Voordat hij de rails van de Trans-Siberische spoorlijn oversteekt, de rits die het westen van Rusland en het oosten aan elkaar rijgt, kijkt Michail Oetrobin rechts, dan links. Niet voor het aankomende verkeer, maar om ons vast te pinnen op de kaart van het grootste land op aarde. ‘Zevenhonderd kilometer die kant op ligt Vladivostok. Negenduizend in de tegenovergestelde richting: Moskou.’
Het was een uur rijden geweest vanuit de stad Chabarovsk over een recht geasfalteerde weg. Behalve berkenbomen die als knobbelige heksenvingers uit de maagdelijke sneeuw staken was er niets. Toch koos Oetrobin, 34, de locatie juist vanwege de nabijheid van de bewoonde wereld. ‘Ver’ is in het verre oosten, meer nog dan in de rest van Rusland, een nogal relatief begrip.
Net als veel Russen uit de middenklasse is Oetrobin niet wereldvreemd. Hij trok met een rugzak door Azië en de voormalige sovjetrepublieken en kent zijn eigen land goed. Maar toen hij hoorde van het grátis hectare-programma van de overheid schoten hij, zijn vrouw en twee dochters definitief wortel in zijn geboortestreek.
Met de coördinaten van de website van het initiatief als kompas was hij op een ochtend in 2016 op zijn mountainbike Chabarovsk uit gereden. Urenlang de asfaltweg af, langs het dorp Kroeglikovo en over het spoor, tot dicht bij de grens van een natuurreservaat. ‘Mijn stuk land moest aan meerdere eisen voldoen. Het moest dicht bij een weg zijn en dicht bij de stad. Maar ik koos deze plek voor haar schoonheid. Er was hier toen niets behalve het bos, het uitzicht op de bergen, en ik.’
Nu, vijf jaar later, staat hij op het terras van zijn nieuwe huis in Scandinavische stijl dat uitkijkt op een koeienstal. Terwijl achter hem een medewerkster de dieren met een schurende stem uitfoetert – ‘ze houdt echt wel van ze, hoor’, verzekert Oetrobin – schetst hij voor de zoveelste keer de droom. Ooit zal het een vakantiepark zijn voor eco-toeristen. Ze zullen op expeditie gaan door de wilde natuur waar de exotische amoertijger rondstruint, bij terugkomst ontspannen in de banja, en kwarkpannenkoekjes eten gemaakt van melk uit eigen stal.
Als voormalige sales manager van een grote Russische sportketen weet Oetrobin het goed te verkopen. Zijn vlotte babbel en sociale-media-skills maken hem tot de posterboy van de zogeheten hectaristen. Aan wie het horen wil vertelt Oetrobin dat alles mogelijk is; een boodschap die Russen dagelijks geserveerd krijgen door patriottistische politici en staatsmedia, maar waarin maar weinigen echt geloven. Voor de Russische overheid is dat jammer, want juist dat geloof is bepalend in de poging om Rusland bij elkaar te houden.
Rond dezelfde tijd dat de Europese kolonialisten westwaarts trokken, de Atlantische Oceaan over richting de Nieuwe Wereld, gingen de Russen juist steeds verder in oostelijke richting. Net zo ver totdat in 1639 de verkenner Ivan Moskvitin met een clubje Kozakken de kust van de Stille Oceaan bereikte. Het was een grote geopolitieke overwinning – het Russische Rijk omspande vanaf dat moment maar liefst drie continenten – maar ook een hoofdpijndossier voor toekomstige heersers. Want hoe te zorgen dat de uitgestrekte wildernis niet alleen op papier, maar ook in het echt Russisch zou worden, en blijven?
‘Veroveren is één ding, maar geen enkel land is in staat om zo’n groot gebied te behouden met uitsluitend militaire middelen. Dat kan alleen als het permanent bevolkt wordt’, zegt Artjom Loekjanjets, hoofdonderzoeker aan het Instituut voor Demografisch Onderzoek van de Russische Academie van Wetenschappen.
Zo gemakkelijk was dat nog niet: het genadeloze klimaat, de onmenselijke afstanden en het gebrek aan enige infrastructuur temperden het enthousiasme van allen behalve de meest vrijheidslievende Kozakken, (voormalige) gevangenen en wanhopige vluchtelingen.
Onder verschillende tsaren werden er wel halfslachtige pogingen gedaan om het oosten bij het centrum te betrekken, maar de wens van controle over de eigen bevolking bleef zwaarder wegen dan geopolitieke overwegingen. Pas tussen de revoluties van 1905 en 1917 door ondernam premier Pjotr Stolypin een eerste serieuze stap om de situatie te corrigeren.
Hoeveel arme boeren precies zich door zijn landhervormingen lieten verleiden (of dwingen) om de lange reis naar het oosten te maken is niet bekend. Hoevelen de reis en barre omstandigheden overleefden en er daadwerkelijk bleven ook niet. ‘Tegenwoordig is het negen uur vliegen vanuit Moskou naar Chabarovsk. Die boeren reisden per trein, vaak met hun hele gezin, en eindigden in de rimboe. We hebben het hier niet over een reis naar Miami of Nice’, zegt Loekjanjets.
Toch is de schatting dat zo’n drie miljoen mensen vanuit centraal Rusland naar het oosten afreisden, aangetrokken door het vooruitzicht van dat wat hun al generaties werd ontzegd: hun eigen land. De mensenmassa was zo groot dat er speciale treinen aan te pas moesten komen.
Stolypin had een dubbele agenda. Ten eerste hoopte hij een nieuwe klasse te creëren van land bezittende boeren die de status quo (lees: tsaar Nicolaas de Tweede) zou steunen. Maar de verloren oorlog met Japan gaf ook de strategische overwegingen nieuwe urgentie.
Ook de bolsjewieken begrepen dat en zetten na hun machtsgreep (zoals wel bekend was Stolypins plan too little, too late en kreeg het tsarisme de doodsklap) de trend door, zij het op veel grotere schaal. Stalins megalomane ambitie om snel, sneller, allersnelst te industrialiseren bracht ongekende investeringen met zich mee en een toestroom van arbeiders en jeugdige vrijwilligers van de Komsomol die hun steentje wilden bijdragen aan de ontwikkeling van het aan grondstoffen schatrijke oosten.

Uit de wildernis verrezen mijnen, fabrieken en steden, niet in de laatste plaats dankzij de gedwongen arbeid van gevangenen die vanuit alle uithoeken van de Sovjet-Unie in de Goelag belandden. Wie de straf overleefde, bleef vaak hangen; het oosten heeft een manier om je hart te winnen en bovendien was er vaak niets om naar terug te keren. Het had eeuwen en miljoenen mensenlevens gekost, maar de disbalans tussen het westen en het oosten van het land leek eindelijk op koers om gedeeltelijk te worden rechtgetrokken.
De Sovjet-Unie viel uiteen in 1991, en zo ook die ambitie. Elke verlaten mijn en fabriek die de deuren sloot was een reden minder om in het oosten te blijven. Dat gold in het algemeen voor de gebieden in Ruslands periferie, maar de leegloop was nergens zo dramatisch als in het verre oosten. De bevolking slonk met een kwart, zodat vandaag een gebied dat meer dan een derde van het hele land beslaat wordt bewoond door maar vier procent van de totale bevolking, zo’n zes miljoen mensen.
In een demografische nachtmerrie voor Rusland wonen vlak over de grens, in alleen al de drie provincies die samen Mantsjoerije vormen, zo’n 110 miljoen Chinezen.
In 2013 greep president Poetin in. De ontwikkeling van Siberië en het verre oosten was een ‘nationale prioriteit’ voor de 21ste eeuw. ‘De taken die voor ons liggen zijn van een ongekende omvang, wat ook betekent dat er bijzondere stappen moeten worden ondernomen’, verklaarde hij in een toespraak aan Russische senatoren.
In een overduidelijke echo van Stolypins plan werd drie jaar later, in 2016, het hectare-programma gelanceerd. Het concept is simpel: elke Rus maakt aanspraak op een hectare land in het verre oosten. Eerst in bruikleen, en als kan worden bewezen dat het land ontwikkeld wordt, na een periode van vijf jaar als eigendom. Deze zomer werd het programma uitgebreid naar het Arctische gebied, en ook buitenlanders die minimaal vijf jaar in Rusland hebben gewoond komen in aanmerking voor een stuk land.
Er wordt breed uitgepakt. Op posters en in reclamespotjes worden Russen lekker gemaakt voor ‘een leven waar je altijd al van hebt gedroomd: leven en werken op je eigen land’. Een moderne website moet het proces makkelijker maken dan voor de boeren rond de eeuwwisseling. Aanvragen worden online behandeld en voor wie koudwatervrees heeft is er een aparte sectie met ‘succesverhalen’. Er is de ondernemer die kruidenthee maakt op het schiereiland Kamtsjatka, de paardenliefhebber die in dezelfde regio een manege oprichtte, en de sporter die in Magadan een paraglidingclub opende.
Na het te hebben geprobeerd met Kozakken, arme boeren, sovjetarbeiders en gevangenen, vestigt de Russische overheid de hoop nu op een andere bevolkingsgroep: de avontuurlijke Rus.

Een luttele twee maanden na zijn aanvraag van vijf hectaren, één voor elk lid van zijn gezin, kreeg Oetrobin de juiste papieren. Alsof er een vloek op het land rustte, begonnen toen de problemen. Eerst overleed zijn vader. Toen ging het aannemersbedrijf dat zijn stal zou bouwen er met een kwart van zijn budget vandoor.
Het eerste jaar was nog net niet voorbij toen het koppel dat hij had aangenomen om op het terrein te passen tijdens zijn afwezigheid van hun eerste salaris aan de fles ging. ‘De man bedreigde me met een kettingzaag en eiste meer geld. Uiteindelijk liep het af met een sisser: een paar gebroken ramen en een gestolen fiets, maar die kreeg ik terug nadat ik de politie inschakelde.’
Alcoholmisbruik en een gebrek aan goede werkkrachten speelden ook in jaar twee op. Dat begon met de plotselinge verdwijning van de dierenarts die de geboorte van de nieuwe kalveren zou begeleiden. ‘Toen ik haar ging zoeken in haar woonplaats veertig kilometer verderop zeiden de plaatselijke dorpelingen: “Die? Die is al weken helemaal lam.”’ Twee van zijn vijftien koeien haalden het niet. Niet lang daarna kreeg hij een telefoontje dat de schuur met gloednieuwe apparatuur tot de grond was afgebrand.
Met een wrange glimlach somt hij het horrorverhaal nog eens op in vijf steekwoorden: ‘Vader. Oplichterij. Kettingzaag. Dierenarts. Brand. Het zijn momenten waarop je het liefst een berk wil omhelzen en wil huilen.’
Maar veruit de meeste hectaristen klagen over bureaucratie en corruptie.
In 2017, het jaar nadat het initiatief werd gelanceerd, kwam het eerste verhaal al binnen tijdens Poetins Directe Lijn, een groots opgezette jaarlijkse tv-show waarin Russen hun beklag kunnen doen bij de president. Ene Ivan Tarkin uit Vladivostok wachtte al een half jaar op de juiste papieren. ‘Iets anders dan een aanfluiting kun je het niet noemen’, brieste hij. Poetin beloofde het uit te zoeken en zei dat het programma ‘niet slecht’ werkte. (Russische media berichtten later dat Tarkin inderdaad zijn hectare had gekregen, op een afgelegen plek en zonder elektriciteitsverbinding.)
Het daaropvolgende jaar tijdens de vragensessie kwam er weer een klacht. ‘De stukken land zijn zo afgelegen dat het onmogelijk is er te komen, mensen schrijven dat dat komt doordat functionarissen het beste land al hebben afgepakt’, klonk het. Zulke klachten hebben een afschrikkende werking, vooral omdat de meeste Russen al niet staan te popelen om een dergelijke sprong in het diepe te maken.
Meer dan 220 miljoen hectaren liggen voor het grijpen. Ter vergelijking: dat is twee keer zo veel als in Abraham Lincolns Amerikaanse Homestead Act die in de negentiende eeuw voor een bevolkingsverschuiving naar het ‘Wilde Westen’ zorgde. In Amerika werd dankzij dat beleid uiteindelijk tien procent van het totale grondgebied geprivatiseerd. In Rusland daarentegen hebben volgens de laatste officiële cijfers 96.000 Russen een hectare gekregen – en veruit de meesten van hen woonden al in het verre oosten.
In tegenstelling tot in Stolypins tijd is Rusland geen agrarische economie meer, de belofte van land alleen doet geen hoofd meer op hol slaan. En de bezieling van de Komsomol-activisten heeft al lang plaatsgemaakt voor het ideaal van het kleine geluk in eigen kring. Zowel de meest wanhopige als de meest avontuurlijke Russen zoeken hun toekomst voornamelijk in het westen van hun eigen land, in steden als Moskou of Sint-Petersburg, of nog verder, in Europa of Amerika. Voor wie zich dat niet kan permitteren is een hectare te weinig, zijn de percelen te afgelegen en de subsidies om de ontwikkeling op te starten te mager.

‘De tijden zijn veranderd. Niemand wil meer ergens belanden waar geen voorzieningen zijn of infrastructuur. Ik was laatst in het noordelijke Tsjoekotka. Om vanuit daar een foto via WhatsApp te sturen ben je echt wel even bezig. Daar zit de jeugd van nu niet op te wachten’, zegt onderzoeker Loekjanjets. ‘Het wordt niet openlijk erkend, maar wat was ontworpen als een programma om mensen naar het oosten te trekken, is uiteindelijk een programma geworden om mensen hier te houden.’
Volgens hem dient het initiatief vooral als stimulans voor lokale bewoners die een huis willen bouwen of een bedrijf willen starten of uitbreiden.
Zoals de imker Sergei Soerovtsev, buurman van Oetrobin. Na achttien jaar in het leger besloot hij zijn leven om te gooien en verhuisde naar Kroeglikovo. Het hectare-programma was een prettige meevaller; hij hoefde niet eens te verhuizen. Op zijn terrein staan nu bijna dertig bijenkasten op elkaar gestapeld in de sneeuw. Hoe de bijen op de ijzige temperaturen zullen reageren is ‘een experiment’, zegt hij vol goede moed. ‘We zullen in de lente zien wat ervan komt.’
Veel van de hectaristen zoeken veiligheid in het collectief. De hectaren van Oetrobin en Soerovtsev behoren tot de grootste agglomeratie van hectaren van het programma: duizend hectaren zijn formeel uitgedeeld. Voor hen hebben de autoriteiten een weg en elektriciteitskabels aangelegd, binnenkort komt er ook een internetverbinding. Toch ligt het merendeel van het opgeëiste land nog steeds braak.
Oetrobin, wiens eigen ouders op een golf van enthousiasme naar het verre oosten verhuisden om mee te werken aan de Baikal-Amoer Magistraal-spoorlijn, heeft er geen goed woord voor over. ‘De sovjettijd heeft Russen geprogrammeerd om maar te verwachten dat alles vanzelf wordt geregeld of dat iemand je precies gaat vertellen wat je moet doen. Er zijn veel hectaristen die zeuren over dat dit of dat zou ontbreken. Maar je moet zelf ook de handen uit de mouwen steken. Ik doe alles zelf en hou alles in de gaten. Elke koe heeft een aparte WhatsApp-groep.’
Zelfs die andere hindernis, de gekmakende Russische bureaucratie, heeft hij weten te temmen. ‘Sinds een half jaar is onze boekhouding volledig transparant. Als iemand iets zegt over dit of dat papiertje dat zou ontbreken, of die of die lijst waar ik niet op sta, dan weet ik hoe ik het ter plaatse moet oplossen.’ Bovendien, zegt hij, verstrekt de overheid verschillende subsidies om beginnende ondernemers te helpen. En ook daar gaat het om de persoonlijk aanpak: ‘Ik weet precies bij welke baliemedewerker je moet zijn, en waar je beter niet eens aan kunt beginnen.’

Boer Dmitri Kovalenko – blauwe ogen, sproeten, korte nagels met zwarte randjes van de aarde – wil niets weten van subsidies. ‘Ik blijf liever klein maar zelfstandig.’ Eeuwenlang centraal bestuur vanuit het westen heeft het rebelse trekje onder de inwoners van Siberië en het verre oosten niet kunnen onderdrukken. Ver van het politieke centrum, zeven tijdzones, laten ze zich niet zomaar door Moskou de les lezen.
Grote politieke protesten komen in Rusland nog zelden voor; de risico’s op arrestatie en gevangenisstraf zijn te hoog. En toch deden de bewoners van Chabarovsk vorige zomer hun landgenoten versteld staan toen ze wekenlang massaal de straat op gingen in opstand tegen de naar hun mening politiek gemotiveerde arrestatie van hun gouverneur. De gouverneur zit nog steeds vast, in zijn plaats is een loyale aanhanger van de regeringspartij Verenigd Rusland geïnstalleerd. Toch zal het Kremlin het hebben opgevat als een teken aan de wand.
Voor Kovalenko, 31, zit zijn vrijheid in zijn veld. Het is moeilijk te geloven, maar hij denkt dat onder de sneeuw wel degelijk rijen aardbeien liggen. Geld voor een kas had hij niet, en er is ook geen bewaking. Zijn aardbeien zijn overgeleverd aan knaagdieren, wilde zwijnen, en een steeds extremer klimaat. ‘Afgelopen juli was het vijftig graden. Ik keek naar de verwelkte blaadjes van mijn aardbeienplantjes en mijn hart begaf het bijna. Al mijn geld zit in deze velden.’ Hij lijkt er nog ontspannen onder.
Zijn stuk land op de rand van het dorp Drofa was geen liefde op het eerste gezicht. Het stond onder water en het gras reikte tot aan zijn middel. Maar het lag op tien minuten rijden van het dorp waar hij zelf woont en op een gunstige locatie: vlak naast de lokale begraafplaats. ‘Dat betekent een constante aanloop van klanten.’
Net als veel Russen verbouwden hij en zijn familie al jarenlang groenten in het stuk veld achter hun huis toen het idee ontstond om aardbeien te planten. De duizend zaailingen waar ze mee begonnen bleken niet genoeg om de honger van hun dorpsgenoten te stillen. ‘Het was een groot succes, de mensen wilden meer. De oude generatie lijdt aan tunnelvisie. Ze kijken al dertig jaar tegen hun moestuin aan en zien de kansen niet.’
Kovalenko komt uit een nest van zuiderlingen. Zijn moeders familie verhuisde in Stolypins tijd naar de streek vanuit de regio Volgograd. Aan vaders kant stamt hij af van Don-Kozakken. In de regio Primorje, de meest oostelijke van Rusland, hadden zijn voorouders een succesvolle boerderij met vee en paarden. Voor de bolsjewieken was dat genoeg om hen tot ‘koelak’ te bestempelen, de zogenaamde rijke boeren die volgens Stalin moesten worden ‘geliquideerd’. Het bezit werd geconfisqueerd en de pater familias belandde in een werkkamp. ‘Je bent je hele leven met iets bezig en in één klap wordt alles afgepakt’, zegt Kovalenko.
Dat het op z’n minst curieus is dat hij vele generaties later op eigen kracht weer een boerenbedrijf probeert op te bouwen is niet in hem opgekomen. Dat was toen.

Veel reëler voelt de nabijheid van China, Zuid-Korea en Japan. De Aziatische aanwezigheid valt niet te ontkennen, niet op de weg – lokale bewoners grappen graag dat er in Chabarovsk meer Japanse auto’s zijn dan Russen – en niet op de markt. Land dat vroeger braak lag wordt met Chinese staatssteun geleased door Chinese ondernemers die voornamelijk soja, maar ook andere groenten verbouwen. Tegen hun vorm van intensieve landbouw kunnen zelfs de grootste Russische ‘agroholdings’ nauwelijks op – laat staan de kleine hectaristen. Om zich te onderscheiden concentreren de Russen zich op kwaliteit.
De melkproducten uit Oetrobins winkeltje in de stad verkoopt hij voornamelijk aan jonge vrouwen met gezinnen en aan gepensioneerden die bereid zijn iets meer te betalen voor goede melk, kwark en kaas. Kovalenko zegt ‘het verhaal van elke aardbei’ te kennen. En Soerovtsevs honing wordt verkocht in een groot winkelcentrum aan de rand van de stad dat volledig in het teken staat van ecoproducten. Een positieve ontwikkeling voor de foodies in het verre oosten wellicht, maar niet helemaal wat het Kremlin beoogde met het hectare-plan. Wellicht beseffend dat het verre oosten een verloren wedstrijd is, richt het zich nu volop op de ontwikkeling van het Arctische gebied.
Het smelten van poolijs biedt kansen als het gaat om de extractie van grondstoffen en de opening van nieuwe scheepvaartroutes in het noorden. Ondertussen kijkt Rusland met groeiend wantrouwen naar de ambities van China en Navo-landen in de regio. Het is een verhaal dat niet expliciet wordt vermeld bij het promoten van het hectare-programma in het noorden. Lokale politici hebben het voornamelijk over het bevorderen van de industrie en vooral de landbouw en de visserij, en het tegengaan van de leegloop. Zo’n tweeënhalf miljoen Russen wonen op een oppervlakte groter dan een kwart van Rusland, een gebied dat losstaand het zevende grootste land ter wereld zou zijn.
Volgens de minister van Ontwikkeling van het Verre Oosten en de Arctische Zone, Aleksei Chekoenov, stromen de aanmeldingen voor een hectare binnen. Sinds de zomer zijn er al duizend hectaren uitgedeeld, meer dan een miljoen hectaren zijn nog steeds beschikbaar.
De eerste hectare werd met veel publiciteit uitgereikt aan een vrouw in de Moermansk-regio die zei plannen te hebben om een botanische tuin op te richten. Over wie de andere kandidaten zijn wordt nog weinig bericht – op succesverhalen is het nog een paar jaar wachten.
Pas als de dooi over zes maanden inzet zal Kovalenko het antwoord te weten komen: welke aardbei kan de winter van het verre oosten het best aan, de Syrische, de Italiaanse of toch de Nederlandse soort? Onlangs kocht hij een tractor die hij trots voor zijn huis parkeerde. Het doel is om volgend seizoen een ton aardbeien te verkopen.
Het hectare-programma van de overheid lijkt niet het wondermiddel dat het verre oosten nodig heeft, zoveel is duidelijk. In 2020 kromp de regio met 45.000 mensen, bijna twee keer zoveel als de jaren daarvoor.
Maar voor lokale bewoners als Kovalenko is het een medicijn tegen de uitzichtloosheid van werkloosheid en alcohol enerzijds en het geestdodende en onderbetaalde werk in de stad anderzijds. Zijn vrouw ziet met lede ogen aan hoe hij het schamele familiekapitaal in de aarde stopt. ‘Ze droomt ervan dat ik ook gewoon net als anderen een stabiele kantoorbaan neem.’
Maar Kovalenko is zelfverzekerd: de aanhouder wint. ‘Ik vertrouw erop dat het gaat lukken. Er zal een tijd zijn dat ook wij op vakantie kunnen gaan. Naar de Malediven.’