Het was niet het eerste surrealistische tintje aan de zaak. Eigenlijk begon het al met de aanklacht. Joan Coma, gemeenteraadslid in Vic voor de linkse onafhankelijkheidspartij cup, had iets gezegd wat volgens zijn collega-raadslid Josep Anglada niet door de beugel kon. ‘Je kunt geen tortilla maken zonder eieren te breken’, zei Coma tijdens een raadsvergadering.
Niet iedereen zal in deze metafoor meteen een ernstig misdrijf herkennen waarvoor de dader vijftien jaar achter de tralies dient te verdwijnen. Maar de extreem-rechtse Josep Anglada wel. Anglada, zelf enkele jaren geleden vrijgesproken van aanzetten tot rassenhaat omdat de rechter in zijn geval de vrijheid van meningsuiting voorrang gaf, zag in de uitspraak van Coma een schending van de Spaanse grondwet en deed aangifte. Justitie nam de zaak hoog op. Zo hoog dat het dossier meteen maar werd doorgestuurd naar de Audiencia Nacional, het speciale hof voor zware misdaad en terreur. De onderzoeksrechter verdenkt Coma nu van ‘aanzetten tot volksoproer’.
Volksoproer? Waarom ligt een beeldspraak over tortilla’s en eieren zo gevoelig? Omdat Coma daarmee wilde zeggen dat je geen Catalaanse staat kunt stichten zonder op een zeker moment met de Spaanse wet te breken. Een waarheid als een koe, want de Spaanse grondwet spreekt van de ‘onverbrekelijke eenheid’ van de natie. En zolang het streven naar onafhankelijkheid geen misdrijf is, zou je verwachten dat burgers beschermd worden door het recht op vrijheid van meningsuiting, zeker als het gaat om gekozen volksvertegenwoordigers in het uitoefenen van hun functie.
De zaak-Coma staat niet op zichzelf. Zo zal in 2017 een lange rij leiders van de Catalaanse onafhankelijkheidsbeweging voor de strafrechter verschijnen. Zoals oud-president Artur Mas en twee van zijn ministers, omdat zij in 2014 een symbolische volksraadpleging hebben georganiseerd. En zo’n vierhonderd gemeentebesturen om diverse andere vormen van ongehoorzaamheid aan het Spaanse gezag. Een probleem los je op door het te verbieden, denkt dat gezag.