In zijn wekelijkse column in de Franse zakenkrant Les Echos voert Dominique Moïsi geregeld televisieseries ten tonele. Zo stond hij afgelopen week nog uitvoerig stil bij de populaire Britse serie The Crown, over de jonge jaren van koningin Elizabeth II. Moïsi citeerde haar tutor, die op zijn beurt weer Walter Bagehot aanhaalde, de bekende negentiende-eeuwse journalist. ‘Een premier moet efficiënt zijn, een vorst waardig’, placht die te zeggen. Daarop dwalen Moïsi’s gedachten naar de Franse en Amerikaanse presidenten die beide kwaliteiten in zich dienen te verenigen. En van daaruit naar Donald Trump, die zich in de aanloop naar zijn presidentschap al niet bepaald waardig toonde met zijn beledigingen aan het adres van vrouwen, gehandicapten, Mexicanen et cetera. Dat werd er niet beter op tijdens zijn eerste persconferentie, waar hij tekeer ging tegen journalisten van nieuwszender cnn . Zelfs de Russische en Chinese leiders gedragen zich als waardiger vertegenwoordigers van hun land dan Trump, merkt Moïsi op. ‘Kun je wel efficiënt zijn als je niet waardig bent?’

Wie Moïsi afgelopen jaar een beetje volgde is niet verbaasd over de referentie aan The Crown. De co-oprichter van het eminente Institut Français des Rélations Internationales (ifri ) zwolg de afgelopen paar jaar in televisieseries. Hij schreef er een bestseller over: La géopolitique des séries, inmiddels in tal van landen vertaald. Hierin legt hij allerlei prikkelende dwarsverbanden tussen hitseries als Game of Thrones of House of Cards en de internationale politiek. Zijn veronderstelling is dat fictie en werkelijkheid elkaar beïnvloeden. De series zijn een afspiegeling van de emotionele toestand waarin wij ons in het Westen bevinden. Tegelijk beïnvloeden ze die toestand ook. Dat geldt ook voor de geopolitieke realiteit die in de series wordt beschreven. Deze dringt erin binnen, maar wordt er tot op zekere hoogte ook door gevormd.

Zo veroorzaakte een collectief kunstenaars in 2015 een enorme rel met graffiti waarop onder andere ‘Homeland is racistisch’ in het Arabisch viel te lezen. Homeland gaat over teruggekeerde geheimagenten die mogelijk de kant van radicale islamisten hebben gekozen. De producent had een groep artiesten gevraagd de muren van de studio met Arabische slogans op te sieren zodat de set (een Syrisch vluchtelingenkamp op de Libanese grens) zo authentiek mogelijk zou overkomen. De gewraakte graffiti was bedoeld als kritiek op negatieve stereotypering van het Midden-Oosten.

House of Cards is razend populair bij de Chinese politieke elite. In deze serie gaat de Amerikaanse politicus Frank Underwood letterlijk over lijken om zijn doel, het presidentschap, te verwezenlijken. ‘Democracy is so overrated’, spreekt hij tot de kijker als hij wordt ingezworen als vice-president (‘één hartslag verwijderd van het presidentschap, terwijl niemand een stem op me heeft uitgebracht’). Het bevestigt de Chinezen in hun wantrouwen in de democratie en legitimeert zo hun eigen autoritarisme.

Wat Trump betreft: als hij niet al had bestaan, hadden scenaristen hem moeten bedenken, zegt Dominique Moïsi wanneer ik hem opzoek in zijn appartement in het deftige achtste arrondissement in Parijs. Tenminste, als ze dat aangedurfd hadden. ‘Een Trump-personage zou niet geloofwaardig zijn’, lacht hij malicieus. ‘Vergeleken met Trump is Frank Underwood een kruising tussen Immanuel Kant en Abraham Lincoln.’ Overeenkomsten zijn er natuurlijk ook. ‘Trump lijkt impulsief, maar ook bij hem is er dat calculerende van Underwood, bijvoorbeeld in de manier waarop hij zijn kernpubliek bedient en tegelijk een zekere salonfähigheid verwierf. Dat veronderstelt een flinke dosis cynisme. Met zijn zwartgallige retoriek roept Trump natuurlijk allerlei associaties op met de nadagen van het Romeinse Rijk.’

Moïsi zegt het op een toon alsof hij niet kan wachten op het moment dat het idee tot een televisieserie is verwerkt met Trump in de rol van een dolzinnige keizer à la Nero. In werkelijkheid maakt hij zich ernstige zorgen over de toekomst van de liberale democratie. ‘Van Beijing tot Moskou, en niet te vergeten Ankara, verkneukelt men zich over Trumps verkiezing en de vernederende tik die is uitgedeeld aan het establishment in Washington’, schreef hij onlangs. ‘Wanneer zelfs de Verenigde Staten zich rondom een sterke man scharen, is dat voor Xi Jinping, Poetin en Erdogan niet juist de bevestiging dat ze op de goede weg zijn?’ Dmitriy Kiseljov, de belangrijkste Kremlin-propagandist, roemde eerder deze week op de Russische staatstelevisie nog Trumps inaugurele rede omdat het woord ‘democratie’ er niet in gevallen was.

‘Lang was Amerika een soort levensverzekering voor de Europese democratieën’, zegt Moïsi. ‘Met de verkiezing van Trump is dat niet langer het geval. Dat maakt de toestand voor Europa in zekere zin erger dan voor de VS, want niet alleen zijn we op onszelf aangewezen, we zijn ook nog eens hopeloos verdeeld.’

Wat de EU en de VS volgens Moïsi het afgelopen decennium bond was een emotie: die van de angst. In 2008 schreef hij daar een spraakmakend boek over: La géopolitque de l’émotion (in het Nederlands vertaald als De geopolitiek van emotie). Hij wilde recht doen aan de naar zijn idee ondergewaardeerde rol die binnen het denken over internationale betrekkingen aan emoties werd toegekend. Die waren immers tot in de twintigste eeuw het domein van Europese aristocraten die haar zagen als een soort schaakspel. Staten en regeringen werden geacht rationeel te handelen. Na 1917 vervingen ideologieën de raison d’états.

‘Met zijn zwartgallige retoriek roept Trump natuurlijk allerlei associaties op met de nadagen van het Romeinse Rijk’

Vanaf de val van het communisme zou het nog slechts een kwestie van tijd zijn eer men ook buiten het Westen zou inzien dat er geen alternatief was voor de vrije markt en liberale democratie, zo klonk het. Maar sinds de Brexit en de overwinning van Trump daalt het besef in dat het evengoed wel eens heel anders zou kunnen lopen. Democratie is niet langer in de mode, autocratieën zijn dat wel.

In 2008 schreef Moïsi dat identiteitskwesties in de 21ste eeuw bepalend zullen zijn. ‘Ik ben uniek, ik ben anders – en zo nodig vecht ik net zolang tot jij mijn bestaan erkent.’ In zo’n wereld gaat het minder om politieke overtuiging en meer om de vraag naar wie wij zijn. Emoties spelen daar een belangrijke rol bij, niet in de laatste plaats dankzij de media, die tegelijk dienst doen als vergrootglas en als klankkast. Moïsi ontvouwde een ‘wereldkaart der emoties’: angst in het Westen, vernedering in het Midden-Oosten, hoop in Azië. Mengvormen waren Rusland (angst, vernedering en hoop), Afrika (hoop en wanhoop) en Latijns-Amerika (hoop en vernedering).

Maar dat was in 2008. Gevoelens van hoop zijn gestagneerd, die van angst en vernedering juist versterkt. ‘In het Westen heerst het idee dat we niet langer baas zijn over ons lot, alsof we de greep op het proces van globalisering zijn verloren.’ Zelfs in Amerika, het land dat zichzelf altijd zag als een in de toekomst te verwezenlijken project (de befaamde City upon a Hill) is de twijfel toegeslagen en overheerst de angst voor verval. Vorige week schetste Trump het land nog in de meest zwarte tinten. Moïsi vergelijkt emoties wel met cholesterol. ‘Zoals je goede en slechte cholesterol hebt, heb je positieve en negatieve emoties. Ik stel vast dat het slechte cholesterol heeft geprevaleerd.’

In die context was het niet verbazingwekkend dat Moïsi’s Franse uitgever graag een geactualiseerde versie van het oorspronkelijk boek wilde. Maar om onduidelijke redenen kwam het project niet van de grond. Ter afleiding begon Moïsi met het kijken van series. Op advies van zijn oudste zoon begon hij met Game of Thrones, al hield hij dat al snel voor gezien. ‘Het was me allemaal te gewelddadig en ik had weinig met die wereld van draken en ridders’, zegt hij. ‘Maar toen kwam Trump opzetten en ik dacht, hé, dit lijkt wel House of Cards.’ Moïsi schreef er een column over en dat was een enorm succes. ‘Studenten spraken me erop aan, ik kreeg honderden mails van lezers. Dus ik vertelde de uitgever dat ik misschien wel wist hoe ik mijn boekidee over angst een nieuwe wending kon geven.’

Moïsi sloot zich op in zijn buitenhuis in Normandië, zette zich op de bank en maakte zich op voor honderden uren televisie. Het was ‘du bingewatching’, zegt hij, op een manier zoals alleen een Fransman dat woord kan uitspreken. Zelfs Game of Thrones kreeg een nieuwe kans. Moïsi keek vier à vijf afleveringen per dag, onderwijl aantekeningen makend. Op die manier groeide er een boek uit. ‘Wat me beviel was om de ene serie tegenover de andere zetten, dus Game of Thrones tegenover Downton Abbey. Of na te gaan in hoeverre series als Homeland en House of Cards elkaar aanvulden.’

De baas van de Frans-Duitse televisiezender Arte speelde Moïsi het nog niet uitgezonden Occupied toe, een Noorse serie over een sluipende invasie door de Russen. ‘Heel knap gemaakt’, zegt Moïsi. De problemen beginnen nadat de nieuwe Noorse premier kenbaar heeft gemaakt de productie van fossiele brandstoffen te zullen staken. Wanneer de EU de handen van hem aftrekt, staat Noorwegen er plotseling alleen voor. ‘Uiteraard verwijst de serie naar de agressieve opstelling van het huidige Rusland, maar ze rakelt ook pijnlijke herinneringen op aan de Duitse bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dat maakt Occupied in essentie tot een studie naar collaboratie en verzet.’

Volgens Moïsi is de wereld sinds de aanval op het World Trade Center in 2001 op zoek naar een nieuw evenwicht. Het heersende sentiment van wanorde, zo betoogt hij, hangt samen met vier fenomenen. Ten eerste is dat de geopolitieke aardverschuiving die we beleven: voor het eerst sinds de achttiende eeuw overheerst het Westen niet langer vanzelfsprekend de wereld. Het is te vroeg om te stellen dat het Oosten de leiding van het Westen over heeft genomen, maar het is duidelijk dat we ons in een transitieperiode bevinden. Washington wil niet langer de politieagent van de wereld spelen en China is er nog niet klaar voor (en nog minder bereid de rol op zich te nemen).

‘Objectief gezien hadden we het nog nooit zo goed. Maar gevoelsmatig is het heel anders’

De tweede ontwikkeling is implosie van het Midden-Oosten. In Syrië en Irak hebben de oude koloniale grenzen geen betekenis meer en deze fragmentatie gaat gepaard met een radicalisering van de betrokken spelers. Nationale rivaliteit wordt versterkt door een religieus conflict, in de eerste plaats tussen soennieten en sjiieten, vervolgens tussen moslims en christenen en moslims en joden. Daarbij breidt het Midden-Oosten zich uit over de wereld. Ze manifesteert zich als wat Moïsi een ‘bewegende realiteit’ noemt. Dit dankzij de oorlogsvluchtelingen, maar ook door de veelheid aan terreuraanslagen op onze bodem.

Ten derde is er de terugkeer van Rusland op het wereldtoneel, gekwetst en revanchistisch. Poetin maakt gebruik van de relatieve afwezigheid van de Verenigde Staten en schuift eigen pionnen naar voren. In het Midden-Oosten (Syrië en in toenemende mate in Libië), in Oost-Europa (Oekraïne, de Baltische Staten). Hij probeert de EU-lidstaten tegen elkaar uit te spelen en hoopt de westerse democratieën via internetpropaganda te destabiliseren.

© Niccolò Caranti

Het vierde en laatste verschijnsel dat volgens Moïsi het huidige sentiment van wanorde verklaart, is het ontbreken van leiderschap in de westerse wereld. Onze democratieën brengen misschien politici voort, maar geen hommes d’état. Afgezien van Frau Merkel ziet hij geen leiders van enig gewicht. Leiders die het aandurven om moeilijke maar noodzakelijke beslissingen te nemen.

Is het dan vreemd dat het leidende thema in de huidige generatie televisieseries angst is? Volgens Moïsi weerspiegelen ze simpelweg de wereld zoals we die ervaren. Angst voor chaos en barbarij (Game of Thrones); angst voor verval van de democratie (House of Cards); angst voor terreur of het niet kennen van de identiteit van de vijand (Homeland); angst voor het verdwijnen van de bestaande orde (Downton Abbey); angst voor een Russische bezetting (Occupied). Game of Thrones bleek bij nader inzien een geopolitieke goudmijn. ‘Je kunt het hele Midden-Oosten erin projecteren, zoals dat in tijdschrift Foreign Policy eens gebeurde. Maar het roept ook associaties op met de destructieve rivaliteit tussen Athene en Sparta tijdens de Peloponnesische Oorlogen zoals beschreven door Thucydides. En anders wel met de stadsstaten van de Italiaanse Renaissance. Daarbuiten is Game of Thrones natuurlijk ook een gecondenseerde vorm van het oeuvre van William Shakespeare: steeds verschijnt de mens er in zijn meest primitieve staat.’

Bepalend voor opname in Moïsi’s pantheon is de verbinding met de internationale politiek. Zo viel een meesterwerk als The Wire buiten de boot, maar was er voor Downton Abbey wel plaats. Dat vanwege de ‘tocquevilleaanse dimensie’, zoals Moïsi dat noemt, de overgang van een aristocratische naar een democratische orde. ‘Dat wekt onherroepelijk nostalgische gevoelens op en zoals we tijdens de Brexit al zagen wegen die tegenwoordig zwaar.’ Moïsi verduidelijkt dat met een anekdote. ‘Ik doceer ook op Kings College in Londen, iedereen die ik daar sprak was ervan overtuigd dat “Remain” zou winnen. Maar een week voor de stemming was ik op de Britse ambassade in Parijs. Er speelde die avond een Brits orkestje en toen ik dat eens goed observeerde drong het plotseling tot me door dat “Leave” zou winnen. De orkestleden waren deels in het rood gekleed, het leek alsof ze uit een operette van Gilbert and Sullivan waren geplukt. Ze waren zó ontspannen in die folklore, zó tevreden met zichzelf dat ik dacht: maar die lui hebben ons helemaal niet nodig, ze zijn gewoon niet Europees. De Brexit was een mengeling van nostalgie naar het verleden, van weerzin tegen Europa, afkeer tegen de elites en een sterke behoefte om “nee” te zeggen.’

De Brexit, de verkiezing van Trump, het succes van het Europese nationaal-populisme, in hoeverre is er sprake van de wraak van de contraverlichting? Deze beweging zet twijfels bij het geloof in het redelijke individu of de maakbaarheid en bepleit eerherstel voor autoriteit en groepsdenken. Volgens Moïsi is dat te simpel gedacht, want in veel opzichten staan de idealen van de Verlichting juist nog fier overeind. ‘De 21ste eeuw is tegenstrijdig. Enerzijds worden we steeds ouder, de honger is zo goed als uit de wereld, het aantal mensen dat met geweld te maken heeft daalt – we leven in de meest vredelievende eeuw die je maar kunt bedenken. Het doet me denken aan het begin van Homo Deus van de Israëlische historicus Y.N. Harari. Die wijst op de vooruitgang die de mensheid boekte en geeft daar fascinerende statistieken bij. Objectief gezien hadden we het nog nooit zo goed. Maar gevoelsmatig is het heel anders, dat maakt het zo’n lastige boodschap.’

Zelf blijft Moïsi zich onverkort zien als een homme des Lumières, een man van de Verlichting. ‘Gepassioneerd gematigd’ noemt hij zich, net als zijn leermeester, de filosoof Raymond Aron. De mens is niet gedoemd tot irrationaliteit, zegt hij daarmee in feite. Fataliteit bestaat niet en daarom weigert Moïsi zich neer te leggen bij het sombere beeld dat in de door hem besproken televisieseries wordt opgeroepen. ‘Ik weiger me neer te leggen bij de triomf van de angst.’ Tijdens de recente rechtse voorverkiezing steunde hij Alain Juppé, de kandidaat die pleitte voor een ‘identité heureuse’ en wilde verbinden. Juppé ging roemloos ten onder tegen de uitgesproken conservatieve François Fillon, die pleit voor toenadering met Assad en Poetin.

Moïsi voegde ook zelf de daad bij het woord en maakte een opzet voor een serie met een positieve boodschap: Balance of Powers. Hierin hebben Washington en Beijing de handen ineen geslagen. De leiders van de twee landen zien in dat de opwarming van de aarde en de dreigende politieke chaos alleen dankzij samenwerking kunnen worden bestreden. ‘De helden in de huidige generatie series zijn zonder uitzondering egomaan, machtsbelust en sadistisch. Maar als we nu eens positieve helden op het toneel zouden zetten? Zou dat geen bijdrage kunnen leveren aan de terugkeer van de hoop?’ In Balance of Powers worden die belichaamd door kolonel Lu en major Adams – helden die de publieke zaak dienen zonder zich het kaas van het brood te laten eten. ‘Vanuit mijn omgeving kreeg ik veel enthousiaste reacties’, zegt Moïsi. Een producent meldde zich vooralsnog niet.