TELEVISIE - The Settlers

Walter van der Kooi

© The Settlers, 2Doc - VPRO

Met de benoeming van David Friedman tot Amerikaanse ambassadeur in Israël maakte Trump een statement. Friedman heeft Amerikaans-joodse voorstanders van een tweestatenoplossing immers fijnzinnig vergeleken met joden die de nazi’s hielpen tijdens de holocaust. Dat Israël een dag na Trumps inauguratie verklaarde duizenden nieuwe huizen in Oost-Jeruzalem en op de Westelijke Jordaanoever te zullen bouwen lijkt niet toevallig en verried groot vertrouwen in een herstelde Amerikaans-Israëlische vriendschap. Die was zwaar beschadigd doordat de VS van Obama en Kerry in december geen veto hadden ingezet tegen de VN-resolutie om het bouwen van nederzettingen te verbieden. Verrassend daarom dat Trump sindsdien tot twee keer toe de nederzettingenpolitiek kritiseerde. Wordt vervolgd.

Maar wie geïnformeerd wil worden over achtergronden en geschiedenis van de joodse nederzettingen wordt indringend (en visueel indrukwekkend) bediend met de lange documentaire The Settlers van Shimon Dotan. In een groot aantal chronologische en thematische hoofdstukken worden via archiefmateriaal en talloze interviews achtergronden, ontwikkelingen en standpunten geschetst. Centraal thema uiteraard de complexe relatie tussen achtereenvolgende regeringen en de verschillende kolonistengroepen wier onwettige stappen (zeker volgens internationaal recht) politici tot handelen of juist niet handelen brachten (wat ook een vorm van handelen is). Rechtse regeringen bevorderden de nederzettingen (Begin, Aron). Bij linkse overheerste lang ‘gedoogpolitiek’, vaak na voldongen feiten. En wie zich op een bepaald moment te veel verzette (Rabin met de Oslo-akkoorden en zijn walging over de terroristische aanslag door een kolonistenrabbijn op biddende moslims in Hebron, 1994) ging er, opnieuw door een aanslag (Yigal Amir) zelf aan. En daarmee de vredeskansen. Het was misschien wel de redding van de nederzettingen.

Deze Grote Lijnen zal menige kijker kennen, maar de kracht zit, zoals altijd, in de kleine verhalen van en over mensen. In beelden van de jonge vrouw Mati die rennend onophoudelijk de tractor van een Palestijnse boer op zijn eigen land probeert te hinderen. Soldaten lopen op een afstandje mee. Waarom doet ze dat? Omdat de olijfbomen nu dan misschien wel Arabisch zijn maar in de toekomst waarschijnlijk van haar nederzetting op de heuvel. Want in de Tenach staat dat alle land dat je ziet van en voor joden is. Of het veel oudere verhaal van Sarah Nachsons, een van de eerste bewoners van de zeer omstreden joodse nederzetting in Palestijns Hebron. Ze wilde haar eerstgeborene laten besnijden in de Grot van de Patriarchen. Dat werd door de regering verboden, omdat de daar gebruikte wijn de Grot van Abraham voor moslims zou ontheiligen. Maar bij haar tweede zoon liet ze zich niet meer weerhouden: besneden in de Grot. Dat kind stierf een half jaar later de wiegendood. Het moest en zou in Hebron begraven worden. De soldaten bij het checkpoint hielden het stoetje tegen. Maar ze nam het kind in de armen en liep door. In paniek werd de regering gebeld. ‘Laat haar gaan’, besloot Peres(!) die een bizar complexe afweging moest maken.

Het is de scène uit een dramatische film, al wordt hij hier alleen verteld en getekend. Het grafje kreeg een zwaar politieke betekenis. Inmiddels gaat het bij koloniseren vaak al lang niet meer om goddelijke profetieën. Stralend vertelt een verse ‘settler’ dat ze in Jeruzalem 88 vierkante meter hadden met een tweede kind op komst. Het aanbouwen van een kamer zou 400.000 shekel kosten. Zijn compleet nieuwe huis van 320 vierkante meter op de Westbank kostte de helft. Het verheldert veel. Jammer is dat de recente politiek minder aan bod komt. Netanyahu ontbreekt nagenoeg. En ambassadeur Friedman natuurlijk, want die was bij het maken van de film nog niet benoemd.

Shimon Dotan, The Settlers, VPRO 2Doc, woensdag 22 februari, NPO 2, 22.55 uur.

CABARET - Onhandig handig

Loek Zonneveld

Pepijn Schoneveld © Casper Koster

Om op een podium je eigen onhandigheid uit te venten moet je over een zekere mate van handigheid beschikken. Alles op een podium is in principe gelogen. Onhandigheid bij elkaar liegen, dan kom je in de buurt van hoge kunst. Maar het blijft er wel altijd onhandig uitzien. Wie daaraan plezier beleeft en er zijn vak van heeft gemaakt, die is ofwel bezig gek te worden, ofwel een bijzonder dan wel een gelukkig mens. Symptomen van ontluikende krankzinnigheid heb ik bij cabaretier Pepijn Schoneveld niet kunnen ontdekken. Dus moet hij op dat podium wel samenvallen met de uitermate klunzige jongen die hij is of wil zijn. Nu hoor ik zelf tot de meest verlegen mensen die ik ken. Dus heb ik een zwak voor de heftig blozende stuntelaars in dit leven. En derhalve heb ik een zwak voor de cabaretier Pepijn Schoneveld. Eerst had ik nog bijna ‘kleinkunstenaar’ geschreven, maar dat is een rot woord en met name voor hem: Schoneveld is weliswaar vrij klein van stuk en hij hoort niet tot het type cabaretier dat zichzelf tijdens een optreden groter maakt dan hij is – maar klein zijn de kunsten die hij vertoont uitsluitend door de overzichtelijkheid van de onderwerpen die hij aansnijdt.

Hij opent zijn nieuwe programma Morgen klaart het op met de retorische vraag ‘of er vanavond mensen in de zaal zijn die gevoelens hebben’. Een meesterzet met een prettige publieksverwarring tot gevolg – wij zijn even uit ons doen. Wat Pepijn Schoneveld de gelegenheid biedt om zich met dat onderwerp ‘gevoelens’ als een Zoef de Haas leep uit de voeten te maken. Hij doet een razendsnel zelfonderzoek en handelt wat vooroordelen over zichzelf af. Hij worstelt met emoties, speelt over dat thema een partijtje bandstoten met de zaal, en behandelt losjes enkele verwante onderwerpen, zoals zijn zichzelf aangeprate homoseksualiteit, de sociale onwenselijkheid van hypermoderne mobiele telefoons, of een van de achtduizend pijnlijke scènes die horen bij jaloezie. Hij keuvelt ongedwongen met de zaal. Ik zie niet heel veel cabaretiers, maar ontspannen kletsen met een zaal is volgens mij een lastig ding. Ik heb de conferencier Wim Kan (1911-1983) er altijd om bewonderd. Die kon recht uit een lange, ongedwongen keuvel met het publiek opeens ruzie met een man op rij dertien maken. Meestal ging dat om iets uit de ‘algemene ontwikkeling’ (zoals de stof voor De slimste mens in de vorige eeuw werd genoemd) – een jaartal bijvoorbeeld, met een gebeurtenis eraan vast, en daar dan lekker over kiften. Pepijn Schoneveld is geen Wim Kan natuurlijk, maar hij kan wel ontspannen iemand uitkiezen en daar quasi iets emotie-achtigs mee delen, of verbazing spelen over zoiets als een onbedoelde racistische uitglijder in zijn eigen onhandige taalgebruik. Dit alles gebracht met een vrolijke zelfspot.

Pepijn Schoneveld is geen schaterlachcabaretier, ook geen vinger-aan-de-pols-satiricus, eerder een glimlachcharmeur, met een lichte en plezierige bijsmaak van weemoed. En een paar mooie liedjes. Daarin verliest hij trouwens bij toverslag iedere onhandigheid. Met achter de piano zichzelf begeleiden zaait hij zelfs een tedere ontroering. Voor zijn vorige programma, Meneer Jongetje, had ik ook een zwak. Dat is trouwens een mooi zinnetje dat bij hem hoort: een zwak hebben voor de cabaretier Pepijn Schoneveld. Een avond met hem is verre van een verloren avond. Hij is goed gezelschap. En na afloop: nou, aju dan! Tot ziens, tot je volgende programma! En dan is hij misschien weer wat leper geworden, ongetwijfeld een tikje wijzer, maar vast nog net zo onhandig.

Morgen klaart het op speelt komende weken in Amstelveen, Nootdorp, Groningen, Zaandam, Delft en Diemen, en nog t/m 20 april overal in het land; pepijnschoneveld.nl.

SERIE - Legion

Gawie Keyser

© Legion trailer FOX

De tekst die televisiezender Fox op zijn website publiceert bij de aankondiging van aflevering 1 van de nieuwe serie Legion doet een of andere soap met wat bovennatuurlijke trekjes vermoeden. David Haller is een ‘gekwelde man met krachten die het verstand te boven gaan’. Hij wordt geplaagd door ‘meerdere persoonlijkheden’ en hij probeert weer ‘geestelijk gezond te worden’. Dan ontmoet hij, natuurlijk, ‘ineens het meisje van zijn dromen’. Serie-verslaafden zouden meteen denken: dit gaan we uitproberen. En dat zou een uitstekend idee zijn.

Waar het allemaal om te doen is, zal vooraf alleen duidelijk zijn voor hardvochtige comicslezers. Legion is namelijk de titel van een Marvel-strip uit de jaren tachtig, een spin-off van de beroemde X-Men gecreëerd door Stan ‘The Man’ Lee en Jack ‘King’ Kirby, waarvan er inmiddels ook aardig wat films zijn gemaakt. Hoe het allemaal zit met hoofdpersoon David en met dat ‘meisje van zijn dromen’ – ze bestaat wel of ze bestaat niet, we gaan het zien – weten de lezers van de comics dus wel.

Toch is geen voorkennis misschien een nog beter idee. Het begint met een intro met slowmotion en popmuziek waarin we een korte voorgeschiedenis van Davids waanzin zien. Tot zo ver niets nieuws, dit is ‘geleend’ uit Zack Snyders Watchmen. Maar dan komt David als jonge man terecht in een inrichting, een futuristische versie van die in One Flew over the Cuckoo’s Nest, compleet met nurses Ratchet en plastic bekertjes met verplicht te slikken pilletjes. De patiënten dragen sportjacks met strepen langs de armen die (zo las ik later) gecodeerde boodschappen zijn over het niveau van gekte waarin ze zich bevinden.

Op dit punt is het niveau van gekte waarin de kijker terecht is gekomen al torenhoog. Want: die David ziet blijkbaar allerlei mensen die er niet zijn. Een verschrikkelijk enge man met een dikke keel die eruitziet als een trol of iets dergelijks. Allerlei figuren die in de hoek van een vertrek staan of zitten die je wel ziet, maar waarvan je betwijfelt of die er ook echt zijn. Dát alleen al is angstwekkend: het idee dat jij iets of iemand ziet die niet bestaat. Zelden had ik zo’n beklemmend gevoel tijdens het kijken, nota bene in je eigen woonkamer, naar een televisieserie. Het enige vergelijkingsmateriaal is David Lynch’s dwerg in Twin Peaks en zijn Mystery Man in Lost Highway.

De vergelijking met Lynch dekt de lading: zo goed is de eerste aflevering van Legion. Er is zelfs een fabuleuze danssequentie die uit het niets in het verhaal verschijnt. De montage is razendsnel, soms subliminaal om de kijker nog meer te laten delen in de psychose, of in de verhaalwerkelijkheid, het is maar hoe je het bekijkt.

Het voelt allemaal ‘nieuw’ aan, zeker in de eerste aflevering. En de vraag is of deze wilde benadering van zowel de vorm van televisiedrama als het superheldengenre vol te houden is. Hoe houterig de reclametekst van Fox ook is, hij spreekt wel basiselementen aan die kijkers nodig hebben: herkenbare problemen waarmee een personage zit, naar wie hij of zij verlangt, met wie er een relatie komt, wanneer er een hart wordt gebroken, wat het grote mysterie nu echt is. Om aan deze hunkering naar ‘plot’ en ‘personage’ te voldoen, is er meer nodig dan dwergen en dansjes. Maar voorlopig zijn dwergen en dansjes meer dan genoeg – de eerste aflevering van Legion is een triomf.

Legion is vanaf 16 februari te zien bij Fox.