
Ooit was er één zender waar eenieder naar keek en de volgende dag over praatte, nu zijn er alleen al drie publieke, zes digitaal-publieke, vijftien regionale en rond vijftien commerciële op Nederland gericht. Dan zijn er de providers met eigen programmering (KPN, Ziggo) en kun je je aanbod verrijken via HBO of Netflix. Atomisering van de kijkbeleving kortom. Zelfs beroepskijkers van de Nipkow-jury hebben lang niet alles gezien. Veel gerenommeerde series die uiteindelijk de meesten van ons wel bekijken, genereren minder levendig debat doordat de kijkervaring weken, maanden, jaren uiteen kan lopen. Als iemand voor het eerst Der Zauberberg heeft gelezen, lyrisch is en de jubel met me wil delen zal zij/hij, mits goed oplettend, bitter teleurgesteld zijn over de algemeenheid van mijn reacties (ja, goed hè, die Hans Castorp en mevrouw Chauchat; en al dat eten; en Settembrini en Naphta; en die meesterlijke onverstaanbare toespraak van meneer Peeperkorn bij de beek; en de Eerste Wereldoorlog). En dan heb ik het meesterwerk nog wel twee keer gelezen, als student en als vijftiger – maar veel te lang geleden voor gelijkwaardig gesprek met een proseliet.
Zo verging het me recent ook toen iemand de Sopranos had ontdekt. Uit welke eeuw kom jij, had ik willen zeggen, maar veel meer dan geweldig, ongelofelijk, meesterlijk en ‘ja, goed hè, die Tony en Carmela en Paulie en Tony’s gruwelmoeder’ had ik toch niet beschikbaar. Natuurlijk herinner ik me sfeer, personages, karakters, scènes – maar wat is er veel weggezakt aan precies dat waar het eigenlijk om gaat: de details, subtiliteiten, nuances. Ach, het geheugen wordt minder en er komt een tijd dat ik alleen nog maar die Toverberg nodig heb om, als die uit is, opnieuw te kunnen beginnen. En dat één seizoen Sopranos, nou, misschien twee, genoeg is, waarna ook daar Da Capo Al Fine.
Enfin, ik kom hierop door Toon. Nee, niet die van niveau wisselende reeks van AVROTROS ter gelegenheid van honderd jaar Toon (Hermans), maar een comedy van die naam die KPN voor haar klanten laat maken. Vuistregel voor deze tv-stukjes is dat het besprokene voor iedereen gratis toegankelijk moet zijn. Dat ik stomtoevallig via KPN tv kijk betekent nog niet dat de lezer dat doet. Dus dacht ik niet aan Toon. Sterker, ik keek er zelfs niet naar tot de serie verscheen op een lange lijst producties die meedong naar een scenarioprijs. Toen moest ik wel en werd een beetje verrast, aangenaam. De namen van de makers waren me onbekend, ik behoorde al decennia niet meer tot de doelgroep en toch vond ik het leuk. KPN heeft ook Brussel gemaakt om abonnees te lokken, een dramaserie van scenarist Leon de Winter en regisseur Arno Dierickx, spelend in de slangenkuil van de Europese Unie en de tamelijk bizarre stad uit de titel tot betekenisvol decor makend. Ambitieus, vakkundig op vele terreinen van regie tot spel, maar na twee afleveringen toch niet mijn kopje thee. Te veel overhoop, te weinig binding aan de personages en hun ontwikkeling.
Toon heeft minder pretenties en is lollig. Maar dat net op de goede manier. Hoofdpersoon Toon Visser is componist van jingles bij reclames. Niet erg begaafd, niet erg ambitieus, niet erg bemind, niet erg snugger, niet al te mooi, niet al te primair reagerend (als hij al reageert). Toon is een soort Oblomov in het diepst van zijn gedachten, maar dan eentje die niet op zijn bank ligt, maar erop zit om te kunnen gamen. Te midden van gigantische troep en voorzien van grote hoeveelheden diep ongezond gemaksvoedsel. Hem overkomt alles en helaas blijkt dat verdomd veel, waardoor hij van zijn bank af moet. Vooral door zijn zus die nou juist mateloos ambitieus, assertief en kansgrijpend is. Zij en anderen hebben Toon nodig en Toon laat zich gebruiken. Onbedoeld en ongewild krijgt hij steeds meer succes. De makers van Toon mogen dan nog relatief onbekend zijn, ze hebben echt talent en, belangrijker nog, vinden een eigen en juiste toon (flauwe woordspeling, maar waar). NPO 3 mocht willen dat ze deze serie hadden. Een serie die talloze personages en daarmee een generatie (die van henzelf) behoorlijk op de hak neemt, zoals goede comedy dat altijd doet.
Het lijkt me moordend om jong te zijn en een eeuwig succesvol persona op sociale media te moeten creëren, dwars tegen buikpijn, zware onvoldoendes en liefdesverdriet in. En continu roem na te streven – roem die vooral onder handbereik lijkt te liggen dankzij al die vloggers die niet of nauwelijks interessanter zijn dan jij en nauwelijks of niets meer kunnen. Als ze niet al minder kunnen. Toon wil juist helemaal niet, maar de buitenwereld gunt hem geen rust. Hoofdrolspeler Joep Vermolen (medebedenker van de serie) is geweldig in zijn debuut. Wat bijzonder is want lollig een sukkel spelen, dat is al gauw niet om aan te zien. Overigens is Toon ondanks alle ongewenste reuring beduidend minder tragisch dan zijn rusteloos naar de sterren reikende zus, weinig succesvol manager van artiesten, die in Toon de troef van haar leven in handen denkt, hoopt te hebben.
Enfin, aanbevolen. Maar die regel dan, dat hier alleen wordt geschreven over het voor ieder toegankelijke? Ik weet niet of die wel overeind kan blijven. Als meer dan de helft van de lezers Netflix heeft en vooral daar naar kijkt en daarover praat, dan wordt beperking tot Nederland 1, 2 en 3 wat karig. In het geval van Toon is er een tussenoplossing. De eerste serie telde zes afleveringen. Ter gelegenheid van de start van serie twee biedt KPN drie afleveringen aan: de eerste twee van seizoen één plus de opening van seizoen twee. Ik zou er niet voor van provider veranderen (misschien vindt u Ziggo Sport veel aantrekkelijker) maar een kijkje kan geen kwaad.
Beer ten Kate (regie); Dirk van Pelt (scenario), Toon, KPN Presenteert, twee seizoenen van zes afleveringen