekt. Het is een grote film, vooral ook letterlijk. Nolan draaide Interstellar op 70mm-film, bedoeld om in Imax-formaat te worden geprojecteerd. Over mijn eerste kijkervaring, gebaseerd op het zien van de film op een veel te klein scherm, schrijf ik deze week in De Groene Amsterdammer. Volgende week doe ik op deze plaats verslag van mijn bezoek aan de Imax-bioscoop in Amsterdam-Zuidoost. Dan moet blijken of Nolan met Interstellar de weg volgt die Alfonso Cuaron heeft ingezet met zijn meesterwerk Gravity, (eveneens in Imax-formaat) namelijk een film waarin het beeld allesoverheersend is, zozeer dat de ervaring van het kijken die van het ‘lezen’ of ‘volgen’ van een traditioneel verhaal volledig vervangt. Wordt vervolgd.
Televisie – Walter van der Kooi
De muur - vanaf vrijdag 7 november NPO 2, 21.05 uur.
Vanaf vrijdag 7 november brengt de Vara de documentairereeks De muur. Aanleiding is de herdenking van de val van die in Berlijn, 25 jaar geleden. Menno Bentveld reist met wisselende regisseurs naar nog reëel bestaande muren in achtereenvolgens Belfast, Westelijke Sahara, Westelijke Jordaanoever, Slowakije, Mexico en Korea, om te zien welke invloed ze hebben op het leven van degenen die erdoor gescheiden worden. In Belfast is hij er tijdens de Oranjemarsen. Het gaat daar niet om één maar om 99 muren, samen ‘peace wall’ geheten, die moeten voorkomen dat men elkaar te lijf gaat. Wankele vrede dus. Niet alleen de inhoud, ook opzet en vorm van de films verschilt.
Achterkant van het gelijk - donderdag 13 november NPO 2, 20.25 uur
Diezelfde Vara brengt donderdag 13 november een eenmalige gloednieuwe Achterkant van het gelijk. Fameus ‘socratisch’ programma, dertig jaar geleden bedacht door Marcel van Dam en Hans van Mierlo, waarin zwaargewichten uit de wereld van politiek, economie en wetenschap voor complexe ethische dilemma’s op hun vakgebied werden gesteld. Vragensteller, uitdager, soms kwelgeest, was Marcel van Dam. Voor één keer terug met als actueel onderwerp ‘klimaatverandering’. Aan tafel acht deskundigen, van Marjan Minnesma, directeur van Urgenda, platform voor innovatie en duurzaamheid, tot Jeroen van der Veer, oud-CEO van Shell, en Ed Nijpels, voorzitter van de ‘commissie voortgang Energieakkoord’. Bedoeling was dat Frénk van der Linden Socrates zou zijn, maar zijn journalistieke aanpak matchte onvoldoende met het programmaformat (aldus de Vara). En dus doet Marcel het weer zelf.
Dick is boos - donderdag 13 november, NPO 2, 23.00 uur
Diezelfde donderdag 13 november in Het uur van de wolf een portret door Hans Polak van striptekenaar Dick Matena. Dick is boos heet het en om die titel te illustreren opent Polak zijn film (buiten beeld) met heftige ruzie tussen Dick en partner Nelleke, om af te sluiten (buiten beeld) met een woedende Matena die hem, Polak, de mantel uitveegt. ‘Een conflictueus persoon’, zegt Nelleke, ‘niet makkelijk om mee te leven’, en dat lijkt zacht uitgedrukt. Zelf houdt Matena het op ‘getourmenteerd’. Niet iemand om ruzie mee te krijgen, maar ook niet iemand met wie dat te vermijden lijkt. Maar wat zou dat? Zijn talent is groot en dat is zelfs tot de door hem vermaledijde grachtengordel doorgedrongen sinds zijn getekende uitgaven van, pakweg, De avonden en Kees de jongen. Niet dat hij daar blij mee is, want al die publiciteit hoeft hij niet en voor niet-literaire strips halen wij gordelbewoners onze calvinistische neus op omdat we liever, ons dood vervelend, naar urenlange opera’s luisteren, alleen maar om bij de culturele incrowd te horen. Zeg vooral niet dat hij kunstenaar is, want hij is ambachtsman; maar zeg ook niet dat hij geen kunstenaar is, want hij is geen burgerlijke striptekenaar als Jan Kruis. Het is niet goed of het deugt niet bij Matena. Die het zichzelf en anderen lastig maakt, maar het ook echt zwaar heeft door hartinfarct, achterstallig werk, verminderde energie en permanente geldzorgen. Curieuze mengeling van eigendunk, onzekerheid en eeuwigdurend gevoel van miskenning. Met Karina Wolkers bespreekt hij zijn werk aan Kort Amerikaans. Zijn probleem is dat mensen geen afgebeelde erecties willen, wat lastig is bij dat (grijnzend) ‘vieze, smerige boek’. Karina vindt dat net zo raar als hij, als ze tenminste de kans krijgt om aan het woord te komen. Wel wil ze een vrouwenkont wat voller, in de geest van Jan. Maar Dick maakt dat vast zelf uit. Mij lijkt Dick een groot artisan. Voor mijn part kunstenaar. Maar het zal hem worst zijn wat een weerzinwekkend snobistische operaliefhebber vindt.
Popmuziek – Leon Verdonschot
Blood Red Shoes - maandag 10 november, TivoliVredenburg, Utrecht
Van alle tweemansbands is Blood Red Shoes uit Brighton wellicht een van de meest onstuimige. Jachtig zijn ze, die Steve Ansell (werkelijk een beest van een drummer) en Laura-Mary Carter, en gespecialiseerd in nummers die voorbij lijken te vliegen. Een van hun beste nummers blijft niet voor niets ADHD: ‘I’m so bored/ I can’t think straight/ I’m so distracted.’ Tijdens de vorige tournee van het Amerikaanse The Gaslight Anthem was het duo een paar keer het voorprogramma. The Gaslight Anthem zat toen in een werkelijk lamlendige fase, en werd, zeker wat betreft energie, weggespeeld door die twee Britse bravouremakers. In interviews noemen ze graag alle bands die ze zelf saai vinden. Dat zijn er nogal wat. En wie de Blood Red Shoes live ziet, begrijpt dat goed.
The Gaslight Anthem - zaterdag 15 november, HMH, Amsterdam

Het was spannend, afgelopen maandag in de Ancienne Belgique in Brussel. Met een fantastische plaat op zak, Get Hurt, stond The Gaslight Anthem daar op het podium. Net als drie jaar geleden, met de voorganger. Dat was een sof van een show, van een band die een zeldzaam gebrek aan plezier en gretigheid uitstraalde. Zeker bij muziek die klinkt naar opgestroopte mouwen wordt het pijnlijk wanneer de band in kwestie niets uitstraalt dat ook maar op arbeidsethos lijkt. Maar gelukkig. The Gaslight Anthem bleek herboren. Het plezier is terug, de inzet ook, en de nadruk ligt eindelijk niet meer op het doodgespeelde The ’59 Sound, maar op het nieuwe album, waarvan nummers als 1,000 Years en Get Hurt ook live uitstekend uitpakken. De enorme Heineken Music Hall lijkt wat overambitieus voor ze, maar aan de nummers en inzet zal het deze keer niet liggen.