De ene hand als vuist gebald, ondertussen bijtend op de nagels van de andere. Die dubbele houding kenmerkt de EU op dit moment. De vuist wordt geheven richting de VS, dat Europa dreigt met export-belemmerende tarieven op aluminium en staal. Als dat gebeurt, zo is het plan, dan slaat Europa terug door spijkerbroeken, bourbon en Harley-Davidsons duurder te maken. De nagels worden afgekloven uit vrees dat Trump daad bij woord voegt en daarmee een handelsoorlog uitlokt.

Deze maand staat in het teken van wat Macron en Merkel tevergeefs probeerden toen ze onlangs op bezoek waren in Washington: Trump op andere gedachten brengen over zijn handelsbeleid. Het enige wat de twee Europese leiders gewonnen lijken te hebben is uitstel. Oorspronkelijk zou de Amerikaanse president op 1 mei besluiten of de EU wordt uitgezonderd van de staaltarieven. De avond daarvoor liet hij weten nog vier weken langer te willen nadenken. Importtarieven die er misschien wel, misschien niet komen; het is een voorbeeld van de intimidatiepolitiek die de regering-Trump kenmerkt. De handel tussen de VS en de EU is in balans, met economieën die ongeveer evenveel van elkaar afnemen, gemeten naar hun respectievelijke omvang. Volgens de etiquette van internationale samenwerking is er dan geen enkele reden om de handelsrelatie op scherp te zetten. Toch probeert Trump Europa de arm op de rug te draaien om een ‘betere deal’ voor de VS eruit te slepen. Hij gebruikt de staaltarieven als wisselgeld om de export van Amerikaanse auto’s te versoepelen (‘Hoeveel Chevrolets zien jullie rijden in hartje Berlijn? Niet veel, mensen’, zei hij afgelopen februari in een toespraak).

Het contrast tussen de ontvangst van Monsieur le Président en de bondskanselier was groot

Economisch gezien is dit voorlopig een schermutseling, eerder dan een complete handelsoorlog. Staal bedraagt slechts een half procent van de Europese export naar de VS. Maar het is een nieuwe deuk in het Atlantisch bondgenootschap, dat op deze manier steeds zwakker wordt. De EU als geheel kan Trump gestolen worden, zo lijkt het. Hij is het type leider dat denkt in persoonlijke relaties met andere staatshoofden. Het oude probleem van Europa komt hierdoor weer naar boven: intern mag er dan sprake zijn van politieke eenheid, naar buiten toe zijn het nog de altijd de klassieke natiestaten en hun leiders waar het om gaat.

En dat betekent dat Trump de eenheid van de EU uitdaagt. Dat werd bijvoorbeeld duidelijk toen eerst Macron en daarna Merkel in Washington was. Het contrast tussen de ontvangst van Monsieur le Président en de bondskanselier was groot. Een driedaags staatsbezoek, compleet met militaire parade en staatsbanket voor Macron, een snelle lunch en een praatje met Merkel. Macron en Trump sloegen elkaar op de schouders als strijdmakkers. Merkel kreeg een standje omdat Duitsland ondanks een begrotingsoverschot niet voldoet aan de belofte twee procent van zijn begroting aan defensie uit te geven. Eenmaal thuis belde Merkel met Macron en Theresa May waarna er een verklaring kwam dat de leiders van de drie grote Europese landen het onderling eens waren: als Trump aan handelsbelemmering doet, zal de EU zeker terugslaan. Wat betreft Macron zat hier een zekere gespletenheid in. Een paar dagen daarvoor stond hij nog hand in hand met Trump voor het Witte Huis.

De vraag die voor de hand ligt: houdt Europa het vol om één blok te vormen tegenover de VS, of gaan we naar een wereld toe waarin sommige landen een bromance met de VS hebben, terwijl andere op het strafbankje zitten? Het antwoord hangt voor een groot deel af van Europa zelf, dat niet alleen in naam maar ook in daad zich één moet tonen. Een voorbeeld: Frankrijk heeft gehoor gegeven aan de oproep om de defensie-uitgaven op te schroeven tot het niveau dat hoort bij Navo-lidmaatschap. Duitsland en de anderen moeten hetzelfde doen. Alleen wanneer de EU-landen de onderlinge verschillen niet te veel laten oplopen, kan Europa de wereld in eenheid tegemoet treden.