Accra – Eens per jaar is het een maand lang opvallend stil in Accra. Waar Ghanezen doorgaans in een chaos van muziek en drums leven, vooral in de bruisende uitgaansgebieden, is de hoofdstad van Ghana dan een oase van rust. Toeterende taxi’s en ronkende suv’s die normaal gesproken op vol volume de laatste afrobeat-muziek ten gehore brengen, houden zich angstvallig stil terwijl ze vaststaan in het verkeer. Kroegeigenaren die op straat constant de ‘muzikale’ strijd met elkaar aangaan om het hoogste volume uit hun boxen te stampen, zitten in stilte voor hun kroeg. Lawaai, muziek en drums worden gedurende vier weken namelijk niet getolereerd.

Dit jaarlijks terugkerende geluidsverbod komt uit de koker van de Ga, een bevolkingsgroep die voornamelijk in en rond Accra leeft en er haar traditionele geloof praktiseert. Onderdeel van dat geloof is het Homowo Festival, waarbij het Ga-volk ‘de honger bespot’, een traditie die is geboren uit een hongersnood die velen het leven kostte in prekoloniaal Ghana. Voorafgaand aan het festival is een maand van absolute stilte vereist, die begint nadat de Ga maïs hebben geplant, nét voordat het regenseizoen begint. Het Ga-volk legt hun stadsgenoten vervolgens het zwijgen op, omdat ze geloven dat herrie de groei van hun gewassen afremt.

‘Het is opmerkelijk dat de Ghanese overheid een oogje dicht knijpt en naar de pijpen van de Ga danst’, zegt Kobi, manager van een café in Accra. ‘Volgens onze grondwet is het namelijk verboden om een voorkeursbehandeling aan één religie te geven.’ Maar om de lieve vrede te bewaren gedoogt president Akufo-Addo de ongeschreven regel van het traditionele volk en controleert de politie zelfs de naleving van het geluidsverbod. De Ga beschikken ook over hun knokploegen, die geluidsovertreders met geweld de mond snoeren. ‘Na een paar rake klappen worden overtreders meegenomen naar het Ga-territorium in Accra, waar hen een donderpreek van de chief te wachten staat’, vertelt Kobi.

Volgens de cafébaas voelen de kerkgangers die elke zondag luidkeels Accra wakker zingen zich achtergesteld en vinden ze dat het aloude geloof geen recht heeft om hen de mond te snoeren. ‘Dit leidde in het verleden meermaals tot protesten en geweldsuitbarstingen waarbij grote groepen christenen en Ga door de politie uit elkaar moesten worden gehouden.’ Gelukkig kunnen de Ghanezen na dertig dagen in stilte én spanning volgens Kobi wel weer door één deur en zijn alle religies welkom om de oogst en het Homowo Festival met de Ga te vieren.