Gert-Jan Segers (ChristenUnie), Sigrid Kaag (D66), Mark Rutte (VVD) en Wopke Hoekstra (CDA) (van rechts naar links) na de persconferentie over het coalitieakkoord. Den Haag, 15 december 2021 © Bart Maat / ANP

Wat zegt het eigenlijk over Den Haag, wierp een collega-journalist onlangs op in een wandelgang, dat naar alle waarschijnlijkheid dit de meest aangehaalde dichtregel is: ‘Tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren.’

Ik kwam de strofe van Willem Elsschot inderdaad 171 keer tegen in de Kamerhandelingen sinds 1995. Het onderstreept het punt dat Herman Tjeenk Willink al decennialang herhaalt: politici verliezen zich liever in nieuwe plannen dan dat zij zich buigen over praktische uitvoerbaarheid. Praktische bezwaren worden veelal gezien als hindernissen – en iets waar je je als politicus liever niet mee profileert. Wie daar plots wel op botst, haalt graag de Vlaamse dichter aan.

Aan dromen geen gebrek in het nieuwe regeerakkoord en aan opgestroopte mouwen ook niet: maar liefst 28 miljard wordt er meer uitgegeven. 29 bewindspersonen treden aan, inclusief charmante technocraten van buiten met grote vakkennis. Er zitten hallucinante nicheportefeuilles tussen met namen als ‘Mijnbouw’ en ‘Koninkrijksrelaties en Digitalisering’. Elk – veelal zelf gecreëerd – probleem krijgt de komende jaren een eigen generaal.

Elke klacht krijgt een aanspreekbaar gezicht, precies zoals op de eerste pagina’s van het coalitieakkoord is beloofd. Niet alleen bij al die uitvoeringsorganisaties, maar ook in Den Haag zelf neemt achter elk overheidsloket een poppetje plaats. Maar wat gaat er schuil achter die menselijke façade? Hoe zorgt het er straks voor dat al die goede wil niet opnieuw stukloopt op onmacht?

Als het aanstaande kabinet ergens een visie toont dan is het op dit punt: het erkent ruimhartig dat het de afgelopen tien jaar aan goede uitvoering heeft geschort en dat vooral daar werk te verrichten is. De grote politieke drama’s die burgers aan den lijve ondervonden hadden plaats in het aandachtsluwe hoekje dat ‘uitvoering’ heet. Bij de Belastingdienst, het uwv of in Groningen. De inzet van Rutte IV zijn niet zozeer ideeën of dromen, maar eerder het herstellen van het vertrouwen dat burgers zijn verloren in het vermogen van de politiek om dat wat wordt beloofd tot uitvoering te brengen.

'Hoe Rutte voorkomt dat er straks generaals op het bordes stappen zonder leger, blijft raadselachtig'

Daarom besloot ik na afloop van de presentatie van het coalitieakkoord aan demissionair én aanstaand premier Mark Rutte te vragen of niet alleen het aantal kabinetsposten, maar ook de omvang van ministeries meegroeit. ‘Nou, nee’, zei hij onomwonden. ‘Maar we investeren in uitvoeringsorganisaties fors geld. Om ervoor te zorgen dat ze klantgerichter kunnen werken, zodat de telefoon wordt opgenomen, dat je een mens aan de lijn krijgt. Dat je ook weet met wie je gesproken hebt en diegene kunt terugvinden.’

Sigrid Kaag, die even verderop de pers te woord stond, stelde ik dezelfde vraag. Groeit het aantal ambtenaren mee met dit uitdijende kabinet? ‘Ja, er komt extra geld voor uitvoering’, zei zij direct. ‘Enerzijds om een menselijke maat te kunnen introduceren, maar ook vanuit het idee: je kunt wel mooie plannen neerleggen, maar als de uitvoeringscapaciteit er niet is, zet je jezelf op voor falen. Dat moet je de burger niet aandoen, het is onwenselijk.’

Daarop vroeg ik aan Kaag waar die extra middelen voor betere uitvoering te vinden zijn in dit regeerakkoord. ‘Dat zal per ministerie goed moeten worden bekeken’, zei ze, om er vervolgens cryptisch aan toe te voegen: ‘Het staat in dit akkoord nog niet, het wordt wel beschreven, maar de uitwerking van de uitwerking moet nog gebeuren.’

Ironisch gezien hangt zo de kernbelofte van het aanstaande kabinet om tot betere uitvoering te komen nu al af van een nadere uitwerking van de uitvoering.

In een financiële bijlage van het coalitieakkoord wordt inderdaad een niet-gespecificeerde post van honderden miljoenen euro per jaar genoemd die bestemd zijn om uit te geven aan betere uitvoering. Maar aan welke mensen dit wordt uitgegeven, waar die worden gevonden en hoe Rutte voorkomt dat er straks generaals op het bordes stappen zonder leger, blijft raadselachtig.

'Wie spreken wij straks aan op het herstel van de stevig verwaarloosde publieke dienst?'

Juist voor Sigrid Kaag zal het belangrijk zijn om hierop toe te zien. Het zijn vooral de vele progressieve beloftes zoals kilometerheffing, grote klimaatingrepen en de herinvoering van een basisbeurs voor studenten die nauw samenhangen met het vermogen van de overheid om grote verandering tot stand te brengen. Het geld is er, maar om daad bij droom te voegen zijn vooral veel ambtenaren nodig.

Den Haag onthaagsen

Kan het kabinet-Rutte IV de Haagse bestuurscultuur werkelijk veranderen? Drie oud-topambtenaren hebben hun twijfels over de plannen van het nieuwe kabinet. Zij komen tot een lijst concrete voorstellen over hoe Den Haag wel onthaagst kan worden. Hun betoog is te lezen op groene.nl: Hoe kan de Haagse bestuurscultuur daadwerkelijk veranderen?

Het zal een van de lastigste praktische obstakels zijn waar de aanstaande regering mee worstelt. Waar haalt ze in een zeer krappe arbeidsmarkt de mensen vandaan? Aanstaand minister voor Volkshuisvesting Hugo de Jonge gaat ‘met hart en ziel en met opgestroopte mouwen’ aan de slag, maar met wie? Dit najaar vertelden de directeuren woningbouw en woningmarkt mij op het ministerie van Binnenlandse Zaken dat zij de gigantische woonopgave – ‘het terugpakken van regie!’ – moeten doen met ongeveer 120 mensen. Dat waren er ooit meer dan tweeduizend.

In de zorg lopen medewerkers nog altijd weg. Platform voor onderzoeksjournalistiek Investico reconstrueerde een jaar geleden hoe onmachtig het ministerie van Volksgezondheid is door een bijna volledig gebrek aan uitvoerende slagkracht. Beoogd minister Ernst Kuipers heeft vakkennis en bleek tijdens de eerst etappe van de coronacrisis iemand die met inventief ingrijpen doden voorkwam, maar krijgt hij ook de mensen om het ministerie meer te laten zijn dan een oekaze-machine? En welke ambtenaar weet er in Den Haag – sinds de opheffing van het ministerie van vrom – nog iets over ruimtelijke ordening?

Niet toevallig gaapt het grote gat aan deskundigheid en menskracht op plaatsen waar tien jaar geleden met grote tevredenheid ministeries werden ontmanteld. Het opheffen van al die afdelingen ging gepaard met een uittocht van ambtenaren die inmiddels in het bedrijfsleven terecht zijn gekomen of allang met pensioen zijn gegaan. Die stevige sanering van de overheid was overigens een nadrukkelijke wens van Mark Rutte, die toen nog geloofde in een zo klein mogelijk kabinet. Ook op dit punt lijkt de aanstaande premier vooral oppositie te voeren tegen zijn oude zelf. ‘Here was a man with considerable practice in the reversal of his own errors’, schreef de pas overleden auteur Joan Didion ooit genadeloos over de Amerikaanse vice-president Dick Cheney.

‘Nederland is niet zo heel goed in uitvoeren’, waarschuwde Ingrid Thijssen bij Buitenhof als reactie op de nieuwe kabinetsplannen. De voorvrouw van de machtige werkgeverslobby vno-ncw en d66-lid zette voorzichtig de deur op een kier voor creatief ingrijpen. Zij pleitte onomwonden voor kennis- én arbeidsmigratie. ‘Ik denk zeker dat wij mensen van buiten nodig hebben’, zei zij. ‘Wij hebben structureel te weinig mensen voor zorg, leraren, maar ook voor al die transities waar technici voor nodig zijn.’ Hoe controversieel dit voorstel is bleek twee jaar geleden al eens toen d66 precies dit voorstelde. Het was de enige partij die méér migratie voorstelde. Juist de coalitiegenoten vvd, cda en ChristenUnie reageerden zeer fel.

In het bonte gezelschap van ministers dat aanstaande maandag op het bordes stapt, is het moeilijk om te ontwarren wie er hoofdverantwoordelijk is voor misschien wel de meest cruciale hersteloperatie die dit kabinet de komende jaren wacht: wie mogen wij straks aanspreken op het herstel van de stevig verwaarloosde publieke dienst? Wie gaat het noodzakelijke fundament leggen waar alle vernieuwingsambities op kunnen steunen?

Het antwoord heeft Rutte zelf al impliciet gegeven bij de presentatie van het coalitieakkoord: dat zal hij zelf zijn. Hij heeft het vertrouwen in de politiek direct gekoppeld aan het vermogen om dromen in daden om te zetten en speelt daarmee hoog spel. Als hij slaagt, herstelt hij de schade die zijn opeenvolgende kabinetten hebben aangericht. Maar lukt het niet, dan wacht zijn opvolgers nog veel meer wantrouwen. Dan ziet dit kabinet zijn dromen botsen op praktische bezwaren en zet het zichzelf, zoals Kaag al zei, op voor falen.