Tunis – Help Tunesië de winter door. Zoiets moet de Libische premier Abdul Hamid Dabaiba gedacht hebben, toen hij 96 vrachtwagens met suiker, spijsolie, meel en rijst richting zijn buurland stuurde. ‘Een geschenk van de regering aan Tunesië om de ernstige tekorten aan basisproducten waarmee het Tunesische volk wordt geconfronteerd, te verhelpen’, verklaarde de persvoorlichter van de Libische ambassade in Tunis. Er zouden nog 96 andere vrachtwagens onderweg zijn.
Maar voedselhulp is voor Tunesiërs wel erg in your face. ‘Een vernedering’ en ‘een schandelijk geschenk’, reageerden analisten. ‘Hoe is het zover gekomen?’ vroegen commentatoren zich af. ‘Voedselpakketten ontvangen als een derdewereldland.’
De onafhankelijk onderzoeker en Libië-expert Béchir Jouini vindt de actie erg onhandig gecommuniceerd. ‘Mensen rondom Dabaiba maakten er een mediaspektakel van. Daar is de Libische premier zelf vast niet blij mee’, zegt hij in Tunis. Want het doel van de hulp is niet duidelijk. ‘Is dit hulp van de Libiërs aan de Tunesiërs, van de Libische regering aan de Tunesische regering, of van de Libische premier aan de Tunesische president Kais Saied? Ik houd het voorlopig op een gebaar aan Saied.’
Saied heeft zijn helpers niet voor het uitkiezen. Terwijl hij werkte aan zijn, volgens de oppositie, ‘schandelijke dictatuur’, stortte de Tunesische economie in. Hij wil zijn land redden van faillissement door geld te lenen bij het Internationaal Monetair Fonds (imf), maar het bijna-akkoord ligt al weken in de ijskast omdat er volgens het fonds iets mis is met het dossier.
Instabiliteit baart de internationale gemeenschap zorgen, analyseert Jouini. ‘Dabaiba zit zelf in Libië ook om steun uit het buitenland verlegen. Dus hoopt hij met het “dossier Tunesië” punten te scoren. Het noodpakket is, vermoed ik, deel van een geheel. Wellicht volgt er zoiets als een gunstige lening aan de Tunesische Centrale Bank.’
Dat is niet de versie die in Libië circuleert, weet Sondos Chahin, journaliste bij het Libische tv-kanaal lpc. ‘Libische commentatoren duiden het als liefdadigheid aan arme Tunesiërs’, vertelt ze via de WhatsApp-verbinding. Op zichzelf verbaast de voedselhulp haar niet. ‘In geval van nood helpen Libiërs en Tunesiërs elkaar altijd. Maar het is nu slecht getimed. Veel Libiërs kunnen door de inflatie zelf nauwelijks rondkomen. We verdienen veel aan olie, maar het geld wordt heel slecht verdeeld.