Wat is er toch aan de hand in de ambtelijke torens rondom het Haagse Binnenhof? Naarmate er meer en hogere torens rondom de Tweede Kamer verschenen om de ministeries dichter bij het hart van de politiek te kunnen huisvesten, lijken ambtenaren voor meer en grotere affaires en problemen te zijn gaan zorgen. Affaires waar de politiek last van heeft.

De waslijst is inmiddels lang. Ik noem er drie. Bij het toch al veelgeplaagde ministerie van Justitie en Veiligheid bleek dat in een rapport met cijfers over criminaliteit onder asielzoekers uitgerekend de zwaarste vergrijpen, zoals zedenmisdrijven, ondergebracht waren bij de categorie ‘overig’. Staatssecretaris Mark Harbers (vvd) trad af, omdat het op z’n minst leek of hij met dat rapport de ernstigste vergrijpen had willen verdoezelen. Hoe hadden de ambtenaren die cijfers aangeleverd en beoordeeld?

Vorige week lag minister-president Mark Rutte onder vuur omdat hij zich niet kon herinneren of toenmalig minister van Defensie Jeanine Hennis (vvd) hem had geïnformeerd over burgerdoden bij een door Nederland uitgevoerde luchtaanval in Irak. Vast staat wel dat Hennis destijds de Tweede Kamer daarover verkeerd had geïnformeerd. Hadden ambtenaren haar verkeerd geïnstrueerd?

En deze week is het de beurt aan staatssecretaris Menno Snel (d66) om aan het parlement uit te leggen hoe het zo fout heeft kunnen gaan bij de Belastingdienst. Duizenden ouders die kindertoeslag aanvroegen bij de dienst werden bij voorbaat beschouwd als fraudeurs, kregen de toeslag niet en moesten soms zelfs boetes betalen. Wat was er in die ambtenaren gevaren?

In een gesprek met een ervaringsdeskundige uit een van de hoge torens krijgen we het over de Algemene Bestuursdienst (abd). Daartoe behoren alle hoge ambtenaren, vanaf het niveau directeur. Ze worden opgeleid om te managen en te rouleren tussen ministeries. De klacht die ik al vaker hoorde, komt ook nu. Door de nadruk te leggen op managen en rouleren is er te weinig vakkennis. Maar het zijn wél juist deze abd-ambtenaren die bij de minister aan tafel zitten. Door dat gebrek aan inhoudelijke kennis zouden zij de bewindspersoon echter niet kunnen wijzen op gebreken of valkuilen, en niet inhoudelijk met hem kunnen sparren. Veelgehoorde uitspraak van deze ambtenaren zou zijn: ‘Daar kom ik op terug.’ Oftewel: ‘Ik weet het niet.’

Toch zijn er ook argumenten aan te voeren die juist pleiten voor het rouleren van ambtenaren. Ze kunnen een frisse blik meebrengen en verwondering over de gang van zaken op het voor hen nieuwe ministerie. Zou het hebben geholpen als op de afdeling Kinderopvangtoeslag, een jurist een hoge functie had gekregen? Die zou immers moeten hebben geleerd dat je mensen niet bij voorbaat als verdachte mag zien en dat de overheid deze grondregel van de rechtsstaat in acht moet nemen. Vraag is wel of één ambtenaar die tegenstribbelt de Belastingdienst had kunnen behoeden tegen de druk vanuit de politiek.

Een ambtenaar moet durven ­aandringen op het vrijgeven van cijfers

Je hoort weliswaar vaak zeggen dat ambtenaren geen politieke antenne meer zouden hebben, maar in de affaire met de kinderopvangtoeslag was die antenne juist veel te lang. Ambtenaren gingen mee in het frame dat politici neerzetten: de fraude met de toeslag zou groot zijn en de fraudeurs moeten keihard worden aangepakt.

Zou die te lange politieke antenne ook de criminaliteitscijfers van asielzoekers hebben beïnvloed? Vanuit het idee: laten we die zedenmisdrijven maar onder ‘overig’ laten staan, anders komt er politiek gedonder van? Iemand vertelde me dat de gang van zaken een veel banalere oorzaak zou hebben. Het rapport over de jongste criminaliteitscijfers moest vergelijkbaar zijn met een vorig rapport, waarin zware misdrijven (zedenmisdrijven) niet apart stonden vermeld, want ze waren gering in aantal. Meten in vastomlijnde hokjes werd zo de belangrijkste leidraad voor ambtelijk handelen, niet de achterliggende werkelijkheid. Dat zou dan weer wijzen op een te korte politieke antenne. En ook daar kwam politiek gedonder van.

Dat een dubbele uitleg mogelijk is, speelt ook bij het achterhouden van de burgerdoden bij de bomaanval in Irak. Als dit zou zijn gebeurd om de politiek te behagen, heeft dit ook hier averechts gewerkt. De antenne was te kort.

Alle drie de affaires kunnen voortkomen uit wat voormalig topambtenaar en bijzonder hoogleraar arbeidsverhoudingen in de publieke sector Roel Bekker recent schreef in De Hofvijver. Volgens Bekker dreigt de ambtelijke dienst te politiseren. Niet omdat Nederland politieke benoemingen van ambtenaren kent, maar omdat politieke waarden de torens in sluipen. Politiek vaart op emoties, koerst op electorale belangen, is gericht op de korte termijn, kijkt vooral naar de media en laat de beeldvorming de politieke stellingname bepalen.

Bekker pleit voor ambtelijke waarden zoals expertise en durven tegenspreken. Een ambtenaar moet eerst willen weten wat er achter de misdaadcategorie ‘overig’ schuilgaat en vervolgens durven aandringen op het vrijgeven van die verborgen cijfers. Ongeacht of dit politiek wenselijk is of niet. En dus ook durven aandringen op het vrijgeven van het aantal burgerdoden bij een missie en zich durven blijven verzetten tegen politieke druk om burgers als fraudeurs te zien.

Makkelijk zal het niet zijn voor ambtenaren. Hun loopbaan bij de Algemene Bestuursdienst hangt ervan af. Maar alle affaires moeten toch ook hen ervan doordringen dat de cultuur in de torens moet veranderen. Nu lijdt het aanzien van de politiek eronder. En erger, ook menige burger.