Parijs – Het blijft stil in de zaal als de president van het tribunaal, de Fransman Philippe Texier, vraagt of er een vertegenwoordiger van de Turkse staat aanwezig is om de verdediging te voeren. Dit tribunaal is een serieuze zaak, en de gedaagde moet de kans krijgen zich te verweren. De Turkse autoriteiten maken echter niet van de gelegenheid gebruik.

Daarmee komt een eind aan twee zittingsdagen van het Permanente Volkstribunaal over Turkije en de Koerden, vorige week donderdag en vrijdag. Liefst 37 ooggetuigen en experts traden op als getuige voor de aanklager, de Belgische jurist Jan Fermon. Hij klaagde de Turkse staat aan voor oorlogsmisdaden in de periode juni 2015 tot januari 2017, toen in Koerdische steden in het zuidoosten van Turkije stadsoorlogen woedden tussen het Turkse leger en een jongerengroep verbonden aan de pkk. Er kwamen ruim driehonderd burgers om het leven, zo’n half miljoen mensen sloegen op de vlucht en delen van steden als Sur, Cizre, Silopi en Nusaybin werden met de grond gelijk gemaakt.

Het Permanente Volkstribunaal heeft geen officiële juridische status, maar vraagt aandacht voor mensenrechtenschendingen waarvoor binnen het bestaande juridische systeem geen genoegdoening gevonden kan worden. In dit geval: misdaden tegen de Koerden worden door het Turkse rechtssysteem niet serieus genomen en ook internationaal is er geen mogelijkheid de verantwoordelijken te straffen.

De zeven rechters, die allemaal een staat van dienst hebben in de (internationale) rechtspraak, zijn onafhankelijk. Hun vonnis zal eind mei worden gepresenteerd in een sessie in het Europees Parlement. De uitkomsten van het Tribunaal functioneren bovendien als archief – wie weet keert het tij en komt het ooit wel tot officiële processen tegen president Erdogan en andere verantwoordelijken.

De getuigen kregen op het hart gedrukt geen politieke getuigenissen af te leggen maar het zo feitelijk mogelijk te houden. Voor veel ooggetuigen bleek dat schier onmogelijk. De herinneringen aan de taferelen in bijvoorbeeld Cizre, waar meer dan honderdveertig mensen de dood vonden toen de kelders waarin ze zich schuilhielden door het Turkse leger in lichterlaaie werden gezet, waren te vers. Aanklager en rechters onderbraken de getuigen niet. Het ging er niet alleen om de feiten vast te stellen, maar ook om slachtoffers zich gehoord te laten voelen.