Ik heb nooit gevraagd om borsten en ronde heupen. Wie wil die nou als ze dít veroorzaken? De situatie waarin Jesse zich bevindt terwijl de gedachten over haar vrouwelijkheid door haar hoofd malen, is precair. Ze ligt op bed in een vakantiehuisje in een afgelegen bos, gekleed in slechts een sexy slip, haar handen met boeien boven haar hoofd vastgebonden aan de spijlen. Geen levend wezen is er te bekennen, behalve een gevaarlijke hond die graag rauw vlees eet. Nee, hier heeft ze nooit om gevraagd.
Gerald’s Game is een ‘Stephen King-verfilming’, een noemer die snel een genre aan het worden is, gezien de lawine van films en series gebaseerd op werk van de populaire schrijver. Momenteel is er zelfs een King-blockbuster in de bioscoop, It, gebaseerd op zijn gelijknamige jaren-tachtigroman. Gerald’s Game is bescheidener van opzet (het gaat om een originele Netflix-productie), maar dat maakt de film niet minder effectief. Integendeel, het verhaal leent zich uitstekend voor de nieuwe conventies van de ‘televisiecinema’, waarbij het gaat om het vinden van een middenweg tussen de intimiteit van de huiskamer en de meeslepende ervaring die de moderne bioscoopzaal biedt.
Jesse (Carla Gugino) ligt dus op het bed, vastgebonden door haar man Gerald (Bruce Greenwood), die al aan het begin van het verhaal uit de running is, zullen we maar zeggen. Dan slaat de paniek bij haar toe, want wat doe je? Hoe lang kan een mens overleven zonder water? En wat nu als die enge hond met de scherpe tanden aan haar lichaam komt ruiken?
De transplantatie van boek naar film werkt uitstekend. Bij King is de stijl een combinatie van flashbacks en een ik-verteller die haar leven via een stream of consciousness in ogenschouw neemt terwijl ze vastgebonden ligt. Regisseur Mike Flanagan vindt hier een filmische oplossing voor. Via close-ups én wijde shots bindt hij de twee relevante kamers aan elkaar – die waar de film zich afspeelt en die waar de kijker zich bevindt.
Zo is Jesse’s verhaal, zowel wat ze doormaakt op het bed als de nachtmerrie uit haar jeugd, vooral een intiem soort horror, ingegeven door de verschrikkelijke herinneringen die bij haar naar boven komen en die het eigenlijke verhaal vormen. Haar verzuchting over haar vrouwelijkheid komt voor in Kings roman, niet in de film. Maar dat hoeft ook niet. Wat we zien suggereert genoeg: in haar strijd om overleving in het vakantiehuisje wordt ze geconfronteerd met het trauma uit haar jeugd, en dat heeft alles met haar seksuele identiteit te maken. En de confronterende vraag of deze twee dingen aan elkaar gekoppeld zijn: is vrouw-zijn een vloek, in die zin dat ze niet alleen als kind te maken had met de ‘last’ ervan, maar ook in haar huwelijk? Ze is getrouwd, in essentie een trofeevrouw. En hier ligt ze nu: vastgebonden door haar impotente man. Waar het allemaal naartoe gaat valt te lezen aan het begin van de roman, als King citeert uit W. Somerset Maughams verhaal Rain. Het is Miss Sadie Thompson die zegt: ‘You men! You filthy, dirty pigs!’
Nu te streamen op Netflix