De Italiaanse president Sergio Mattarella legt een verklaring af na zijn herverkiezing in het presidentiële paleis in Rome, Italië, 29 januari 2022. ©  Stringer Xinhua / Eyevine

De arme Sergio Mattarella van tachtig is inderdaad de enig mogelijke president van Italië op dit moment, dat is helaas voor hem een feit. Italië is niet een presidentiële republiek zoals Frankrijk, het parlement is op papier de machtigste, maar dat is ten dele gezichtsbedrog. Want een president die goed kan schaken en de constitutionele grenzen van zijn schaakbord tot op de millimeter kent, kan het grote verschil maken op het moment dat het erom spant.

En in de Italiaanse politiek spant het er voortdurend om, zoals ook de afgelopen paar jaar weer is gebleken. Sergio Mattarella heeft tijdens zijn zeven jaar als president (2015 - 2022) maar liefst vier keer een nieuwe premier moeten benoemen, regeringen vielen als blaadjes in de herfst. Er was één constante, en dat was Sergio Mattarella, die keer op keer wist te voorkomen dat Italië de kant op ging van de bananenrepubliek, of erger.

Na de voortijdige val van de blufpokeraar Matteo Renzi in 2016 benoemde hij de evenwichtige sociaal-democraat Paolo Gentiloni tot premier, die Italië veilig naar de verkiezingen van begin 2018 loodste. De enorme winst van Beppe Grillo’s Vijfsterrenbeweging en van het rechtse blok onder leiding van Lega van Matteo Salvini maakte dat Europa zijn adem inhield, maar ook in dit geval wist Mattarella de juiste keuze te maken door de onbekende outsider Giuseppe Conte als premier te benoemen.

Om het simpel te zeggen: in Italië dreigt altijd een regeringscrisis

Conte bleek een uitstekende premier van zijn twee regeringen tussen 2018 en 2021, de gevaarlijke stormram Salvini stond tot zijn eigen verbazing ineens buitenspel, en dat was zeker ook dankzij Mattarella’s intelligente beleid achter de schermen van weinig woorden en wachten op het goede moment. En in februari 2021 benoemde hij de alom bejubelde Mario Draghi als premier om de Italiaanse economie veilig te stellen na de eerste zware covidperiode, met de enorme berg van 191 miljard van het Europees Herstelfonds in het vooruitzicht die Conte had weten binnen te slepen.

Om het simpel te zeggen: in Italië dreigt altijd een regeringscrisis, dreigt altijd een coup van een ‘charismatische’ figuur die het land een gevaarlijke kant op drijft, en dus moet Italië heel streng bewaakt worden op de sleutelposities. En je kunt terecht zeggen dat de Italiaanse politiek vorige week van deze presidentsverkiezingen weer een onnodige operette heeft gemaakt, maar op de zesde dag is toch gekozen voor de enige die het op dit moment kan doen: Sergio Mattarella, die zijn ingepakte verhuisdozen zelfs op de sociale media had laten zetten om maar duidelijk te maken dat hij echt was vertrokken.

‘De moeilijke dagen van de presidentsverkiezingen die achter ons liggen terwijl er een sanitaire, sociale en economische crisis in Italië heerst, maken dat ik mij niet kan onttrekken aan de beslissing van het parlement. Ondanks andere overwegingen en verlangens op het persoonlijke vlak neem ik mijn verantwoordelijkheid op me’, aldus een gelaten Mattarella afgelopen zaterdag, nog geen half uur na zijn plebiscitaire verkiezing van 759 stemmen (van de 983 in totaal).

De dozen worden weer uitgepakt, het huurcontract voor het appartement in Rome aan de Via Salaria vlak in de buurt van zijn dochter, dat hij al had ondertekend, moet nog een jaartje wachten. Want natuurlijk gaat hij het niet weer zeven jaar doen. Net zoals zijn voorganger Giorgio Napolitano, die van 2013 tot 2015 ook zwaar tegen zijn zin nog twee jaar in de verlenging moest als president (terwijl hij toen al 88 was), zal Mattarella zodra het kan zijn taak overdragen aan de enige die hem op kan volgen: Mario Draghi. En de huidige premier Draghi moet het nog even volhouden tot het voorjaar van 2023, wanneer er nieuwe verkiezingen op de agenda staan en de tranches van het Herstelfonds – hopelijk – voor een deel binnen zijn. Naar de aanstaande tranche van vijftig miljard wordt in ieder geval halsreikend uitgekeken.

Een land met twee babysitters, zo kun je Italië na de operette van de afgelopen week wel noemen. En de vraag is of dat genoeg is, twee babysitters, en direct onder de oppervlakte de chaos. We zien het niet in Europa, want we zien een keurige Mattarella en een keurige Draghi. En we sturen geld, heel veel geld, waar hopelijk goede dingen mee gaan gebeuren. Onduidelijk is wel nog wat nu precies de doelen zijn van al dat geld. Zo veel doelen, zo veel onderaardse gangen waarin het kan verdwijnen. Iedere dag staan er artikelen in de kranten over wat er allemaal met het ‘PNRR’ (‘Het Nationale Plan van Herstel en Weerbaarheid’) moet gebeuren. Duizelingwekkend veel. Zo veel dat je je wel eens angstig afvraagt: en wie gaat dat allemaal controleren?