
Als Niccolò Machiavelli onze tijd zou gadeslaan zou hij misschien goedkeurend hebben gekeken naar de manier waarop de Amerikaanse president Donald Trump ruimte voor zichzelf schept. Als het lijkt alsof Trump zich aan geen enkele overeenkomst of aan geen geschreven of ongeschreven regel wat gelegen laat liggen, dan kan hij heel wat afspraken in zijn eigen of Amerikaans voordeel buigen die in steen gebeiteld leken. Om die reden, en om Trumps openlijke zucht naar macht, zou je misschien enige sympathie mogen verwachten bij academici die de toepassing van macht bestuderen. Zoals politicologen van de ‘machtsrealistische school’, die ervan uitgaan dat landen in de wereld alleen veilig kunnen zijn door zich macht toe te eigenen en het uit te oefenen.
Sterker nog: een aantal ideeën die door dergelijke politicologen de afgelopen jaren zijn bepleit lijkt opvallend veel op de losse gedachten die Trump in interviews of op Twitter met de wereld deelt. Zoals de vaste aansporing dat het Witte Huis het Amerikaanse landsbelang voorop moet stellen in zijn buitenlandse politiek, en zich niet in allerlei overzeese avonturen moet storten omdat het zichzelf als nobele redder c.q. politieman van de wereld heeft aangewezen.
In de Verenigde Staten is een van de voornaamste vertolkers van dat standpunt Stephen Walt, hoogleraar internationale betrekkingen aan Harvard en veelschrijver van columns en artikelen in tijdschriften als Foreign Policy en Foreign Affairs. Met zijn visie op macht en landsbelang jaagt hij regelmatig tal van mensen op de kast. Zo schreef hij onder meer dat de VS niet per se Islamitische Staat zouden hoeven vernietigen, dat de VS niet in Syrië hoefden in te grijpen alleen omdat daar chemische wapens waren gebruikt (‘Dood is dood, hoe het ook is gedaan’), en dat de Navo Rusland onnodig heeft ‘geprovoceerd’ door voormalige sovjetrepublieken op te nemen. In 2006 ontketende hij een storm van kritiek toen hij met zijn collega John Mearsheimer het boek The Israel Lobby and U.S. Foreign Policy schreef. Ze stelden daarin dat ‘geen lobby erin is geslaagd om de Amerikaanse buitenlandse politiek zo ver weg te leiden van wat in Amerikaans nationaal belang is, en tegelijk Amerikanen ervan te overtuigen dat de belangen van de VS en Israël in feite identiek zijn’. De reacties waren voorspelbaar.
Toen Trump aantrad met zijn America First-agenda schreven sommige tegenstanders dan ook dat Walt – als hij consequent was – dit wel prachtig moest vinden: een president die af wil van invasies en koerst op naakt Amerikaans eigenbelang. Maar dat ligt anders. Zelfs als Trumps buitenlandse politiek fantastisch was, zouden er legio redenen zijn om zijn presidentschap vreselijk te vinden, meent hij. Maar tot overmaat van ramp is die buitenlandse politiek ook rampzalig. Sterker nog: in amper drie weken heeft Trump zijn presidentschap – op buitenlandgebied – volgens Walt eigenlijk al verknald.
Vanuit Boston legt Walt aan de telefoon uit waarom. ‘Het pad naar een effectievere buitenlandse politiek lag open. Trump had aangekondigd dat hij minder interventionisme wilde, geen nation building meer, zorgen dat bondgenoten niet meer gratis meeliften met de Amerikaanse defensie, aanpassen van handelsverdragen die bankiers helpen maar arbeiders niet. Prima doelen. Het was een werkelijke kans om gebreken in het Amerikaanse beleid te repareren. In plaats daarvan zien we dat hij bizarre ideeën aanhangt: dat ruzie maken met bondgenoten op een of andere manier de Amerikaanse positie in de wereld sterker maakt, dat zinspelen op een wereldwijde handelsoorlog banen brengt. Hij heeft ruzie lopen maken met China terwijl hij de positie van de VS in Azië verzwakte, heeft in feite toegegeven dat hij eigenlijk toch geen plan heeft om IS te verslaan, en heeft de opgefokte retoriek van Iran, IS en Noord-Korea tegen de VS gelegitimeerd. En hij is nog niet eens een maand president!’
Verre van een meer op Amerikaans belang gerichte buitenlandse politiek voorziet Walt de komende jaren grote problemen voor de VS zelf en voor op de VS gerichte landen. ‘Ten eerste is Trump niet alleen zeer onervaren, hij blijkt ook erg weinig te weten en niet erg slim te zijn. Hij gelooft kennelijk dat buitenlandse politiek altijd een nulsom oplevert, waarbij een land “wint” en het andere “verliest” – gedeelde belangen bestaan voor hem niet. Zijn naaste adviseurs blijken even vreemde en gevaarlijke visies te hebben. Op korte termijn is mijn grootste zorg dat hij vele lang bestaande bondgenootschappen kapotmaakt die de internationale politiek zeventig jaar stabiel hebben gehouden, zonder duidelijk idee wat daarvoor in de plaats moet komen. Daarnaast probeert hij ook actief de bijl te zetten in de internationale orde. Hij en zijn adviseurs lijken echt te geloven dat de VS er zo slecht voor staan dat ze de bestaande orde binnen de VS en daarbuiten moeten vernietigen om de VS te redden. Je ziet het bij de Europese Unie. Ik denk dat hij met vuur speelt.’
Ik sprak Stephen Walt even voor de Amerikaanse verkiezingen van afgelopen november op zijn werkkamer aan Harvard University in Boston – een gezellig maar rommelig vertrek in de doolhofachtige John F. Kennedy School of Government, uitkijkend op een grote bouwput, met overal boeken en prullaria uit verre delen van de wereld. Walt, een lange, minzame Californiër wiens vader wetenschapper was bij het Amerikaanse atoomprogramma in Los Alamos, leunde rustig achterover in zijn stoel. Een deel van het gesprek was meteen gedateerd nadat Trump de verkiezingen won en in januari aantrad als president – daarom volgde vorige week een update. Maar al te veel hoefde er ook weer niet te worden veranderd, want het voornaamste gevolg van Trumps presidentschap is volgens Walt niet dat alles ineens anders is in de wereld, maar dat sommige trends – vooral negatieve – er opeens door worden versneld. Trump zet er alleen extra gas bij.
Voor de kiem van de huidige wereld kijkt Walt vaak terug naar de jaren negentig. Het was een bedrieglijk voorspoedig decennium. Niet alles was pais en vree – er waren genoeg verontrustende oorlogen en misstanden – maar er was ook veel om optimistisch over te zijn. ‘De relaties tussen de grote landen waren goed, de economie van de meeste landen groeide mooi, de VS fantaseerden over een nieuwe Amerikaanse eeuw, Europa creëerde een gedeelde munt en begon over zichzelf te denken als een derde supermacht met zachtere, goedaardiger waarden dan de andere’, zegt Walt.
‘Als je kijkt hoe het nu gaat, zie je dat de relaties tussen de VS, Rusland en China slechter zijn dan ze in lange tijd zijn geweest – al is het onduidelijk wat Trump nou gaat betekenen voor de band tussen de VS en Rusland. Dan zie je dat West-Europese landen en de Europese Unie in de problemen zijn gekomen, dat het Midden-Oosten in beroering is geraakt, dat gewelddadig extremisme opkomt op verschillende plaatsen in de wereld, dat Noord-Korea, India en Pakistan kernmachten geworden zijn en hun arsenalen uitbouwen, dat de wereldeconomie er fragiel bijstaat, dat het lijkt of de interne politiek in liberale democratieën op hol is geslagen. Deze wereld is zeker minder stabiel en meer chaotisch dan hij leek te gaan worden in 1992, 1993. En we zijn het scharnierpunt volgens mij pas net voorbij. De kans is groot dat historici zullen terugkijken op de periode 2012-2017 als een tijd waarin de westerse wereld een andere koers insloeg, een onzekerder en gevaarlijker koers.’
Dat ligt deels aan grote, anonieme internationale ontwikkelingen buiten de controle van mensen om, denkt Walt. ‘Sommige oorzaken van die instabiliteit zijn structureel, zoals toenemende globalisering, bevolkingsgroei, de opkomst van nieuwe machten. Maar veel ervan ligt ook gewoon aan domheid en middelmatigheid van de mensen die de belangrijke beslissingen nemen. Globalisering neemt toe, maar we hebben ook een hele generatie politici in het Westen gehad die actief probeerde om landsgrenzen te openen voor handel en geld. Zeker in de VS was het sinds 1992, 1993 vanzelfsprekend dat we ons gewicht gebruikten om er wereldwijd een heel ambitieuze agenda doorheen te duwen van democratie, mensenrechten, markten en internationale organisaties.
De liberale wereldorde was voor Amerikaanse elites, en deels ook voor pro-EU-elites in Europa, als een sirenenlied waaraan ze geen weerstand konden bieden. In de VS geloofden zowel Democraten als Republikeinen dat we de kans, de wijsheid en zelfs de plicht hadden om de liberale democratie te verspreiden. We waren de “onmisbare natie”, in de woorden van Bill Clintons minister Madeleine Albright. Maar ook Bush jr. en Obama zijn ermee doorgegaan. Deels omdat de VS nou eenmaal zo sterk waren, maar ook omdat we echt geloofden dat we thuis de gouden formule hadden ontdekt, en in de wereld andere landen konden creëren die rijk, stabiel, vrij en vriendelijk waren.
Die pogingen creëerden veel instabiliteit en hebben de kiem gelegd voor veel problemen van de toekomst. Veel ervan zijn moeilijk te zien, omdat ze maar deels aan het liberale project zijn toe te schrijven, maar er zijn talloze landen direct of zijdelings door geraakt. Het is wel duidelijk waar het de grootste politieke problemen heeft gecreëerd. Libië en Afghanistan zijn dramatische hoofdstukken, maar het meeste schade heeft het opschuiven van de Navo naar het oosten gedaan, en de invasie van Irak.
Het is opvallend dat beide beslissingen tot veel debat en weerstand leidden in Europa en veel minder in de VS. Dat komt natuurlijk doordat de risico’s ervan en de schade niet voor ons zijn en wel voor jullie. Terugkijkend blijken de Duitse en Franse leiders die tegen de invasie waren in Irak ver vooruit te hebben gekeken. Ze begrepen instinctief dat instabiliteit in het Midden-Oosten veel meer gevolgen zou hebben voor Europa dan voor de VS. De Atlantische Oceaan ligt nou eenmaal tussen de meeste blunders van de VS en ons eigen grondgebied in. Daarom bleven Amerikaanse regeringen ook maar proberen die liberale wereld vorm te geven, omdat de negatieve gevolgen voor anderen zijn en nauwelijks voor ons.
Maar goed: het punt dat ik wil maken is dat we decennia van slecht leiderschap hebben gehad. Het Westen is in een leiderschapscrisis, en die gaat veel verder en is veel ouder dan Donald Trump. Het is moeilijk om leiders aan te wijzen die competent zijn, integer, volwassen, daadkrachtig. Merkel krijgt nu goede recensies en ze verdient dat. Obama heeft een aantal fouten gemaakt – ik heb zelf geschreven dat zijn buitenlandse politiek is mislukt – maar hij was vergeleken met andere leiders een opmerkelijk nuchtere, voorzichtige en serieuze man die het een stuk beter heeft gedaan dan zijn critici schrijven. Maar verder? Mannen als Hollande, Juncker of Cameron en vrijwel alle prominente politici in de VS zijn onder de maat. En dat is een probleem omdat ik geloof dat de wereld een onveilige plek is waarin liefdadigheid tussen landen niet bestaat. Slechte leiders brengen ons veel dieper in de problemen dan nodig is.’

Helaas lijkt het dieptepunt nog lang niet bereikt. Stephen Walt houdt zijn hart vast bij de koers die de nieuwe Amerikaanse regering ingeslagen is. ‘De spanning tussen de VS en China, de machtigste landen in het internationale systeem, bouwt zich al een tijd op. Maar China heeft vanwege zijn economische banden met de wereld een heel andere positie dan de Sovjet-Unie destijds. Daarom houden China en de VS hun banden al een tijd zo vriendelijk mogelijk, terwijl het duidelijk rivalen zijn. Trump heeft kennelijk besloten deze rivaliteit op een lompe manier op de spits te drijven. Maar hij lijkt te denken dat onze competitie met China draait om de handelsbalans en de wisselkoers. Hij lijkt werkelijk niet te zien dat er sprake is van een serieuze geopolitieke strijd die gaat bepalen hoe de wereld van de komende eeuw eruit gaat zien. China gaat proberen een hegemonie in Azië op te bouwen zoals de VS een eeuw geleden deden op het westelijk halfrond. Als dat lukt, kan China bondgenoten zoeken, interveniëren en macht over de wereld projecteren zoals de VS een eeuw lang hebben gedaan. Trump lijkt niet te begrijpen, en lijkt ook niet geïnteresseerd te zijn in hoe dit werkt. Hij werkt er de opkomst van China mee in de hand, en dus per definitie de neergang van de VS.
Dat wordt versterkt door een andere trend die hij lijkt te versnellen. Het tekent zich al twee decennia af dat Europa en de VS politiek gezien uit elkaar drijven, want onze belangen drijven uiteen. Maar Trumps onbenullige visie op Europa versnelt dat proces onnodig. Een verenigd, liberaal en pro-Amerikaans Europa is overduidelijk een Amerikaans belang, maar Trump lijkt alleen maar de lage Europese defensie-uitgaven te zien. Het lijkt alsof hij werkelijk niet begrijpt dat allianties de VS sterker maken, niet zwakker. Trump versnelt zo de voor Amerika meest negatieve trends in de wereld.
Ten slotte heeft Trump, ondanks zijn verklaarde afkeer van interventies, een heel agressieve lijn gekozen tegen IS, Iran en de islam in het algemeen. Ik hoop werkelijk dat hij zijn kruit droog houdt. IS is een secundaire zorg. Steeds vallen westerse regeringen in de val om de dreiging van terrorisme veel ernstiger te beleven dan reëel is. Sinds 2014 heeft terrorisme in westerse landen zo’n 280 doden gekost. Dat is vreselijk, maar op een bevolking van bij elkaar bijna een miljard mensen is dat niet een existentiële bedreiging. IS is capabeler dan andere groepen, maar het blijft een zwakke organisatie. Het heeft geen strategisch belangrijk gebied, controleert lang niet zoveel grondstoffen als mensen denken, heeft geen luchtmacht, de aantrekkingskracht ervan neemt af nu mensen leren over hoe het leven daar echt is.’
Voor Europese landen heeft Walt een paar adviezen. Ten eerste: ga op eigen benen staan, zonder de VS en met Rusland. ‘De noodzaak dat Europese landen hun eigen defensie verzorgen, was al lang voor Trump duidelijk, alleen wilden ze dat niet weten. Europa moet na gaan denken hoe de wereld eruitziet zonder dat de VS zich actief met Europese zaken bemoeien, en zonder dat Europa centraal staat in de Amerikaanse belangstelling. Het goede nieuws: dat kan Europa makkelijk. Er is geen enkele veiligheidsbedreiging te bedenken die Europa niet aankan.
De aandacht in Europa gaat altijd uit naar Rusland, maar de strategische dreiging die van Rusland uitgaat wordt schromelijk overdreven. Rusland heeft vier keer zo weinig mensen als Europa en geeft vier keer zo weinig uit aan defensie. Het is een krimpende macht, die aankijkt tegen decennia waarin zijn bevolking, zijn economie en zijn invloed zullen krimpen. Maar het is geen verdwijnende macht, het zal altijd deel van Europa blijven. Rusland behandelen als eeuwige vijand is geen effectieve langetermijnstrategie.
En Europa moet direct ophouden uit te breiden, zowel met de EU als de Navo, en een gezamenlijke visie ontwikkelen op het beheren van de buitengrens. Veel Europeanen lijken nu te denken dat er een “migratiecrisis” is die te maken heeft met de oorlog in Syrië. Maar de demografische trends en de disfunctionerende staten in Afrika en het Midden-Oosten maken van de migratie naar Europa een langetermijnvooruitzicht waar de Europeanen hun antwoord op moeten vinden. Als Europa zichzelf politiek om zeep helpt, wordt dat echt niet makkelijker.’
Toch zijn het, nuchter bekeken, juist Europa en de VS die er in de wereld goed voor staan, meent Walt. Maar juist Europese landen en de VS bevinden zich in een diepe politieke crisis. ‘Rusland ziet, zoals ik zei, de komende decennia vooral krimp tegemoet. China is heel hard gegroeid, maar zal waarschijnlijk met steeds grotere sociale problemen te kampen krijgen en het heeft nog veel geopolitieke problemen in Azië niet in zijn voordeel gebogen. Japan is niet dynamisch en heeft een oude bevolking. Europa staat er op sommige terreinen goed voor, maar de Europese Unie gaat bergafwaarts. De VS staan er van de grote machten nog het beste voor: we hebben een relatief jonge bevolking die groeit, we zijn relatief veilig en we zijn nog steeds een innovatieve economie. Maar onze grootste vijand lijkt nu onszelf. We hebben een serieuze politieke hervorming nodig en ik zie daar wel tekenen van. We zien een golf aan democratische participatie sinds de verkiezingen, nu mensen zich realiseren dat er een werkelijke bedreiging is voor onze democratische orde. Maar de tegenkrachten zijn formidabel. Dit is niet goed voor onszelf. En het is niet goed voor wie dan ook.’