
Televisie - De Europeaan
Walter van der Kooi

Frans Timmermans, wie kent hem niet? Van eenvoudige komaf, Limburger, Roda JC-supporter, sociaal-democraat, verrassend openhartig en emotioneel voor een diplomaat van Champions League-niveau, talenwonder, vol humanitaire bevlogenheid en geldingsdrang, en sinds 2014 Europees supercommissaris. Belangrijkste taken: alles wat met Justitie en Binnenlandse Zaken te maken heeft en ‘snoeien in het woud van Europese regels’.
Dat laatste wordt, in de Teledoc die Dirk Jan Roeleven over hem maakte, door journalist Kees Boomans vergeleken met ‘een kwartslag draaien van het parlementsgebouw’ – oftewel onmogelijk. Of dat nog niet genoeg is komt Europa tijdens de draaiperiode van de film in zwaarder weer dan ooit tevoren: vluchtelingencrisis, terrorisme, toenemend nationalisme hand in hand met anti-Europees sentiment, en als dessert de Brexit. Als Roeleven aan het eind Timmermans toevoegt dat die minder optimistisch lijkt dan bij het begin van hun project, roept de kijker ‘ja, vind je het gek?’ De kijker is in diezelfde periode immers ook beduidend zorgelijker geworden over politieke tendensen binnen de lidstaten, het Europees project en de wereld. En die kijker heeft, na voltooiing van de Timmermans-film, ook nog eens Trump voor de kiezen gekregen.
Is dat kritiek op de maker? Nee, zijn vaststelling mag een open deur zijn, die geeft Timmermans de kans optimisme als morele plicht gestalte te geven: ‘Door de Brexit moet je met twintig kilo extra de Ventoux op fietsen, maar je komt boven.’ Trouwens, vlak daarvoor hebben we Timmermans’ tranen gezien, als bezoeker van een Bruce Springsteen-concert, wanneer hij het refrein van My City’s in Ruins meebrult: ‘Come on, rise up.’ Frans: ‘Zo mooi, zo sterk. Vallen is niet erg. Niet meer opstaan is erg.’ Onderweg hebben we hem een keer diep zien vallen, kort na wat, hoe triest ook, zijn hoogtepunt leek: de emotionele toespraak in de Veiligheidsraad na het neerschieten van de MH17. Het was in het gesprek met Jeroen Pauw, waarin hij zijn gelijk probeerde te halen over wat er aan boord van het vliegtuig gebeurd zou zijn. Een blunder – naar eigen zeggen door provocatie van Pauw met ‘dat zure hoofd’, door vermoeidheid en emoties. Maar ik zag destijds toch vooral, verbijsterd, twee jochies die aan ver pissen deden. Machismo en ijdelheid.
Dat laatste wordt hem in het algemeen vaak verweten. Hij ontkent het en noemt het geldingsdrang. Maar al zou het ijdelheid zijn, er zit veel jaloezie en kleinzieligheid in het eeuwig hameren op dat ‘tekort’. Zoals zelfs zijn verbluffende goede uitspraak van talloze talen hem op hoon komt te staan. Pet af, zou ik zeggen. Of desnoods: laat de man.
De film is een aanrader. Natuurlijk mag de camera bij veel zaken niet aanwezig zijn. Al bij begin wijst een geschrokken Merkel op de camera en bezweert onze Frans: ‘Aber es wird nichts zitiert.’ We bevinden ons vaak in gangen en wachtkamers, net voor en na het eigenlijke onderhandelingswerk. Maar Timmermans’ opmerking tegen Roeleven is ook waar: ‘Echt niet normaal waar jij allemaal mee naar binnen glipt.’ Veel denk je al te weten over de man en zijn werk. Dat klopt deels, maar er zo dichtbij zijn geeft absoluut (o gruwelwoord) meerwaarde. In het lichte genre (hij kan zijn ogen niet van welk scherm dan ook af houden waar welke wedstrijd dan ook gevoetbald wordt). In het persoonlijk genre (de bijna-onmogelijkheid van het combineren van deze baan met goed vaderschap). En in het zware genre, zoals rond de onderhandelingen over de vluchtelingendeal met Turkije (dat volgens hem de beste diplomaten ter wereld heeft). Helaas beseft de kijker dat Timmermans toen nog met premier Davutoglu te maken had. En dat opvolger Yildirim andere koek is. En toen moest daar de staatsgreep nog komen. Oké, come on, rise up, om met Bruce en Frans te spreken.

Dirk Jan Roeleven, De Europeaan, VPRO Teledoc, maandag 21 november, NPO 2, 20.25 uur
Film - _ Layla M. _
Gawie Keyser

Een botte scheidsrechter, een anonieme leraar, woeste arrestatieteams en smalend kijkende AIVD-agenten – het is angstwekkend hoe kil en vijandig de Nederlandse wereld overkomt in Mijke de Jongs nieuwe film Layla M., over een Marokkaans meisje dat radicaliseert en in Jordanië tussen de jihadisten belandt.
Met Abdel (Ilias Addab), haar kersverse echtgenoot, ontvlucht de zeventienjarige Layla (Nora El Koussour) het verstikkende wereldje van Amsterdam-West, waar ze zo ongeveer alles haat wat maar in de buurt van conservatief komt. Dat betekent de hele samenleving, zelfs haar gezin, in de eerste plaats haar vader die in haar ogen en veel te slap is qua geloof en ook nog te vaak de kant van de ‘Hollanders’ kiest. De vader heeft ook nog andere vervelende trekjes, maar pas in Amman, waar blijkt dat vrouwen toch echt hun plaats moeten kennen, vallen Layla de schellen van de ogen. Maar toch ook niet helemaal, wat alles zegt over hoe sterk deze jonge vrouw wel niet is en over de intelligentie van De Jongs film. Dat laatste blijkt vooral uit de wijze waarop de regisseur vanaf het eerste moment het perspectief van haar hoofdpersonage kiest, en daar vervolgens geen moment van afwijkt.
De eerste tien minuten van de film zijn cinematografisch briljant: de camera is dicht bij Layla terwijl ze vlagt tijdens een voetbalwedstrijd waarin haar vader coacht en haar broertje speelt. Je voelt de frustratie zich bij haar opbouwen (nerveuze camera): die scheids is een sukkel; haar vader zegt alleen maar ja en amen en hoe vernederend is dat toch ieder keer weer (snelle montage); en bam (muziekcrescendo) smijt ze de vlag op de grond neer als de scheids erop aandringt dat ze wegens haar grote mond moet worden vervangen.
De Jong ontwijkt het gevaar dat Layla een cliché wordt – geradicaliseerde jongere valt ten prooi aan islamitische propaganda – door de kijker in haar frustraties te laten delen. Je kunt haar woede echt voelen. Deze is niet alleen ingegeven door politieke en maatschappelijke ontwikkelingen in haar directe omgeving. Wat Layla voelt is vooral ook het gevolg van een op deze leeftijd gevaarlijke mix van tienerangst- en woede, en een intelligente persoonlijkheid van nature aangedreven door een voorliefde voor conflict. Om het op z’n ‘straats’ te zeggen: Layla is géén meisje met wie je moet fokken.
Toch is Layla een dromer, een romanticus. Haar vlucht uit Nederland na haar geheime huwelijk met Abdel heeft veel weg van twee star-crossed lovers die de samenleving de rug toedraaien. Opnieuw werkt De Jong in eerste instantie met ambiguïteit: ja, de radicale islam, de verkrampte Hollanders, falende multiculturaliteit, vervreemding, en wat al niet meer, maar evenzeer: twee verliefde tieners die in vredesnaam sámen willen zijn. Zo fuseert het politiek conservatisme in de maatschappij met de verkramptheid die jongeren van deze leeftijd standaard in alles om hen heen zien.
In Jordanië, waar Abdel propagandafilmpjes voor jihadisten maakt, voelt Layla zich aanvankelijk blij. Eindelijk een plaats waar ze thuishoort. Maar wat is ‘thuis’? Dat is toch de plaats waar je geboren bent? Tegen Abdel zegt ze dat ze in Nederland altijd moet uitleggen hoe dat nou zit: Marokkaans van afkomst, maar geboren in Amsterdam. Deze gespletenheid wordt alleen maar erger naarmate het verhaal vordert. Het is een prestatie van formaat dat De Jong het dilemma van Layla zo sensitief hanteert. Juist in eenvoud – in het enkelvoudige perspectief, het eerlijke toneelspel van de hoofdpersonages, het snelle verteltempo – krijgt de complexiteit die onontkoombaar de kern van dit verhaal vormt alle kans.
Misschien ligt de grootste prestatie van De Jongs film in subtiliteit – in hoe vijandig de ‘Hollandse’ samenleving wordt uitbeeld, vooral in latere scènes waarin AIVD-agenten in het spel komen. Die hebben geen enkel inlevingsvermogen; voor hen kan Layla net zo goed een buitenaards wezen zijn. En tegenover deze starheid staat de film zelf. Dit werk vraagt aan ons – sterker, het dwingt ons – om naast Layla te gaan staan, naast die schreeuwende moslima in haar nikaab, zodat we de witte, volwassen wereld door háár ogen kunnen zien. Wat je dan voelt is wat dit meisje voelt, en dat is angst.
Te zien vanaf 17 november
Toneel – Tafel van Vijf speelt De Witt of Oranje
Loek Zonneveld



Terug van weggeweest! De muziektheaterformatie Tafel van Vijf van Herman van Baar speelt een reprise van De Witt of Oranje, een muziektheaterproductie met een handvol toneelspelers en zangers, een koor en een goeie band. Een historische aanleiding is er eigenlijk niet – het Rampjaar 1672 ligt 344 jaar achter ons, dat is een non-getal. Een thematische aanleiding is er des te meer: het Rampjaar ging over georganiseerd populisme, met een gruwelijke politieke moord als feitelijk resultaat.
Schrijver Herman van Baar koos voor de minst bekende van de twee politieke gebroeders De Witt, voor Cornelis dus, niet de staatsman maar de militaire strateeg, de rauwdouwer, de schaker op het bord van de internationale politiek. Hij wordt door Van Baar persoonlijk vertolkt. In de schaduw van zijn figuur ontwikkelt zich een mooie maar niet goed aflopende liefdesgeschiedenis tussen zijn knecht Henk en de oranjegezinde Gijsje. Aan de overkant van die geschiedenis staat de in eigenwaan en egoïsme gedrenkte oranjeprins Willem III, gespeeld door de cellist van de muziektroep, een sterk acterende musicus die zodoende de verbindende schakel vormt tussen het toneelspel en de muziek. De muziek zit boordevol moderne en klassieke elementen en vondsten, waarmee op de speelvloer de verbeelding van massahysterie, opruiing en populisme als een soort geluidswal steen voor steen wordt opgebouwd.
De dubbele moord op de gebroeders De Witt wordt niet getoond maar verteld, gezongen. Parallel daaraan sterft de prille liefde tussen de aan zijn politieke broodheer loyale knecht Henk en de zwangere, in de massa meegezogen Gijsje. Het koor zingt een Latijns requiem. Eenmaal thuisgekomen van de voorstelling zocht ik in het geschiedenisboek Erflaters van onze beschaving van Jan en Annie Romein op hoe zij hun beschrijving van de gruwelijke gebeurtenissen afsloten: ‘Met moeite werd de volgende dag een timmerman gevonden voor de doodskisten. In diepe donkerte en fluisterstilte, als gold het een misdrijf en geen daad van piëteit die als vanzelf sprak, werd het deerlijk verminkte overschot van de twee mannen aan de zwijgende aarde toevertrouwd.’
Bij de voorstelling zijn er lezingen, onder meer door Andere tijden-presentator Hans Goedkoop. Dagelijks is er tussen 16.00 en 17.00 uur een speciale rondleiding in het Rijksmuseum.
Tafel van Vijf, De Witt of Oranje, 17 t/m 20 november, Theater Bellevue, Amsterdam, 20.30 uur, zondagmiddag 15.00 uur, aanvang randprogramma 16.00 uur, zondag 13.00 uur, www.tafelvanvijf.nl www.theaterbellevue.nl
Beeld: still De Europeaan, regie Dirk Jan Roeleven, VPRO Teledoc.
Beeld: still Layla M., regie Mijke de Jong
Beeld: scènefoto’s De Witt of Oranje, Tafel van Vijf (www.tafelvanvijf.nl)