De voormalige werknemers van Kazova in Istanbul klappen in hun handen, er wordt gelachen en gedanst. Iemand schreeuwt een slogan, en al gauw galmt het revolutionaire ‘Dit is nog maar het begin, wij gaan door met de strijd!’ door de fabriekshal, gevuld met haast antieke machines die nu eindelijk officieel de voormalige werknemers toebehoren.
Het verhaal van Kazova begint twee jaar terug. In januari 2013 worden de 95 werknemers van de textielfabriek voor een week naar huis gestuurd. Op dat moment hebben ze al enkele maanden geen salaris ontvangen. Hun bazen, de broers Ümit en Umut Somuncu, beloven dat ze het geld na het verplichte verlof klaar hebben liggen. Als de werknemers na een week naar de fabriek terugkeren, worden ze echter opgewacht door een advocaat die hun meedeelt dat zij collectief ontslagen zijn wegens ‘ongeoorloofde afwezigheid’. De Somuncu’s zijn met de noorderzon vertrokken, maar niet dan nadat ze de fabriek hebben leeggeroofd en de achtergebleven machines onklaar hebben gemaakt.
De Kazova-arbeiders blijven achter met lege handen. Ze kunnen naar hun salaris fluiten en beschikken niet over de middelen om de textielproductie te hervatten en zo in hun eigen onderhoud te voorzien. Het gros van de gedupeerden geeft er de brui aan en gaat op zoek naar een andere baan. Een kleine groep besluit zich tegen dit onrecht te verzetten. ‘De wetten in Turkije zijn niet ontworpen ten gunste van de werknemers’, stelt Nihat Özbey, een van de arbeiders. ‘Daarom zijn we gedwongen via andere wegen ons gelijk te krijgen.’
Na twee jaar van verzet, waarin de fabriek werd bezet, de arbeiders het regelmatig met de politie aan de stok kregen, een slepende juridische strijd werd gevoerd en interne conflicten werden uitgevochten, is er nog een handjevol voormalige werknemers over. De veiling betrof de verkoop van de machines uit de fabriek, maar wegens gebrek aan geïnteresseerden vallen ze nu de arbeiders toe. Met deze historische overwinning is de weg vrij voor het opzetten van een van de eerste autonome arbeiderscollectieven in Turkije. In de week na de veiling werden via een Facebook-campagne al duizenden truien en T-shirts verkocht.