Tunis – Wie een carrière als dictator overweegt, zou op les kunnen gaan bij de Tunesische president Kais Saied. Als politieke nieuweling ‘zonder partij, programma of geld’ won hij de presidentsverkiezingen in de herfst van 2019 met gemak. Al even soepel drukte hij er eind juli via een referendum een grondwet door die, volgens de oppositie, al gauw leidt tot een ‘weerzinwekkende dictatuur’.

‘De grondwet is geschreven dóór de president en vóór de president’, concludeerde de in Genève gevestigde Internationale Commissie voor Juristen. ‘We zien de keuze van president Saied voor een presidentieel systeem zonder controle, met een president die geen rekenschap hoeft af te leggen, niet in staat van beschuldiging kan worden gesteld, een machteloos parlement en een ondergeschikte rechterlijke macht.’

Volgens de verwachtingen stemde 94,6 procent van de kiezers voor de nieuwe wet. Althans, die Tunesiërs die de moeite namen om te stemmen, zo’n driekwart had iets belangrijkers te doen. Mensen zijn de politiek zat, zegt schoonmaakster Samira Laabidi. ‘Ik heb niet gestemd. Niemand in mijn omgeving. Wat heeft de revolutie van 2011 ons opgeleverd? Boodschappen zijn onbetaalbaar geworden, er is veel criminaliteit en politici houden zich alleen met zichzelf bezig.’

Niet-stemmers haakten veelal af in de loop van de gebeurtenissen na de machtsgreep van vorig jaar zomer, toen Saied het parlement schorste, de premier ontsloeg en de regeringsmacht naar zich toetrok. Met deze ‘uitzonderlijke maatregelen’ beloofde de president een einde te maken aan de kluwen van politieke en economische problemen van de afgelopen jaren en vervolgens een ‘ware democratie’ te stichten. Gaandeweg sloopte hij echter de ene na de andere moeizaam bevochten democratische verworvenheid, waaronder de onafhankelijkheid van de rechters en de kiesraad.

Ondertussen keken Tunesiërs toe hoe hun land steeds dieper in de financiële afgrond stortte. De ontgoocheling stapelde zich boven op de frustraties over de eindeloze reeks verlammende politieke corruptieschandalen en conflicten tijdens de tien democratische jaren. Zodoende deden velen intussen de politiek in haar geheel in de ban, bevestigt Mohamed Farhani van onderzoeksbureau Insights Tunisia. ‘In een recente peiling gaf 24,5 procent van de ondervraagden aan vertrouwen te hebben in president Saied, maar 68,4 procent zei geen politicus meer te vertrouwen.’

Zo ligt apathie grijpklaar boven in Saieds gereedschapskist.