Elke donderdag, stipt 13.00 uur, ruikt het in de Sint Jozef-parochie naar vers brood. Op de tafels staan rode kratten geëtaleerd voor de minder bedeelden uit de buurt: 28 gezinnen die ‘de schaamte voorbij zijn’ zoals ze zelf zeggen, omdat ze een beroep moeten doen op de voedselbank. De oogst van deze week: andijvie, diepvriespoffertjes, vers brood en een naaisetje.

Welkom in Wassenaar, in het noorden en meteen het wat minder begunstigde gedeelte van het villadorp dat bekend staat om zijn hoge miljonairsdichtheid. Deze ‘rooie buurt’ ligt achter het haventje waar decennia geleden nog houten barakken als noodwoningen stonden om de arbeiders op te vangen. ‘Noord is gebouwd om de rijken in zuid van dienst te zijn’, zeggen ze hier ontevreden.

Maar ook de bewoners van de Kieviet, die puissant rijke villawijk in het uitgestrekte zuiden van het dorp, voelen zich als een roepende in de dorre woestijn. ‘Als eenling krijg je helemaal niets gedaan, tenzij je echt een heel sterke case hebt’, zegt voorzitter Wim Tordoir van de bewonersvereniging De Kieviet. Niet voor niets telt het dorp (25.000 inwoners groot) een kleine twintig wijkorganisaties die elkaar bevechten in het raadhuis. Ruim zeventig procent van de Kieviet-bewoners is voor vijftien euro per jaar lid van de bewonersvereniging. Deze pleit onder meer voor goede verkeerslichten en het schrappen van ‘de vele’ verkeersdrempels in de villabuurt. Nadat de riolering was gerenoveerd, vocht de vereniging voor een nieuwe, keurige bestrating.

‘Het trottoir is prachtig geworden’, erkent Tordoir. Maar tevreden is de kritische burger natuurlijk niet. ‘Het heeft lang geduurd, we hebben er hard aan moeten trekken en duwen. Alles gaat tergend langzaam, zo moeizaam. Het bestuur is een ambtelijke pudding waar je je vinger insteekt die dan weer terugveert.’

Nee, de bewoners van Wassenaar zijn niet bepaald enthousiast over hun lokale bestuur. Rijk, heel rijk, arm, minder arm, jong en oud – iedereen in Wassenaar is het over één ding eens: het is al jaren een zooitje in raadhuis De Paauw. Het oude paleis van prins Frederik der Nederlanden is tegenwoordig het decor van ordinaire scheldpartijen. Ruzies tussen partijen, bedreigingen, een vertrekkende burgemeester, een heuse ‘seksrel’, wethouders die al dan niet gedwongen het bestuur verlieten en dan ook nog eens een college dat viel. Niets bleef de doorgaans stijlvolle Wassenaarder in de afgelopen jaren bespaard.

Begin dit jaar is een frisse ploeg wethouders aangetreden om de brand(jes) te blussen en om op de winkel te passen tot de gemeenteraadsverkiezingen volgend jaar maart. Ze komen, op advies van een speciale commissie, van buiten het dorp – de sfeer is namelijk zo verziekt dat wordt gevreesd dat bestuurders van Wassenaarse komaf maar een zeer kort politiek leven beschoren is. Alles in de dorpspolitiek is immers persoonlijk geworden.

En dat is vaak precies het probleem in de lokale politiek, zegt hoogleraar politicologie Rinus van Schendelen van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij spreekt over ‘goedbedoeld amateurisme’ – een plaag die heerst onder lokale bestuurders. Iemand besluit iets ‘goeds’ te doen en gaat de politiek in. ‘Stuk voor stuk heel aardige mensen. Maar hoe dichter ze bij de burger staan, hoe hoger de emoties oplopen. Er wordt geklunsd, dingen lukken niet. Na drie jaar zie je ze dan gedesillusioneerd en vol wrok uit de gemeenteraad vertrekken.’

Niet voor niets besloot Wassenaar vers bloed in het college te zetten en het lijkt te helpen. Met de nadruk op lijkt, want het blijft broeien. Raadsleden staan lijnrecht tegenover elkaar en gunnen elkaar het licht in de ogen niet meer. Bij de raadsvergaderingen staan ze elkaar als kemphanen naar het leven. Het voedt de angst voor intriges, dus floreren de complottheorieën in paleisje De Paauw.

Hoe kon het politiek zo mis gaan in een keurig dorp? Een dorp dat ooit diende als paarse proeftuin, als een blauwdruk voor de landelijke politiek. Wijlen vvd-prominent Hans Dijkstal experimenteerde hier tussen 1978 en 1983 en zo kreeg Wassenaar de primeur: een politieke vriendschap tussen vvd, d66 en pvda die tien jaar later ook landelijk werd gesloten. Henk Goulooze glimt nog als hij spreekt over die gemoedelijke tijd. Het was ook de enige keer dat zijn partij de pvda er echt toe deed in het welvarende dorp. Hij zat in de raad van 1976 tot 1998. De pvda was altijd de kleinste, de grote zetelaantallen gingen steevast naar de vvd, de partij die maar liefst twee keer een absolute meerderheid in de gemeente kreeg.

Goulooze is geboren en getogen in het dorp. Hij zat, als een van de weinige arbeiderskinderen, op het chique Rijnlands Lyceum. ‘De elite sloeg na schooltijd linksaf, de villawijk in, en ik ging rechtsaf, richting dorp.’ Daar woonde hij dicht bij het haventje – dat decennia later nationaal bekend werd toen kroonprins Willem-Alexander, Máxima en de kinderen (door de dorpelingen liefkozend de drie A’tjes genoemd) er Sinterklaas verwelkomden. Het koninklijk bloed dat tussen het ‘gewone’ volk de goedheiligman toezwaait: de dorpelingen wijzen er graag op.

Dat is precies wat Wassenaar bijzonder maakt, die gekke mix van mensen. Er wonen leden van de koninklijke familie en er is markante adel (het oude geld), daar kwamen later de Rotterdamse havenbaronnen bij en nog later de snelle vastgoedjongens en keurig sprekende bankiers (de nouveaux riches). Daarnaast is Wassenaar een favoriete stek voor (top)ambtenaren, expats en allerhande politieke (communicatie-) adviseurs – Den Haag ligt immers op een steenworp afstand. Dan is er nog ‘het gewone volk’ – de arbeiders in het noorden en de paar overgebleven boeren aan de rand van de stad. Kaas in de richting van Leiden, bollen in de richting van Katwijk en de duinen.

De mix tussen bollenvelden en golfbanen maakt de verschillen groot, ook in de politiek. Als jong raadslid van ‘een rooie’ partij moest ‘de gewone jongen’ Goulooze wennen aan het juridische karakter van het Wassenaarse debat. ‘Voor aanvang van een raadsvergadering kwam er zo’n snelle jongen met rundlederen koffer om namens vier cliënten in te spreken over een stukje bouwgrond. Dat was even wennen, ja.’

Nog vers in zijn geheugen staat het zogeheten ‘zwembad van Vanessa’. De familie Breukhoven (oprichter Hans van de Free Record Shop en BN’er Connie, voorheen Vanessa) had in de jaren negentig haar privé-zwembad overkapt. Zonder vergunning. De familie zette een gebouw van zestig vierkante meter in de uitgestrekte tuin. Zo kon Connie zwemmen zonder doelwit te worden van paparazzi. Het zwembad zelf werd echter al snel voer voor de roddelbladen en meteen ook een hoofdpijndossier voor de gemeente. Die wilde het illegale bouwsel afbreken, om aan de rest van het villadorp duidelijk te maken: hier kan dus niet zomaar iets worden neergezet in het mooie groen. De ene na de andere advocaat toog namens de familie naar De Paauw.

Overal in het land hebben lokale bestuurders het moeilijk, zegt politicoloog Van Schendelen. ‘Ruzies en colleges die omvallen zijn schering en inslag.’ Maar nóg moeilijker heeft de bestuurder het in een welgestelde gemeente: ‘Colleges in gewone steden worstelen al met moeilijke burgers. Maar de rijke inwoner neemt meteen een advocaat in de arm en zal doorprocederen tot aan de Raad van State.’ Hij noemt Laren (waar burgers ambtenaren persoonlijk vervolgen), Bloemendaal en Haren. Hij ziet de verschillen al tussen de stadsdelen in Rotterdam. ‘Het rommelt in het arme Feijenoord, dat de laatste weken in het nieuws is wegens corruptie en vriendjespolitiek. Maar in het rijke Hillegersberg regelt men de zaakjes keurig legaal achter de schermen. Dat stadsdeel en zijn bewoners zetten het raadhuis aan de Rotterdamse Coolsingel klem door steeds te dreigen met de Raad van State.’

De Wassenaarder en zijn advocaat is een probleem, maar er speelt meer. In de jaren zeventig, herinnert Goulooze zich, was er ook politieke strijd. Maar er werd wel binnen de politiek correcte lijntjes gekleurd; en die sfeer is volgens Goulooze, die nog wat klusjes doet voor de gemeente, omgeslagen. Hoofdschuddend: ‘Er wordt te veel gescholden. Het is een bitter, persoonlijk gevecht geworden. Daarom hebben de meeste raadsleden en bestuurders helemaal geen tijd meer om naar de bewoners te luisteren.’

Waar ging het volgens hem mis? ‘De vvd, decennialang heer en meester in het dorp, bereikte de gewone Wassenaarder niet meer. De partij zat te veel op de centen. Wilde koste wat het kost dure prestigeprojecten doorvoeren en dekte die kosten door het verhogen van lokale lasten. De rampspoed kwam uit de vvd zelf. Er kwamen meerdere afsplitsingen en wrok ging overheersen tijdens de debatten.’

Oud-vvd’er Tordoir: ‘De mensen in de raad kunnen elkaar niet meer uitstaan. De reden is het vroegere autoritaire en hautaine gedrag van de vvd.’ De ‘megalomane’ projecten als de bibliotheek en het zwembad, gecombineerd met de verhoging van lokale belasting, waren voor hem de druppel. ‘De ozb werd enorm verhoogd. Er kwam een opstand en de partij beloofde sussend om drie jaar geen belasting meer te verhogen. Maar in het tweede jaar kon ik wéér 35 procent meer betalen. Toen was de maat vol.’

Hij schreef twee bozige brieven waarin hij zijn vertrek aankondigde. Een ging naar het landelijke vvd-bestuur, een had de lokale afdeling als bestemming. ‘Van het landelijke partijbureau kreeg ik nog antwoord – of ik niet lid wilde worden van de afdeling Katwijk of Noordwijk. Lokaal kreeg ik geen antwoord. Niets, na 35 jaar lidmaatschap! Het tekent de hautaine houding, en nee, dan ben je niet altijd rationeel.’ Want hij moet, inmiddels jaren later, eerlijk bekennen: ‘Ik ben best blij met het zwembad en de bibliotheek.’ Hij vindt nu zijn heil bij de bewonersvereniging. ‘Hier kun je veel praktische zaken regelen voor de buurt, zonder al dat politieke gedoe.’

De rampspoed in Wassenaar begon voor de vvd in 2006, het bolwerk dat het al decennialang voor het zeggen had begon te scheuren. De stille onvrede culmineerde uiteindelijk via een keurige oud-bankier. ‘Ik was voor mijn werk twintig jaar veel in het buitenland’, zegt Michel Rahusen. Hij ging met pensioen en bleef veel in het dorp. ‘Toen viel het plots op hoe slecht de gemeente voor het dorp heeft gezorgd. Er was iets mis met het grondwaterniveau waardoor er veel wateroverlast was en de lasten bleven maar stijgen, een verhoging van de ozb met 134 procent in slechts één raadsperiode!’

Rahusen schreef mee aan het verkiezingsprogramma van de vvd. ‘Ik wilde inspreekrecht voor burgers en geen prestigeprojecten meer. Er gebeurde niets.’ Hij kwam op een onverkiesbare plaats op de lijst, dus besloot hij een eigen partij met de naam Wat Wassenaar Wil op te richten. Toen gebeurde in 2006 het ondenkbare. De vvd verloor niet alleen de absolute meerderheid in het dorp, maar belandde ook in de oppositiebankjes. Voor het eerst sinds vijftig jaar had de partij het niet meer voor het zeggen. Wat Wassenaar Wil kwam vanuit het niets met zes zetels in het college, samen met het cda, de pvda, GroenLinks en d66.

Dat college viel in 2008. Wat Wassenaar Wil was te onervaren, zeggen de tegenstanders. De partij was juist té principieel, zeggen de voorstanders. In elk geval werden de stoeltjes geruild en kwam de vvd als vanouds weer op het pluche. Maar de politiek was definitief veranderd, de partij die in Wassenaar o zo machtig was, is anno 2013 nog steeds flink gehavend.

‘We dachten dat de bomen tot in de hemel groeiden.’ Jan Gieskes heeft jaren gehad om erover na te denken. Hij zat van 1998 tot 2006 voor de vvd in de raad en is momenteel voorzitter van de plaatselijke afdeling om orde op zaken te stellen. Als hij een datum moet aanwijzen is het 7 maart 2002, de dag waarop in het hele land de Wet dualisering gemeentebestuur werd ingevoerd. Kort samengevat betekende dit dat een wethouder uit de gemeenteraad werd gehaald. Zo gold voortaan ook lokaal dat het bestuur bestuurt en de volksvertegenwoordiging (de raad) de macht controleert – net zoals de machten landelijk al waren gescheiden. Het nadeel echter volgens Gieskes: ‘Er kwam ineens te veel afstand tussen het bestuur en de fractie.’

Zo kon de vvd niet goed meer uitleggen waar de partij mee bezig was. En dat was een hoop, vooral in de sfeer van bouwprojecten: een supermarkt met moderne appartementen (midden in het centrum), een zwembad (12,6 miljoen euro), een bibliotheek (met filmzaal). Er werden scholen gerenoveerd, zoals de Bloemcampschool waar de prinsesjes nu naartoe gaan. Er waren ideeën voor nieuwe schoolgebouwen, sportvelden. En er lag ook nog een detailhandelsnota en een inventarisatiekaart met alle mogelijke bouwlocaties.

Wassenaar, waar veel vastgoedkenners wonen, zag de bui al hangen: voor je het weet is de stad vol gebouwd. Tel daar de ozb-verhogingen bij op en het oproer is een feit, weet Gieskes nu. ‘Geen groen voor poen’ riepen de dorpelingen (inclusief de vastgoedhandelaren die elders veel geld verdienden met bouwen). Overal werd tegen de vvd gedemonstreerd vlak voor verkiezingstijd. ‘We hadden veel potjes op het vuur en die gingen allemaal tegelijk koken. De bevolking dacht dat de vvd Wassenaar helemaal ging volbouwen ten koste van de belastingbetaler. Wat ik ook probeerde uit te leggen, niemand geloofde het nog. Alles ging volstrekt zijn eigen leven leiden.’ Zo rommelde de vvd zichzelf in 2006 in de oppositie.

De partij spleet, ‘de overlopers’ van Wat Wassenaar Wil werden en worden met de nek aangekeken. Later kwam er nog meer intern gesteggel binnen de vvd. De ene na de andere fractievoorzitter en lokale partijbestuurder hing zijn functie aan de wilgen. De aversie is zo groot dat enkele politici elkaar niet eens meer met een beleefd knikje groeten tijdens het winkelen in het dorp.

‘Verziekt, verrot en vernield’, zegt Ben Paulides over de bestuurscultuur. Hij denkt echter dat dit juist komt door een gebrek aan dualisme. Net als Rahusen stond ook hij op een onverkiesbare plaats op de vvd-lijst. Alleen wist hij via voorkeurstemmen in 2010 wel in de raad te komen. Vanaf dag één was het oorlog. In 2011 werd hij uit de vvd gezet. De reden volgens hem: ‘Ik was blijkbaar iemand die wel nadacht. Ik ben eerlijk en rechtvaardig, open en transparant. Ik heb een hekel aan vriendjespolitiek.’

Bij de vvd spreken ze liever van ‘een notoire querulant’, een ‘veelpleger’ als het op relschoppen aankomt. Feit is dat Paulides twee keer openlijk hard in aanvaring kwam met toenmalig vvd-wethouder Henk de Greef. Een keer over de vastgoedplannen van het koninklijk huis op landgoed De Horsten (‘De Oranjes worden bevoordeeld’) en een keer over het plan van Bekende Nederlander en projectontwikkelaar Harry Mens die een monumentale herberg wilde slopen voor nieuwbouw. Paulides was tegen en vond dat het bestuur Mens wel erg tegemoet kwam.

Ook hij begon voor zichzelf. Democratisch Liberalen Wassenaar, heette de tweede afsplitsing van de vvd. ‘Die partij blijft mij onheus bejegenen’, zegt Paulides. Dat hij samen met Wat Wassenaar Wil de seksrel aankaartte, heeft de sfeer niet bepaald verbeterd. Ze insinueerden dat wethouder De Greef in de nacht van 13 op 14 februari 2012 bij een vrouwelijk raadslid had opgeschept over ‘een bepaalde lengte’. Er werd een onderzoek ingesteld en de wethouder werd vrijgepleit. De Greef was furieus en wilde de politici die hem hadden beschuldigd aanklagen. Het Openbaar Ministerie zag daar echter geen heil in. Nog steeds suddert deze kwestie, beaamt iedereen. Ook al is De Greef al maanden geleden tijdens een bestuurscrisis over een fietstunnel gevallen. Nog steeds houdt het Paulides bezig. ‘Ik kan het bewijzen. De wethouder heeft het echt gezegd.’

De dorpelingen genieten van de smeuïge verhalen, en menig politicus gaat snel over de tong in de toog van Herberg ’t Hoekje, een van de weinige authentieke bruine cafés in het dorp. Maar de dorpelingen schamen zich ook. ‘Je merkt dat de politici soms wel erg met zichzelf bezig zijn’, zegt voorzitter Michel Prent van buurtvereniging Kerkehout. ‘Niet altijd staat het belang van het dorp voorop in het gemeentehuis.’

Vlakbij Kerkehout verpietert Dierenpark Wassenaar, dat in 1985 is gesloten, maar waar volgens de dorpelingen nog steeds een luipaard en een paar lynxen schijnen te lopen. Het is nog van de zoon van de gefortuneerde en bekende auto-importeur Louwman, even verderop ligt het Louwman Museum dat een grote en bijzondere privé-collectie automobielen tentoonstelt.

Rijke families hebben altijd de toon gezet in Wassenaar. De koninklijke familie heeft er landgoederen. Maar ook pretpark Duinrell is van adellijk bloed. Graaf Hugo van Zuylen van Nijevelt (zijn vader Philippe was kamerheer van koningin Wilhelmina) richtte het op en had ermee een goudmijntje aangeboord. Niet alleen voor zichzelf, ook voor Wassenaar. Het pretpark biedt veel werk en aangezien het midden in het centrum ligt, lopen veel bezoekers ook nog even door de winkelstraat. Niettemin was er veel protest toen Duinrell uitbreidde. Onder anderen Nout Wellink, de oud-president van De Nederlandsche Bank, schreef Het Leidsch Dagblad, toonde zich mordicus tegen. Hij zetelde in een ‘klankbordgroep’ van buurtbewoners die onder meer pleitte voor ‘een schreeuwverbod’ in de achtbaan.

De mondige burger – ook dat is Wassenaar, zegt vvd-voorzitter Gieskes. Er was even wat protest tegen de komst van het hospice. ‘Alsof de lijkwagens af en aan zouden rijden.’ En rondom Duinrell is er altijd wel wat protest. ‘Mensen kopen eerst een huis vlak bij een pretpark en gaan daarna bezwaar maken.’ Het geruzie hoort er vaak bij, maar volgens Gieskes houdt het gemopper ook wel weer snel op als het plan eenmaal feit is geworden. De hospice en de voedselbank zijn al niet meer weg te denken uit Wassenaar, waar traditioneel het verenigingsleven een grote rol speelt.

‘Wassenaar is best wel een sociaal dorp’, zegt SP’er Davy van Keppel. ‘Ook dankzij initiatieven van de Rotary die geld inzamelde voor de voedselbank en het hospice.’ Het meest verbindende komt, zegt hij ook, uit het rijke verenigingsleven dat het dorp kent. Niet vanuit de politiek. ‘Er is veel oud zeer, mensen in de raad staan elkaar naar het leven. Constant wordt er gesproken over persoonlijke dingen uit het verleden.’

Bij de voedselbank kennen ze Van Keppel als die jongen met de rode ballonnen van de SP die ze wél tegenkomen in de buurt. ‘De rest van de politiek zien we niet. Ja, alleen tijdens verkiezingen.’ De socialisten hebben nog geen afdeling in het dorp, onderzocht wordt of een Wassenaarse SP levensvatbaar is. ‘De eerste stap is luisteren naar de problemen’, zegt Van Keppel.

Vernieuwing, dat is een van de weinige punten waarop de kemphanen vvd en Wat Wassenaar Wil elkaar kunnen vinden. ‘Het wordt spannend volgend jaar maart bij de verkiezingen’, zegt Rahusen van de lokale partij. ‘Zolang dezelfde mensen regeren, zal er niets veranderen en zullen de slechte verhoudingen blijven bestaan.’ Gieskes van de vvd: ‘Elk dorp krijgt de raad die het verdient. Maar deze raad functioneert door alle ruzies uit het verleden niet meer goed. De politiek, ook de vvd, moet verversen – er moet nieuw bloed komen.’

En dáár zit nu net het probleem volgens hoogleraar Van Schendelen. ‘Slechts drie procent van de Nederlanders is nog lid van een politieke partij. Laten we zeggen, alles bij elkaar, driehonderdduizend leden. Daarvan is tien procent misschien geschikt om te besturen.’ Kortom, de spoeling is wel erg dun. Ondertussen wordt er steen en been geklaagd over de politiek. Afgelopen maart bleek uit onderzoek van Collegetafel, een kennisnetwerk voor lokaal bestuur, dat een kwart van de raadsleden voortijdig stopt. Een enquête van het vakblad Binnenlands Bestuur gaf in 2009 hetzelfde beeld. De reden: een andere (betere) baan – of een politiek conflict.

Van Schendelen denkt dat de kwaliteit in het lokale bestuur alleen maar zal afnemen de komende tijd. Juist omdat zo weinig Nederlanders nog actief zijn in de politiek. ‘Degene die het doen verdienen een complimentje – meer dan 97 procent doet niets. Dat is de verwende burger die passief vanaf de bank zegt dat niets deugt. Terwijl de goedbedoelende amateur zijn hoofd boven water probeert te houden in het bestuur.’


Chronologie

In oktober 2005 vertrekt VVD-burgemeester Herman van den Muijsenberg, omdat de gemeenteraad van Wassenaar zijn manier van leiding geven in twijfel trekt. De politiek in het dorp, zegt hij kort daarop, wordt beheerst door ‘een sfeer van achterdocht’. Er is ruzie over de manier en het tempo waarop een personeelsreorganisatie plaatsheeft.

Bij de verkiezingen in 2006 komt Wat Wassenaar Wil (een afsplitsing van de VVD) vanuit het niets in het college. De VVD die al meer dan vijftig jaar in het bestuur zetelde, komt plots in de oppositie. De partij wordt door de burger afgerekend voor de ozb-verhoging van 84 procent in één jaar tijd – een ongekend hoog percentage. Waarnemend burgemeester Luigi van Leeuwen (VVD) windt er tijdens zijn vertrek geen doekjes om: één partij had het, zegt hij tegen Binnenlands Bestuur, te lang voor het zeggen. ‘Die arrogantie was een van de redenen om de VVD uit te sluiten voor een nieuw college.’

Het nieuwe bestuur bestaat uit Wat Wassenaar Wil, het CDA, de PvdA, D66 en GroenLinks. Het valt al in 2008 over de bebouwingsplannen van het voormalige militaire vliegveld Valkenburg. Het voorstel, van het college, wordt weggestemd door de VVD en Wat Wassenaar Wil. De laatste partij vertrekt uit het bestuur, de VVD is ineens weer terug – veilig op het pluche. Maar wél onder een nieuwe burgemeester, Jan Hoekema van D66 nota bene. De VVD levert niet langer de eerste burger van het dorp.

Zo rond 2008 begint ook het langlopende probleem rondom De Horsten, het landgoed waar koning Willem-Alexander met zijn gezin resideert. Hij wil, laat hij in 2008 al informeel aan de burgemeester weten, twee boerderijen slopen voor nieuwbouw. Het dorp en de gemeenteraad verzetten zich omdat het twee monumentale panden betreft. Maar in januari 2012 wordt het verzet opgegeven.

In de raad speelt kort daarop de seksrel. Wethouder Henk de Greef zou, volgens twee raadsleden, seksueel getinte opmerkingen hebben gemaakt tegen een ander vrouwelijk raadslid, Mary-Jo van der Velden. Hij zou hebben gezegd ‘dat hij haar met de gordijnen dicht en de kleren uit een lesje zou leren’ in de kamer van de wethouder. Er komt een onderzoek van het Bureau Integriteit Nederlandse Gemeenten. Het wordt, tot grote onvrede van de oppositie, geleid door VVD-coryfee en partijvoorzitter Bas Eenhoorn. De conclusie van het onderzoek, dat inmiddels als ‘onzorgvuldig’ wordt gekwalificeerd: het is zeer onwaarschijnlijk dat de wethouder dat soort uitspraken heeft gedaan.

Het college sneuvelt kort daarop over een fietstunnel die 1,8 miljoen euro meer kost dan de 7,4 miljoen die ervoor is begroot. Vier wethouders stappen op. PvdA-senator Joop van den Berg wordt eind 2012 ingesteld als formateur. Hij vindt dat er ‘pacificatie’ nodig is om de ‘bedorven’ verhoudingen in het dorp te verbeteren. Kortom: alleen bestuurders van buiten kunnen de boel nog redden.