TELEVISIE - Dream Empire
Walter van der Kooi

De jonge Amerikaan David Borenstein kwam naar China voor een onderzoek naar urbanisatie. Dat mislukte maar hij bleef hangen in de razendsnel groeiende stad Chongqing in het zuidwesten. Hij leerde de taal en had losse baantjes. In een kroeg werd hij gescout door Yana, transmigrant uit Xingjiang, vierduizend kilometer verderop. Zij was, samen met landgenoot Jimmy, een impresariaat begonnen dat buitenlanders leverde voor feestelijke gelegenheden, waaronder vooral verkoopbijeenkomsten van vastgoedbedrijven. China gebruikte in de periode 2010-2012 meer beton dan de VS in de hele twintigste eeuw en gebouwen schoten als paddenstoelen uit de grond. Ontelbare appartementen moesten verkocht, buitenlanders werden geassocieerd met modernisering en vooruitgang en dus werden zij ingezet ter verhoging van feest- en koopvreugde. Het werkte. Zelf zegt David, in de voice-over van zijn filmportret van Yana, dat zijn westerse gezicht een van de nieuwe producten was waar vraag naar kwam. Veel hoefde je als vreemdeling niet te kunnen: hij had op school een beetje klarinet en sax gespeeld en dat was voldoende om hem als de fameuze klarinettist Dave Borenzio in een samengeraapt bandje te stoppen. Een ballet van westerse meisjes maakt inderdaad een armzalige indruk en Afrikaanse trommelarij en dans lijken ook derderangs. Dondert niet kennelijk, voor de kopers. Die aapjes kijken. En een mengsel van een beetje bewondering en veel minachting voor buitenlanders lijken te koesteren.
De film levert fascinerende inkijkjes in Chinese mores en bedrijfsleven op. En is tegelijk de tragedie van de snelle opkomst en verval van een piepklein onderneminkje binnen een gigantische economie, die ook in zijn geheel uit de voegen barst om daarna grotendeels in te klappen. Yana is een vechter, die alles wat ze heeft in carrière en bedrijf stopt, maar het mag niet baten. Rijke Jimmy redt het, zij niet. Haar verdriet staat voor dat van ontelbare Chinezen die door de politieke en economische top aangespoord in gouden bergen gingen geloven, maar die een harde landing maakten door de wetten van de economie. Tot over hun oren in de schuld door gekochte appartementen in gebouwen die grotendeels leegstaan, in wijken die grotendeels leeg zijn. Klein en groot leed. Maar ook veel om te lachen.
David Borenstein, Dream Empire, VPRO 2Doc, woensdag 1 februari, NPO 2, 22.55 uur
FILM - Tussentijden
Gawie Keyser
Het echte verhaal speelt zich af in de tussentijd, in een tijdspanne die we niet eens te zien krijgen in Barry Jenkins’ verbijsterende film Moonlight, die gaat over de strijd die een jonge, zwarte man moet voeren om te ontdekken wie hij precies is in een wereld waarin zowel zijn ras als zijn seksuele geaardheid om alle praktische redenen een misdaad of een doodsvonnis betekent.

We zien stukjes uit het leven van Chiron: als jongen van een jaar of tien, als middelbare scholier, als man. We vangen slechts een glimp op, maar in deze geconcentreerde blik zit de grootsheid van de film, letterlijk in wat we zien: de camera, constant bewegend, is zo dicht bij Chiron en de andere personages dat de wereld eigenlijk vervaagt, of die manifesteert zich in terloopse achtergronden in uitgewassen, primaire kleuren (we zijn in Miami). En de muziek: klassiek vermengd met moderne blues en nummers die op een vreemde manier nostalgie denoteren. Verlangen, dus. Maar naar wat? Naar die pijnlijke dagen waarop zijn moeder niet voor hem kon zorgen, omdat ze of high was op crack of met een vreemde man naar de slaapkamer was verdwenen? Of naar die pauzes toen hij op het schoolplein in elkaar werd geslagen? Vreemd genoeg misschien wel.
De ontmoeting tussen Chiron, tien jaar oud, (Alex Hibbert) en een drugsdealer, Juan (Mahershala Ali), verandert zijn leven. Chiron, die geen vader heeft, is gefascineerd door Juan, een man die op het oog ‘hard’ is, maar die een tederheid toont die Chiron nog nooit heeft gekend. In een prachtige scène vertelt Juan het verhaal van een avond op het strand in Cuba, waar hij vandaan komt, over hoe de lichamen van zwarte mensen blauw schijnen in het maanlicht. Dan leert Juan het kind te zwemmen. Diverse motieven schuilen in de betekenis van het lichamelijk contact tussen de man en het kind: geborgenheid, zachtheid, en misschien zelfs een soort erotiek.
Moonlight, genomineerd voor acht Oscars waaronder die voor beste film en beste regie, opent onze ogen voor wat we niet kunnen zien en zelden of nooit hebben kunnen zien in de cinema. Eigenlijk is de hele film een werk over ‘tussentijden’, en daarom is het zo baanbrekend. Een zwarte jongen die meer is dan een slachtoffer van zijn trieste omgeving; een zwarte man die crack dealt, maar die meer mens is dan we ooit voor mogelijk hebben kunnen houden; een moeder die simpelweg faalt, en verder geen mogelijkheid tot verlossing krijgt. Het zijn verhalen die niet eens interessant zijn, gegrepen uit kleine krantenberichtjes die niemand leest. Dat ze hier zo magnifiek in beeld komen is niets minder dan een wonderwerk.
Te zien vanaf 26 januari