
De winnende loten bevinden zich dit keer aan de Strieckenlaan, in een paar twee-onder-een-kapwoningen met - volgens google streetview - keurig aangeharkte grasplantsoentjes. Deze bewoners krijgen een reiskoffer, althans als ze een lot hebben gekocht bij de Postcodeloterij, en dat is een leuk aardigheidje in droevige tijden. Zeker in Loon op Zand.
Want dit Brabantse dorpshart trok enkele weken geleden een naargeestiger lot. Hier, ergens in de lommerrijke straten, woont de allereerste Nederlander die de diagnose ‘corona’ kreeg. Dat werd op donderdagavond 27 februari bekend gemaakt tijdens een thema-uitzending op tv door minister Bruno Bruins van Volksgezondheid. Hij las een briefje voor. ‘Het zou gaan om een man die verblijft in isolatie in het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis.’
Dat ligt verderop in Tilburg. Maar de 6180 inwoners van Loon op Zand wisten meteen dat het Joost Boons betrof. Een bekendheid in het dorp waar iedereen voor elkaar een bekendheid is. Kort daarop ontdekte ook de rest van het land de locatie van de eerste besmetting en sindsdien staat Loon op Zand bekend als de leverancier van patiënt zero in Nederland.
Terwijl het dorp, dat op steenworp ligt van de Efteling, zoveel meer is dan dat. ‘We hebben die mooie zandbak’, zegt iedereen die je spreekt over de Loonse en Drunense duinen. Op het Oranjeplein, in het historische dorpshart, is de huiskamer van Loon op Zand. Ooit stond hier een oude verpauperde, uiteindelijk gekraakte, muziekkiosk. Nu staat er een populair café waar op zonnige vrijdagmiddagen lokale kunstenaars aan het werk gaan. ‘Place du Kiosk’, heet dit in de volksmond, een snufje Parijs in het kerkdorp.
Maar de straten zijn uitgestorven vandaag, net als in de rest van het land. Dat was een maand geleden wel anders. Op vrijdag 28 februari, de ochtend na het briefje van Bruins, reden straalwagens uit Hilversum en Amsterdam over de klinkerstraten van Loon op Zand. De journalistieke jacht op patiënt zero was geopend. Alleen had die helemaal geen zin in al die poespas. ‘Hij werd echt platgebeld’, zegt goede bekende Jack IJpelaar, tevens redacteur bij het regionale weekblad Duinkoerier. ‘Maar hij wist de journalisten goed van zich af te houden.’
Dus gingen die op zoek naar de sfeer in het dorp. ‘Je zou zeggen dat de inwoners van het dorp aangeslagen zijn’, zei een verslaggever van RTL Nieuws op de stoep van café De Kiosk om teleurgesteld te vervolgen: ‘Maar niets van dat alles.’ Hart van Nederland (SBS6) vond op de markt een bekende. ‘Het is gewoon een aardige, hardwerkende man.’ Bij de kaasboer vond het NOS Journaal iemand die hem enkele dagen geleden zag bij carnaval. ‘Ja. Ik ben er zelf ook geweest, dat hoor je wel’, zei ze met een schorre stem.
‘Het was wel een malle toestand eigenlijk’, zegt Bert Branderhorst die aan de rand van Loon op Zand woont. Een week voordat de cameraploegen het dorp binnen rolden, bracht hij als voorzitter van de stichting 750 jaar Heerlijkheid Loon op Zand een herinneringsboek uit, met 450 foto’s te koop bij de lokale Primera. Het was de afsluiting van ruim een jaar feest in de gemeente.
Loon op Zand werd in 1269 opgericht als ‘heerlijkheid’, zoals dat toen bestuurlijk heette. Inmiddels bestaat de gemeente uit drie kernen: Kaatsheuvel (16.600 inwoners), De Moer (560) en dus Loon op Zand (6180). Het 750-jarige jubileum werd lang en met tientallen middeleeuwse activiteiten gevierd. De dorpelingen konden Koningschieten (schieten op een houten vogel) in de Kasteelweide, ze dansten op kasteelfeesten en ze liepen een theaterwandeling. Alle kinderen kregen eigen middeleeuwse feesttunieken en een canon met 34 historische momenten uit de regio.
Het feestjaar heeft de drie dorpen verbonden, zegt Branderhorst, ze nader tot elkaar gebracht. Om dát te vieren – ja, Loon op Zand houdt van gedenken en vieren – is weer een nieuwe vlag ontworpen die binnenkort, zodra de coronacrisis voorbij is, in alle masten van de dorpen zal prijken. ‘We zijn een beetje fier, en nuchter.’
In dat eerste weekend, toen de straalwagens nog in het dorp stonden, reageerden de inwoners dus vooral laconiek. ‘We waren, om eerlijk te zijn, vooral nog een beetje ontdaan omdat de carnavalsoptocht niet doorging vanwege de storm.’ Wel schrapte de voetbalclub Uno Animo alle thuiswedstrijden uit voorzorg omdat de zoon, dochter en neef van patiënt zero bij die club speelden. ‘De besmette man is geliefd en bekend in Loon op Zand’, verklaarde de club die niet kon uitsluiten ‘dat er veel werd geknuffeld en gekust in kringen van de man’.
En er werd gebeden voor een vaccin tegen corona in de Sint Jans Onthoofding-kerk. Hosties werden tijdens de dienst niet op de tong, maar op de hand gelegd, op last van de Nederlandse Bisschoppenconferentie. Maar voor de rest ging alles in de kerk zoals het elke zondag ging. ‘In Loon op Zand laten we ons niet gek maken’, zei een kerkganger aan het Algemeen Nederlands Persbureau (ANP).
Er was niet zoveel te zien, zeg maar niets. De randstedelijke media, naarstig op zoek naar de bezienswaardigheid, werden daardoor voor de dorpelingen zelf een curiositeit. Patiënt nul hield zich schuil, terwijl de rest van Loon op Zand zich vooral begon af te vragen of hij wel echt de eerste was. Iedereen vierde immers carnaval. Iedereen had daarna - al dan niet van een kater - keelpijn. ‘Ik had er ook last van’, zegt IJpelaar. ‘Achteraf denk je: had ik het ook?’
Toch was alle pers op zoek naar die ene man en naar een algemeen gevoel van onrust. ‘Er gebeurde helemaal niets’, blikt René Peters terug. Hij is voorzitter van Langstraat Media, die met zestig vrijwilligers via tv en radio lokaal nieuws brengt. De meeste lokale media is hier verdwenen. De omroep blijkt nu onmisbaar. ‘Vooral de oude mensen zien bijna niemand meer.’ Dus wordt de kerkdienst nu live gestreamd. ‘Voor hen is dat nu een uitje.’ Maar ook jongeren kijken steeds vaker. ‘Ze willen weten wat er gebeurt.’
Maar dat is nu. Heel Nederland ligt plat. Slechts vier weken geleden was dat ondenkbaar. Ook in Loon op Zand. ‘We gaven geen handen meer, wasten onze handen extra. Net als in de rest van het land.’ In het dorp ging het niet anders dan elders. De kroegen sloten en daarna de scholen. Het rijke verenigingsleven werd stilgelegd en ook de kaartclub van patiënt zero. Langzaamaan trok de mediakaravaan naar andere coronagebieden, de straten werden leger en leger.
De telefoon van patiënt zero bleef wel gaan. Hij besloot op donderdag 26 maart voor een keer een interview te geven aan het Brabants Dagblad om er vanaf te zijn. ‘Ik heb later nog wel een paar dingen teruggekeken en gelezen. Iedereen had een mening, maar die was op niets gestoeld.’ En hij was blij toen er nog een patiënt bijkwam uit Diemen. ‘Mijn eerste reactie was: jammer voor die mevrouw, maar dan is de aandacht in elk geval verdeeld.’
Steeds meer onderzoek, bijvoorbeeld van arts-microbioloog Jan Kluytmans naar Brabants ziekenhuispersoneel, wijst uit dat het virus wellicht al eerder in Nederland rondwaarde. Toch blijft Joost Boons voor heel Nederland patiënt zero. ‘Misschien word ik wel een triviantvraag.’
Na dit gesprek trokken de landelijke media helemaal weg. Op vrijdag 27 februari maakt de burgemeester bekend dat drie mensen in de gemeente (de drie dorpskernen bij elkaar) zijn overleden aan corona. ‘We leven oprecht mee met de getroffen families, vrienden en dierbaren.’ Loon op Zand kan zonder pottenkijkers rouwen.