Istanbul – Iedere doordeweekse ochtend loopt Saygun Gökarıksel over de campus van de Boğaziçi Universiteit naar zijn werkplek. In tijden van afstandsonderwijs doet de antropoloog dat niet om les te geven, maar om zijn rector de rug toe te keren. Op 2 januari van dit jaar werden studenten en docenten van een van de beste universiteiten van het land verrast met de aanstelling van Melih Bulu als nieuwe rector. De voormalige zakenman en kandidaat-parlementslid voor de regerende AK-partij zonder relevante academische ervaring werd per decreet benoemd door president Erdoğan.
Studenten en faculteitsleden protesteerden massaal tegen Bulu’s aanstelling en eisten zijn aftreden. Voor hen was de benoeming een ondemocratische aanval op hun academische vrijhaven. De protesten, waarbij ook andere universiteiten en oppositionele organisaties zich aansloten, werden hardhandig neergeslagen door de politie. Vastgenomen studenten staan nog steeds onder huisarrest en de ingang van de campus wordt bevolkt door zwaarbewapende politieagenten. In reactie keren docenten het rectoraat dagelijks rond het middaguur de rug toe. Enkele weken geleden stonden Gökarıksel en zijn collega’s in de sneeuw, inmiddels is de lentezon doorgebroken.
De afgelopen jaren kregen talloze Turkse instellingen te maken met politieke benoemingen van rectoren. Collega’s van universiteiten die het eerder voor hun kiezen kregen blijken nu ervaringsdeskundigen waar de academici van de Bosporus Universiteit van kunnen leren. ‘We zitten wekelijks in Zoom-meetings met collega’s om strategieën voor de toekomst te ontwikkelen’, vertelt Gökarıksel, wiens collega’s onder meer een juridische commissie opzetten om studenten bij te kunnen staan in hun rechtszaken.
Dat de aanstelling van Bulu het academische klimaat aan de Bosporus Universiteit zal veranderen, lijkt onontkoombaar. Zo kondigde de nieuwe rector kort na zijn benoeming aan twee nieuwe studierichtingen te openen: rechten en communicatie. ‘Daar worden geen mensenrechten onderwezen, maar vooral vakken die de strategische belangen van de staat moeten dienen. Bovendien is het een poging om ons numeriek te overvleugelen en zo de cultuur van kritisch denken te veranderen’, meent Gökarıksel.
Dat laatste zal met vastberaden faculteitsleden nog niet zo eenvoudig zijn, maar tegelijkertijd valt de strijd ook niet te winnen, realiseert Gökarıksel zich. ‘De arme man kan simpelweg niet opstappen. Dat zou een belediging van het systeem zijn.’ Toch heeft het protest volgens Gökarıksel wel degelijk nut: ‘Wat we nu doen is van invloed op hoe slecht we het in de toekomst krijgen.’