
Wil je de ontwikkelingen in Turkije enige duiding geven, dan moet je het verhaal van de reiziger met de mannetjeskameel kennen. In dit verhaal vertrekt een handelaar met zijn kameel van zijn woonplaats, waar kalief Ali het voor het zeggen heeft, naar Damascus. Op bestemming aangekomen wordt de reiziger onthaald door een gure Damasceen, die beweert dat de kameel in kwestie een vrouwtje is en hemzelf toebehoort. De reiziger weet niet wat hij hoort en roept als door een bij gestoken uit: ‘Verrek, iedereen ziet toch dat dit een mannetje is. Deze kameel is sinds zijn geboorte mijn eigendom.’
Maar de Damasceen blijft volhouden dat het dier zijn eigen vrouwtjeskameel is. Er zit niets anders op dan naar de leider van Damascus te gaan die bij geschillen als rechter fungeert. De leider van Damascus heet Moeawija en staat op gespannen voet met kalief Ali. Hij onderwerpt de kameel aan een intensieve inspectie en besluit uiteindelijk om te rade te gaan bij het volk. Die namiddag nog komt een massa van tienduizend mensen bijeen op het stadsplein. Moeawija schreeuwt naar de grote menigte: ‘Is dit dier een mannetjeskameel?’ De menigte roept in koor terug: ‘Nee, het dier is een vrouwtjeskameel.’
Hierop moet de reiziger zijn kameel afstaan aan de gluiperd. Voordat hij met groot verdriet in het hart afdruipt, wendt hij zich tot Moeawija: ‘U weet toch ook dat de kameel een mannetje is…’ Moeawija’s antwoord gaat als volgt de boeken in: ‘Natuurlijk is het een mannetje en is het jouw eigendom. Maar ga terug naar je stad, zeg tegen kalief Ali dat ik tienduizend trouwe volgers heb die desgewenst in een mannetjeskameel een vrouwtje zien. Zeg tegen hem dat hij Moeawija moet vrezen…’
De verkiezingen in Turkije zijn nu achter de rug en premier Tayyip Erdogan heeft de zoveelste toespraak over zijn zege gehouden. De tienduizenden onder het balkon hebben de man toegejuicht en hebben hem net als de overige 45 procent van de stemmers een nieuw mandaat gegeven voor meer islamisme. De grote, trouwe achterban leek de afgelopen maanden op de menigte in Damascus: ze wist dat hun leider door het corruptieschandaal en alle andere zaken in zwaar vaarwater was gekomen en juichte en klapte enthousiaster dan ooit. En dat deed ze ondanks de verhalen over zelfverrijking bij Erdogan.
Afgelopen december had de politie tijdens huiszoekingen bij ministerszonen miljoenen euro’s aan zwart geld aangetroffen. Het onderzoek spitste zich toe op de handel tussen Turkije en Iran die plaatsvond in een tijd waarin Iran onder het handelsembargo van de Verenigde Naties viel. Volgens de officieren van justitie heeft de Turkse regering dat embargo omzeild met illegale goudhandel en hebben niet alleen ministers, maar ook Erdogan de kamers van hun huizen flink gevuld met dollars en euro’s.
De regering reageerde in december op dit onderzoek door duizenden politiemensen en honderden officieren van justitie uit hun functies te ontheffen of door hen naar andere delen van het land te verbannen. Maar de tientallen telefoongesprekken tussen de regeringsleden en hun zakenpartners circuleren nu op internet en laten geen ruimte meer over voor twijfel. In het meest geruchtmakende telefoongesprek praat Erdogan met zoon Bilal en draagt hem op om het geld in de huizen zo snel mogelijk te verduisteren. Zoonlief belt de volgende dag terug en deelt zijn vader mee dat het grootste deel van het geld inmiddels op veilige adressen is ondergebracht; er is nog een restant van dertig miljoen euro.
Er is nog meer gebeurd sinds die 17de december toen het OM-onderzoek van start ging. Om bij het meest hartverscheurende voorbeeld te beginnen: het overlijden van de vijftienjarige Berkin, die tijdens de Gezi-protesten van vorig jaar naar buiten was gegaan om brood te halen. Hij werd door een traangascapsule van de politie in het hoofd getroffen. Na negen maanden coma blies hij twee weken geleden de laatste adem uit. Wat was de reactie van de regering op dit drama? De oud-minister van Europese Unie-zaken Egemen Bagis, tevens een van de vier ministers die vanwege het corruptieonderzoek hebben moeten aftreden, maakte de honderdduizenden mensen die de begrafenis van de jongen bijwoonden op Twitter voor ‘necrofielen’ uit. Tayyip Erdogan zelf riep herhaaldelijk in de microfoons dat Berkin een terrorist was en wel degelijk had meegedaan aan de rellen. De rouwende moeder van de jongen kreeg er iedere keer ook flink van langs van de premier.
Na het corruptieonderzoek heeft de Turkse premier ook de rechtsstaat afgeschaft, door de Raad van Rechters en Aanklagers onder het ministerie van Justitie onder te brengen. Verder is er een internetwet in werking gesteld die een ambtenaar van de regering in staat gaat stellen om video’s, telefoonopnamen en teksten binnen twee uur van het internet te verwijderen. Een week voor de verkiezingen zijn Twitter en YouTube geblokkeerd om de tapes over corruptie van het grote publiek weg te houden. Ondertussen werkt men ook ijverig aan een wet die ervoor moet zorgen dat de Turkse veiligheidsdienst binnenkort direct onder de premier gaat vallen.
Dit zijn de omstandigheden waaronder de Turken hun stem hebben uitgebracht bij de ‘belangrijkste’ lokale verkiezingen in de geschiedenis van de Turkse republiek. Voor de regerende akp en voor de oppositie was 30 maart eerder een referendum over het beleid van Erdogan dan verkiezingen waarbij nieuwe burgemeesters gekozen werden. De akp van Erdogan heeft 45 procent van de stemmen gekregen en wat ook van grote importantie is: de metropolen Istanbul en Ankara, al twee decennia in handen van de islamisten, hebben weer voor de partij van de machtige premier gekozen.
Hoe kan dit? De historica Ayse Hur heeft zich hier ook het hoofd over gebroken. In een essay dat ze over deze kwestie schreef, zet ze eerst de historie van het ‘recht op leven’ uiteen. Ze meldt dat gezien de duur van de menselijke geschiedenis dat recht als iets ‘recentelijks’ beschouwd kan worden. Ze haalt de Magna Carta aan, maakt melding van de Pax Romana bij de Romeinen en doet uit de doeken dat zelfs de Franse Revolutie geen punt had gemaakt van het recht op leven. Met de tijd evolueerde de westerse wereld echter naar een systeem waarin niet alleen het recht op leven gewaarborgd wordt, maar waarin de burger zelfs het grondwettelijke recht krijgt om te rebelleren tegen opkomend autoritarisme.
Kan de massale steun van de Turken aan de moslimpartij in dat licht gezien worden? Hur legt dit fenomeen uit door terug te gaan in de tijd. Cicero’s filosofie gaat er bijvoorbeeld van uit dat de wet zijn kracht niet aan de mens ontleent maar aan de goden. Gehoorzaam je niet aan de wet, dan krijg je de zwaarste straffen van de goden. Een andere Romaanse denker, Seneca, onderstreept het belang van de gehoorzaamheid aan de staat. En binnen die staat zou iedereen van de generaal tot de slaaf zijn bijdrage kunnen leveren aan een beter systeem.
Ayse Hur schrijft: ‘Een opstand tegen de onrechtvaardige koning, sultan, keizer of president wordt bij de oudere beschavingen als een opstand tegen God, Allah of de Schepper gezien. Want de sterke leiders zijn per slot van rekening de vertegenwoordigers van de grotere machten in de wereld. Het is daarom niet verwonderlijk dat er zo weinig mensen zijn die zich in de achtergebleven maatschappijen verzetten tegen tirannie.’
Wat zegt de akp-stemmer zelf? Waarom blijven ze een leider en diens kliek steunen van wie zo goed als zeker vaststaat dat ze voor ongehoord hoge bedragen hebben gefraudeerd? Voor een antwoord op deze vraag gaan we terug naar de nacht van het overlijden van de vijftienjarige Berkin. Het seculiere kamp is kapot van het bericht van zijn dood en verzamelt zich op de belangrijkste pleinen van de steden. Een van die pleinen is in Besiktas in Istanbul. Duizenden jonge en oude demonstranten roepen leuzen dat Erdogan een moordenaar is. De stoet bereikt het partijkantoor van de akp aan een van de grootste straten van de wijk. Opeens vliegen de stenen naar de ruiten van het partijkantoor, de klappen op de dikke glazen klinken als pistoolschoten. Na herhaalde pogingen sneuvelen de ruiten. De hitsige lui botvieren hun woede op het propagandaspul in het kantoor, ze bekladden de muren, spugen op de posters van Erdogan, smijten met de stoelen en de tafels. De massa loopt vervolgens door.
Even later komen de akp-mensen om de schade op te nemen. Daar raak ik aan de praat met twee fervente vrouwelijke aanhangers van Erdogan. Ze houden hartgrondig van de sterkste man van het land. In een theehuis naast het kapotgeslagen partijkantoor roken ze sigaretten en drinken thee. De samenvatting van hun relaas is: ‘Welke partij is dan niet corrupt? Het is alleen maar goed dat Erdogan ook heeft gestolen… Hij heeft toch mooie wegen laten bouwen? Vergelijk Turkije maar met twaalf jaar geleden, is het land niet rijker geworden? Natuurlijk gaat hij dan zelf ook profiteren van de toegenomen rijkdom… Natuurlijk heeft hij zijn familie verrijkt, zou jij het niet doen als jij premier was geweest?’
Een andere groep vrouwen, aan de andere tafel, kan niet meer tegen de uitspraken van de akp-dames. Een van hen staat op, draaft naar de kassa en dondert: ‘Ik kan hier niet meer tegen. Ik krijg nog een hartaanval, zeg.’ De twee akp-vrouwen storen zich niet aan de woede bij de rest. Ze nemen nieuwe scheutjes van hun thee, steken nieuwe sigaretten op en melden met groot plezier in de stem dat wat de oppositie ook doet hun idool de verkiezingen altijd zal winnen.
Ook na wat er allemaal is gebeurd de afgelopen maanden blijft de partij van de premier een hechte groep. De islamistische achterban verbaast zich er niet eens over dat de verkiezingen alweer met groot verschil zijn gewonnen. Omdat ook nu de electorale steun is verkregen hoeven Erdogan en zijn naasten zich voorlopig geen zorgen te maken om rechterlijke vervolging.
Een van de weinige mensen uit de akp-gelederen die ongelukkig is met deze gang van zaken is Omer Faruk Gergerlioglu. Deze arts was tot een paar jaar geleden voorzitter van de aan de akp gelieerde mensenrechtenorganisatie Mazlumder. Op een koude avond in het historische centrum zegt hij: ‘Ik constateerde al langer dat de mensen van de partij rijker begonnen te worden. Niet alleen op landelijk, maar ook op lokaal niveau. Ik als moslim kan het niet over mijn hart krijgen om dezelfde weg in te slaan als het partijbestuur. Het grootste gevaar is dat veel mensen zich niet alleen tegen de akp-regering keren, maar ook tegen de islam. Het idee begint post te vatten dat corruptie en diefstal door de vingers gezien kunnen worden in de islam. Maar volgens de islam is niets erger dan corruptie en diefstal.’
De kleine man met de nog steeds typische dunne akp-snor onder de neus legt met een licht trillende stem uit wat de oorzaak is van deze tegenstrijdigheid. ‘Het islamisme heeft een lange strijd geleverd om aan de macht te komen’, verzucht hij. ‘De negentiende eeuw was voor de moslims in de hele wereld een eeuw van de totale nederlaag. De islamitische wereld heeft sindsdien besloten om weer aan de macht te komen, dat zou de enige remedie zijn voor de gevoelens van minderwaardigheid en verslagenheid. In Turkije hebben de islamisten nu die macht en wil men die macht koste wat het kost niet uit handen geven. Vandaar dat overal de complottheorieën klinken en de islamisten zich in alle bochten wringen om de laatste gebeurtenissen goed te praten. Erdogan doet zijn best om het onderzoek naar corruptie en diefstal tegen te houden. Ik vind dat erg gevaarlijk. Hij creëert als het ware een massa gelovigen die bereid is om met het idee van corruptie te leven.’
De erosie van de morele waarden bij mensen aan de top en bij de kring om die top heen is niet uniek. Niet alleen in Turkije heeft de absolute macht totalitarisme opgeleverd waar het graaien naar geld en nieuwe bezittingen de grootste drijfveer is. Het hele Midden-Oosten bulkt van dit soort regimes. Bijzonder aan Turkije is dat het hoopgevende experiment van ‘moslimdemocratie’ jammerlijk is mislukt en het volk dat de islamisten aan de macht heeft geholpen geen traan lijkt te willen laten voor dat falen.
Gergerlioglu betreurt de recente gang van zaken en is van mening dat ook de akp-achterban vroeg of laat gewetensbezwaren gaat krijgen. ‘Ik ben erg pessimistisch over de toekomst van de politieke islam. Het kan best zijn dat Erdogan erin slaagt om geen stemmen te verliezen, maar zijn beleid gaat ten koste van de psychologie van mensen. Ik sluit niet uit dat het islamistische gedachtegoed de banden met het volk verliest. De premier heeft het constant over “wij” en “zij”. Ondertussen doet hij dingen die tegen alle principes van het volk indruisen. Dan moet hij straks niet raar opkijken als de achterban die hem nu trouw is de partij bij de volgende verkiezingen in de steek laat.’
Waarom het akp-volk zich nu niets aantrekt van de schokkende gebeurtenissen… Gergerlioglu zucht, neemt nog een laatste slok van zijn donkere thee en zegt: ‘Mensen hebben van Erdogan gehouden. Het is net als bij echtscheidingen. Het vergt tijd om iemand los te laten en aan de verwerking van het trauma te beginnen.’
Beeld: Tayyip Erdogan brengt zijn stem uit voor de gemeenteraadsverkiezingen (Murad Sezer/Reuters).