De plannen richten zich in de eerste plaats op ruimtelijke vernieuwing. Maatregelen om de sociale achterstand van de bewoners op te heffen, vind je nauwelijks terug in de toekomstscenario’s. Het blijft bij het organiseren van portiekgesprekken, het aanstellen van buurtconciërges en het installeren van een jongerenpanel. Dat het enige jongerencentrum in de wijk is afgebroken omdat er koopwoningen in die buurt werden gebouwd, is volgens Ad Böckling en Ron van Alphen van Stichting Trefpunt West een stomme zet van het stadsdeel. Het Trefpunt op het Lambertus Zijlplein is nu de enige plek voor jongeren. In Het Trefpunt is het donker en de wietwalmen komen je tegemoet. Er wordt ook getafelvoetbald, gedart en gepoold. ‘Als wij er niet waren hingen die jongens allemaal op straat’, zeggen de twee bestuurders. ‘We hopen dat wij in de toekomst wat meer medewerking krijgen van het stadsdeel wanneer we iets willen organiseren. En er mogen nog wel wat meer jeugdvoorzieningen bij. Het zijn trouwens allemaal fijne jongens die hier komen, hoor.’ DAAR DENKEN ZE bij Buurthuis Geuzenveld aan de overkant van het plein wel anders over. In het buurthuis wordt gymles gegeven aan peuters, kleuters en bejaarden, er wordt geschilderd en volksdansles gegeven, er is een Turkse werkgroep actief en een soort Weight Watchers voor Marokkaanse vrouwen. Voor jongeren tussen de twaalf en achttien wordt hier niets georganiseerd. Maar de blonde vrouw achter de bar ziet haar kinderen van vijftien en achttien jaar liever niet in Het Trefpunt belanden. ‘Dat is een drugshol waar alleen buitenlanders komen.’ Ook over de toekomst van het buurthuis wordt flink gesomberd. Het centrum word na vijfentwintig jaar afgebroken. Er komt een flat voor in de plaats. Zolang er nog geen nieuw buurthuis is worden de activiteiten bij bestaande voorzieningen ondergebracht. INMIDDELS IS al een deel van de woningen gesloopt en op korte termijn gaan nog 237 woningen tegen de vlakte. Maar eerst wordt het dijklichaam dat dwars door de buurt loopt afgegraven. De Abraham Kuyperlaan die over de dijk loopt, ontsloot het Westelijk Havengebied. Maar die functie heeft de weg al jaren niet meer. Op de vrijgekomen strook grond worden zevenhonderd koop- en huurwoningen gebouwd. Het sleutelwoord is variatie. Zowel wat de bebouwing als de bewoners betreft. Want er wonen nu veel te veel allochtonen, vindt een groepje klaverjassende ouderen in het buurtsteunpunt. ‘Wij zijn de laatste blanken. En wat moet je nou nog als er in heel Geuzenveld maar één Nederlandse slager is? Ik ga niet naar die Turken. Iedereen loopt daar maar in het fruit te knijpen.’ Dan barsten de verhalen los over buren die elkaar constant de hersens in slaan en een buurman die met messen zwaait in het trappenhuis en voodoo-praktijken op zijn buren loslaat. ‘De sfeer is zo slecht dat we zo langzamerhand gaan discrimineren’, zegt een van de ouderen. Dat er iets moet gebeuren om verdere verloedering tegen te gaan, staat voor de klaverjassers buiten kijf. Ze durven nauwelijks meer de straat op met al die groepjes jongeren die de buurt onveilig maken. Maar wat zijn de consequenties? Moeten ze straks nog meer huur gaan betalen van hun toch al schamele AOW'tje? ‘Vroeger had je alleen maar een papiertje van de pastoor nodig als je hier een huis wilde huren. Nu moet je met een zak geld aankomen.’ Truus Dekker van Stichting Buurtbelangen nuanceert de verhalen van de kaartende ouderen. ‘Het is waar dat sommige buurten verloederd zijn en dat de spanningen in de portieken af en toe hoog oplopen. Wij vragen ons alleen wel af wat je bereikt met alleen maar sloop, nieuwbouw of een opknapbeurt. De mensen moet ook iets geboden worden aan voorzieningen. En de bestaande voorzieningen moeten weer terugkomen na de renovatie. Turkse mensen zijn hier bijvoorbeeld op eigen initiatief een naschoolse opvang begonnen, maar dat gebouwtje staat midden in een blok dat wordt afgebroken. Het is te hopen dat het stadsdeel ervoor zorgt dat er voor die mensen straks ook weer ruimte beschikbaar komt.’ DE BLOKKEN woningen die gesloopt gaan worden liggen deels langs het Eendrachtspark. ‘Dit park is in potentie een smaakmaker voor de buurt’, schrijft de stuurgroep in een van de vele nota’s. ‘De relatie tussen park en buurt moet echter worden verbeterd, dus is besloten de middelhoogbouw op die plek te slopen.’ Met andere woorden: langs de parkrand komen koopwoningen om meer draagkrachtige bewoners aan te trekken. Wie vooral blij zijn met de komst van rijkere buurtbewoners, zijn de middenstanders. Haringboer Hans Pisano is voorzitter van de winkeliersvereniging van het Lambertus Zijlplein. Het plein wordt concentratiegebied. Dit houdt in dat wanneer een winkel in een nabijgelegen straat sluit, er geen nieuwe voor in de plaats komt. Pisano juicht die ontwikkeling toe. De winkels op het plein worden immers opgeknapt en krijgen meer vloeroppervlak, en ook het plein zelf wordt aangepakt. ‘En er moet weer een Hollandse groenteboer terugkomen’, meent Pisano. ‘Let wel, die Marokkaanse en Turkse jongens werken keihard, maar je moet kunnen kiezen, vind ik. Er moeten ook wat meer specialistische winkels komen, zoals een chocolaterie en een kaasboer. Daar trek je mensen mee.’ DE EERSTE WONINGEN in Geuzenveld werden omstreeks 1955 opgeleverd. Maar de eerste ‘tuinstad’ die in het kader van het Algemeen Uitbreidingsplan werd gebouwd, was Slotermeer. Deze wijk wordt alom bejubeld als hét architectonische hoogstandje in de naoorlogse stadsontwikkeling. Ook de mensen die opgroeiden in Slotermeer zijn lyrisch over dit stukje Amsterdam. ‘Je leefde eigenlijk voortdurend in een vakantieroes’, memoreert een oud-bewoner. ‘Wanneer je met tram 13 uit de stad kwam, denderde je vanaf het Gulden Winckelplantsoen vol gas richting huis door de flauwe helling in de weg na het Bos en Lommerplein. Vandaar stoof je pijlsnel langs V&D en De Gruyter. Vlak voor de spoordijk van opgespoten zand stapte je uit. En dan beleefde je direct al een soort van natuurervaring. Op die dijk vond je zeeschelpen. En er was een sloot vol beestjes. De hele buurt was groen en je had een ongekende vrijheid.’ Die sfeer vind je ook nu nog terug achter de spoorlijn die de grens vormt met Bos en Lommer en de rest van Amsterdam. Daar is het schooltuinencomplex, waar kinderen al bijna vijftig jaar hun worteltjes en bieten oogsten. En langs het Dirk Deutekompad huist dieren- en vogelopvang De Zwaan, waar zilvervossen en wolven zich tegoed doen aan kadavers van de kinderboerderij. Op de spoordijk zwermen reigers en iets verder langs het water huist een grote groep ganzen die al zo lang op hetzelfde veldje poepen dat er geen sprietje gras meer wil groeien. Dat is de sfeer die stedebouwkundig idealist Cornelis van Eesteren voor ogen had toen hij het Algemeen Uitbreidingsplan uitwerkte waarmee de naoorlogse woningnood gelenigd moest worden. Licht, lucht en ruimte waren de toverwoorden. En de bouw was rationeel, sober en open, geheel in de geest van de Nieuwe Zakelijkheid. VAN DIE NIEUWE inzichten in het bouwen van nog geen vijftig jaar geleden is in een deel van Slotermeer al nauwelijks meer iets terug te vinden, verstopt als het is achter nieuwbouw. De Lourdeskerk (tegenwoordig de R.K. Parochie van het Nieuwe Verbond), de bijbehorende pastorie en twee katholieke scholen stonden tot voor kort in een lommerrijke omgeving vlak bij de Sloterplas. De Italiaanse architect Grandpré Molière bouwde het unieke roomse complex in de jaren vijftig. Maar de schoolgebouwen zijn onlangs afgebroken en de kerk en pastorie zijn volledig ingesloten door compacte blokken nieuwbouw. Koopwoningen met ‘een speelse architectuur’, uitgevoerd in donkerrode baksteen met hier en daar op het dak een extra kamer in de vorm van een houten schoenendoos. De voor- en achtertuintjes zijn gebleven, maar de ruimte tussen de woningen is beduidend ieler dan oorspronkelijk. De familie Rommens kocht de pastorie twaalf jaar geleden. ‘Het is meer dan verschrikkelijk’, vindt mevrouw Rommens, terwijl ze wijst naar de woningen die als een onneembare vesting nog geen tien meter voor haar voordeur zijn verrezen. Dertigduizend gulden kostte de advocaat die met moeite voor elkaar kreeg dat er in elk geval een doorgang naar de straat bleef. De tachtig bomen die dit roomse paradijsje omringden zijn in ‘depot’ gezet. Stadsdeelvoorzitter Miep van Diggelen is echter ‘apetrots’ op het woningbouwproject. Wel geeft ze de verzekering dat niet het hele stadsdeel op deze manier wordt volgebouwd. Hoe ziet het stadsdeel er volgens Van Diggelen over tien jaar uit? We kijken vanuit het Tuinstadhuis van achthoog over het nu nog zieltogende Plein ‘40-'45. Maar regeren is vooruitzien. Van Diggelen: 'Die auto’s zijn over twee jaar allemaal weg, ze gaan naar de bovengrondse parkeergarage. De markt is dan weer zes dagen per week terug op het plein, dat met gekleurd en grijs materiaal wordt opgeknapt. De hele Slotermeerlaan en De Vlugtlaan zijn dan ook verfraaid door nieuwe bestrating en meer bomen. En daar in het water komt een grand café. Het wordt prachtig allemaal.’ De heimachines slaan met veel kabaal de eerste palen in de grond voor de uitbreiding van het winkelcentrum, waar nu de Kwantumhallen en Albert Heijn de grootste trekkers zijn. Het bevrijdingscarillon dat het Nederlandse volk de stad Amsterdam in 1961 schonk en dat in 1963 van de Dam naar Plein ‘40-'45 verhuisde, staat er wat stilletjes bij. INTUSSEN GROEIT bij veel bewoners van Slotermeer de paniek nu is gebleken dat in de nabije toekomst ook een deel van de woningen in deze wijk wordt gesloopt. Een van de praktijkwoningen aan de kop van de Tourton Bruynstraat is sinds drieëntwintig jaar het domein van de familie Breukels. De woning annex drukkerij en papieropslag blijkt een labyrint vol snuisterijen. Map Breukels houdt van de buurt. 'We hebben de bevolking zien veranderen, maar iedereen leeft hier in vrede met elkaar. Als de ramadan straks voorbij is hoef ik bij wijze van spreken een paar dagen niet te koken. Als ex-verpleegster doe ik aan mantelzorg en kom ik nogal eens bij mensen over de vloer. De verhalen dat allochtonen hun woningen verwaarlozen, bestrijd ik. Er zijn paleisjes bij.’ Ter illustratie troont ze me mee naar Fatima Mouou, die met haar man en drie kinderen in de middelhoogbouw woont. De vierkamerwoning ziet er op het eerste gezicht prima uit, maar is nooit ingrijpend gerenoveerd. Fatima: ‘We woonden eerst in Noord, maar daar was het saai. We zijn heel gelukkig in deze buurt. Hier gaat iedereen normaal met elkaar om, waar je ook vandaan komt. Jammer alleen dat de woningen zo slecht geïsoleerd zijn. We stoken ons rot.’ Volgens Breukels verloedert de buurt niet omdat de bewoners niet bereid zijn iets aan hun omgeving te doen maar omdat sommige woningbouwverenigingen hun bezit niet wensen te onderhouden en te moderniseren. De familie Breukels huurt de praktijkwoning voor ruim 1300 gulden per maand van Rochdale. Een deel van de tachtig woningen in dit blok, dat voornamelijk bestaat uit middelhoogbouw, is van Eigen Haard. Ook uit verhalen van bewoners uit andere buurten blijkt dat met name deze twee corporaties het niet zo nauw nemen met het onderhoud. In nogal wat woningen ontbreken dubbele ramen, centrale verwarming en moderne sanitaire voorzieningen. De huizen zijn bovendien uiterst gehorig. Uit een brief van het stadsdeel blijkt dat renovatie van de betreffende woningen een ton per woning kost. Eigen Haard beschrijft het wooncomplex als ‘ongeïsoleerde systeembouw die aangetast is door betonrot en voorzien is van stalen kozijnen’. Sloop en nieuwbouw is volgens de corporatie een betere en goedkopere oplossing dan renovatie. Toch hebben andere woningbouwverenigingen dezelfde soort woningen jaren geleden wel grondig opgeknapt toen daarvoor nog overheidssubsidie werd gegeven. Eigen Haard heeft van die mogelijkheid geen gebruik gemaakt. Waarschijnlijk omdat de bouw van koopwoningen op deze aantrekkelijke locatie altijd lucratiever is. Maar uiteindelijk is het laatste woord aan het stadsdeel. Die zal daar echter niet eerder dan in 2002 over beslissen. OP DE WEG naar de Van Dobbebuurt aan de andere kant van de Vlugtlaan hangt aan een van de gevels een plaquette vlak onder het naambord van verzetsheld Jan Postma: ‘Lithograaf en oprichter/redacteur van De Waarheid, gefusilleerd in 1944 in Vught.’ Maar het verzet van buurtbewoners tegen lakse woningbouwverenigingen is volgens mevrouw Van Bommel van de bewonerscommissie in de Speelmanstraat ver te zoeken. In september vorig jaar ontvingen de bewoners van een blok van 63 woningen een brief van Eigen Haard met de mededeling dat de betreffende woningen binnen vijf jaar gerenoveerd of gesloopt worden. Jarenlang was de commissie al bezig druk uit te oefenen om op zijn minst centrale verwarming en dubbele ramen te krijgen. En nu dit. Van Bommel: ‘We voelen ons verkocht en verraden.’ Veel steun voor hun strijd krijgen de vier leden van de bewonerscommissie niet. ‘We hebben geprobeerd om onze allochtone buren bij de commissie te betrekken, maar die lieten het stuk voor stuk afweten’, verzucht commissielid Yvonne Sijmons. ‘Er is geen solidariteit meer. Toen we een informatie-avond hadden belegd, kwamen er zegge en schrijve acht mensen. Daar word je wel moe van.’ Ook in deze Van Dobbebuurt leven veel bewoners in onzekerheid. Maar een Turkse bewoonster die op weg is om haar kinderen van school te halen, weet niets van de sloopplannen. Wat ze wel weet is dat ze het altijd koud heeft in haar woning. ‘We betalen een vrij lage huur, maar je krijgt er ook niet veel voor terug. Alleen de buurt is heel goed voor de kinderen.’
Tuingetto’s
LANGS DE marktkraampjes op het Lambertus Zijlplein in Geuzenveld slenteren voornamelijk Marokkaanse en Turkse vrouwen. Groepjes snacks etende jongeren hangen rond op de hoeken van het plein. Het is een standaard-winkelplein, eind jaren vijftig met weinig animo ingericht en sindsdien nauwelijks veranderd. Nu is ‘buurt negen’ tot voorbeeldproject gebombardeerd voor de grootscheepse renovatie van het stadsdeel Geuzenveld/ Slotermeer. De buurt dankt die status aan de slechte staat waarin een groot aantal woningen en winkelpanden verkeert en de ernstige sociale problemen die er volgens onderzoek zijn.
www.groene.nl/1999/3