TONEEL - Vaders & zonen

Loek Zonneveld

Vaders & Zonen © Ben van Duin

Het milieu is totaal verkloot dus het ijswater staat tot aan de vierde verdieping van het appartementengebouw. Halverwege de 21ste eeuw, het zal zo rond 2051 zijn, leven de figuren in het toneelstuk Vaders & zonen in een soort kalifaat, waarin toneelspelen al een generatie lang is verboden. Een hilarische paradox is dat: ze staan hier iets te doen wat in het hier-en-nu van de toneelsituatie al een kwart eeuw niet meer mag. ‘De ouwe’, de vader in het verhaal, is acteur en hij wordt tachtig. Zijn zonen Abel en Karel zijn bij hem. In zijn flat staat een filmset, ooit een verjaardagscadeau. Vandaag brengt Abel een shoarmamaaltijd als presentje. Dat is het lievelingseten van ‘de ouwe’, graag met extra knoflook. Karel heeft een speciaal cadeau aangeschaft: een toneelrol. Weer een paradox, want toneel mag immers niet. Daar heeft Karel iets op gevonden. Wat wij hier vanzelfsprekend niet verklappen.

Begin 2016 was deze toneelonderneming nog een voorstelling-in-de-steigers, een belofte, op initiatief van toneelspeler/schrijver Thijs Prein (van De Hollanders), die het toneel toen onveilig maakte onder de schuilnaam katophetspek, samen met acteur Chiem Vreeken en schrijver/regisseur Gerardjan Rijnders. Vreeken is nu vervangen door Merijn de Jong. En de toen nog afwezige vader is er nu wel, en hoe: Bram van der Vlugt speelt ‘de ouwe’ vader als een sprankelend uit de pas zwierende menselijke speeldoos. Een Sterspeler met allures in de grote herenmaten. Die dolgraag Shakespeare’s King Lear wil spelen. Een rol waar hij de leeftijd voor heeft. En de (dis)kwaliteiten van een overdrijvingskunstenaar. Maar ja, dat kalifaat – een kansloos verlangen dus. Verder dan breeduit citeren en parafraseren van de tekst binnen de muren van zijn appartement komt hij niet. Helemaal op orde heeft hij zijn hersencellen en herinneringen overigens niet meer. Zijn koosnaam luidt: Tierelear. Ook onder het gesternte van kalifaten geldt de regel: meligheid kent geen tijd.

Vaders & zonen is een fascinerend over zijn eigen benen struikelende, stotterend en stamelend iedere keer weer opkrabbelende vertelling. Vader moet in de kracht van zijn leven (als je eventjes slim in-de-tijd-rekent op de tijdbalk zo omstreeks in onze dagen), een legendarische fabuleerder en een supercharmant liegbeest zijn geweest. Zo wordt er gewag gemaakt van het feit dat hij ooit Syrië-ganger was, met heldhaftige neigingen. Zo stond hij ooit in een kek oranje broekpak op de nominatie voor een prominente onthoofding, maar de beul van de dag was op het moment suprême straalbezopen. Van die dingen. Hij ‘verdween’ naar Hollywood en liet ook daarover enkele dubieuze avonturen (leugens? verzinsels?) optekenen. Die zijn vervat in enorme verzamelingen brieven, die de zoons Karel en Abel (niks bijbels achter zoeken!) nu aan het uitpluizen zijn. Waartoe dit verdwalen in dit labyrint van vragen? Wie ben je, pa? Ben je jezelf? Speel je nu een rol? Haal je herinneringen op? Waar ben je? Zit je aan de Pacific en zoek je jouw eigen vader? Of zit je weten wij veel waar en zoeken wij jou?

De zoons verbouwen steeds de filmset voor de volgende etappe van deze autobiografische quiz. Met daarin mooie bijrollen voor Jack Kerouac en de musical Cats.
‘Stop met dat eeuwige ge-acteer en ga nou eens rustig zitten!’
‘Ik ga pas rustig zitten als ik rustig genoeg ben om te gaan zitten!’
Ik had mijzelf in de uitzonderlijke omstandigheid gemanipuleerd om deze voorstelling te zien in de Schouwburg van Amstelveen. De bijzondere mengelmoes van jonge en opgewonden toneelliefhebbers en de uiteenlopende varianten van grijze dan wel met een frivole kleurspoeling uitgedoste bejaarde bewonderaars van good old en in puike conditie en vorm gestoken Bram van der Vlugt (‘Wat doet ons idool in dit toneelgekkenhuis?’), het leverde alles bij elkaar een extra voorstelling op in het auditorium, boven op de al ruimschoots hilarische en sterke belevenissen op het podium. Want dat wil ik over Vaders & zonen toch ook nog wel even kwijt: de koppigheid waarmee de theateranarchist Gerardjan Rijnders ons Nederlands toneelaanbod maar blijft opschudden, het is en blijft blijmakend.

Vaders & zonen door Hummelinck Stuurman Theaterbureau speelt donderdag 9 en vrijdag 10 februari in het DelaMar-theater in Amsterdam, daarna nog t/m 2 april in onder meer Hoorn, Beverwijk, Zwolle en Den Haag; hummelinckstuurman.nl

TELEVISIE - Mensjesrechten

Walter van der Kooi

© uit Mensjesrechten 5 februari

Nu de term ‘een goede mens’ vooral walging oproept, extra aandacht voor ‘Gutmensch’-tv in het kwadraat, want gemaakt voor kinderen. Over kinderen, ook dat nog. Daarvoor kun je bij veel omroepen terecht, maar steunpilaar was altijd de Ikon. Die nu op zolder bij de EO zit en in gezamenlijkheid doorgaat met de reeks Mensjesrechten. Internationaal worden voor kinderen bergen fictie en bar weinig documentaires gemaakt. Wat dat betreft was Nederland uitzondering, al wordt hier de spoeling dunner en moeten we bidden dat de opheffing van het Mediafonds de situatie niet erger zal maken. Van commerciëlen hoef je nul te verwachten en dus is het bij uitstek plicht van de publieke omroep het genre overeind te houden. Kwaliteit is er genoeg: alleen al Mensjesrechten won in eigen land de Gouden Kinderkast 2015, en losse afleveringen uit de reeks werden bekroond op alle grote festivals voor kindertelevisie ter wereld.

De reeks richt zich op rechten van kinderen en jongvolwassenen, zoals vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van het Kind. Aangenomen door de Verenigde Naties en van kracht sinds 1990. ‘Van kracht’ betekent ‘op papier’, omdat die formele rechten wereldwijd niet gehaald of stelselmatig geschonden worden. Zondag is een nieuwe achtdelige reeks gestart, waarin steeds een kind hoofdpersoon is. Een kind dat min of meer in de problemen zit, en door politieke, economische, sociale of andere redenen niet krijgt waar het volgens de VN en ons recht op heeft. Maar bijna altijd ook een kind dat veerkracht toont en er iets, soms zelfs heel veel, van weet te maken.

Ik kreeg de eerste vier te zien, die ons brengen in Libanon, Nederland, Kenia en Nicaragua. In Libanon woont Merna, uit Irak met haar ouders gevlucht omdat vader, geestelijke in een christelijke kerk, bedreigd werd met ontvoering van Merna. Ze leeft in zware omstandigheden, krijgt onderwijs ver onder haar niveau en wacht al lang op toestemming om door te reizen naar een westers land. Vriendinnetjes heeft ze niet, want alle andere vluchtelingenkinderen zijn Syrisch (en de meesten moslim, denk ik dan). Laat ze nou toch vriendinnen maken: ze is gezegend met een enorm zangtalent, mag meedoen met The Voice Kids Arab en haalt de finale met haar lied over wat het oorlogsgeweld in het Midden-Oosten voor kinderen betekent. Miljoenen raken ontroerd en concurrenten worden vriendinnen. Het is een sprookje, maar dan waar gebeurd. Armoe en glamour, nederlaag en succes – en dat in een kwartiertje, waarin Nederlandse kinderen zowel veel zullen herkennen (de droom van publiekssucces) als veel zullen leren.

Merna’s vader leeft gelukkig nog – de vaders van Nederlandse Damian en Kimaru uit Nairobi niet meer; en die van Jesser uit Nicaragua is ernstig ziek. Moet dat nou, al die ellende? Maar waarom zouden kijkers van tien, elf, twaalf jaar niet mogen weten van sores die bij het leven horen – en dat te midden van de zeeën (soms wezenloos) amusement die ze voorgezet krijgen? Schaf het Jeugdjournaal dan ook maar af. Over de grens kijken, aangesproken worden op empathie, leren van recht en onrecht, van armoe te midden van rijkdom – dat is toch onmisbaar in educatie die verder gaat dan ‘rot op’, grenzen sluiten en koop Nederlandse respectievelijk Amerikaanse waar?

Damian woont bij oma en opa, want vader is verongelukt en moeder kan niet voor hem zorgen. Zijn grootouders zijn zorgzaam maar tegelijk sukkels die niets van computers weten, terwijl hij op dat gebied een wonder is. Een mooi vormgegeven filmpje over een bijzonder kind en een groot verdriet, al is er geen macht in de wereld die hem het kinderrecht van ‘opgroeien in een veilig gezin’ kan garanderen. Hier blaffen de makers eigenlijk tegen de maan, of tegen de Here God. Kimaru slaagt er, na veel tegenslagen en met veel hulp, in door kippen te houden geld te verdienen voor schoolgeld en schooluniform voor hem en zijn zusjes. Een klein succesverhaal. Of Jesser zijn strijd tegen de suikerrietplantages, waar veel arbeiders, onder wie zijn vader, een dodelijke nierziekte ontwikkelen, zal winnen, dat is zeer de vraag. Maar dat hij zelf, dankzij een collectief project, kleinschalig groenten leert verbouwen, dat is hoopgevend. Zoals zijn levensvreugde, gedeeld met nichtje Jessica wier vader aan dezelfde ziekte overleed, dat ook is. Niemand heeft ons een rozentuin beloofd, maar veel arme kinderen planten toch stekjes. Soms geholpen door kinderen die het beter getroffen hebben. En die naar Mensjesrechten kijken.

Mensjesrechten, acht delen, EO/Ikon, verschillende regisseurs, zondags sinds 5 februari, NPO3 Zapp, 19.25 uur.

FILM - Paterson

Gawie Keyser

© Trailer Paterson

De hond in Jim Jarmusch’s nieuwe film Paterson acteert echt, het kan niet anders. Hij heeft gezichtsuitdrukkingen, wat een innerlijk leven suggereert. Gevoelens als haat en liefde, afschuw en verlangen. En: jaloezie. De hond kan niet verkroppen dat Paterson (Adam Driver) bij zijn baasje – je zou haast zeggen ‘geliefde’ – inwoont, Laura (Golshifteh Farahani). Soms staart het dier met haat in zijn ogen naar Paterson, een dichter die werkt als buschauffeur. Het is slechts een kwestie van tijd voordat de hond, die Marvin heet, in actie komt tegen Paterson.

Paterson is geen comedy, maar een jarmuschiaanse studie naar de relatie tussen mens en wereld, met in dit geval een dichter als verpersoonlijking van de vervreemding die kan optreden wanneer iemand ‘los’ raakt van zijn omgeving. Ironisch genoeg heeft dit proces iets met poëzie te maken, want ‘vervreemding’ is juist de vriend van de dichter; de werkelijkheid is slechts acceptabel of hanteerbaar door haar ‘anders’ te maken, dat wil zeggen om te buigen tot mooie vormen op papier.

Ook visueel is Paterson een poëtische film, waarbij het alledaagse slechts een beginpunt is. Paterson volgt een strikt schema: wakker worden, ontbijten, naar het werk lopen, busroute rijden, naar huis. In zijn lunchpauze schrijft hij gedichten die vervolgens als geschreven woorden in beeld verschijnen. Zijn inspiratie is in eerste instantie wat hij ziet: winkels, verkeerslichten, een rivier met waterval. Wat hij voelt komt naar voren in het ritme van de woorden en de zinnen die hij opschrijft. En wat wij voelen als we kijken is het gevolg van Jarmusch’s camera die het herkenbare registreert, maar vervolgens transformeert tot emotie door ‘vervreemding’: de muziekkeuze, het ritme van beeldovergangen en het subtiel tonen van patronen in de omgeving, bijvoorbeeld de vreemde obsessie van Patersons geliefde met bepaalde designs die terugkeren in zowel haar kleding als in de gordijnen in hun huis, zelfs in de versiering van de cupcakes die ze zo graag bakt.

Om te ontsnappen aan al dit huiselijks gaat Paterson ’s avonds naar een bar waar hij zich thuis voelt. Zijn excuus is dat hij Marvin uitlaat. De hond laat hij dan demonstratief op straat terwijl hij een binnen een biertje drinkt. Hoe die Marvin dán kijkt spreekt boekdelen; het is net alsof het dier als enige in de film door heeft dat Paterson anders in het leven staat dan de anderen. Zeg maar gerust: mafkees (zie je de hond denken).

Maar er is nog een mogelijkheid, en dat is dat de hond eigenlijk het innerlijke verzet van Paterson tegen de burgerlijke wereld om hem heen belichaamt. De hond kijkt gevaarlijk (ik denk dat het een bulhond is), en straalt ingehouden agressie uit, wat zo authentiek overkomt dat het wel het gevolg lijkt van, zoals gezegd, een acteerprestatie. Later, na een daad van agressie van Marvin tegen Paterson (niet bijten of zo, maar iets anders), blijkt er toch een band tussen die twee. Dat was misschien vanaf het begin duidelijk: in het ritme van het alledaagse leven zit een bepaalde doodsheid die je alleen kunt bestrijden door dingen anders te maken, mooier, beter, dichterlijker. Iets wordt afgebroken, vernietigd. Dan pas volgt vernieuwing.

Paterson is te zien vanaf 8 februari. In EYE Filmmuseum te Amsterdam en in filmhuizen in het hele land draait tevens een selectie uit het oeuvre van Jim Jarmusch.