Volgens de grondwet heeft de gevangenisdirecteur het recht om de door de wet voorgeschreven twaalf staatsgetuigen - evenveel als er juryleden bij het proces zijn - uit te kiezen. Dus ging hij op zoek naar geschikte kandidaten. Hij weet dat ik tegen de doodstraf ben - ik vermoed als enige van zijn getuigen. Hij kent me goed en vertrouwt me. Daarom vroeg hij me. Ik heb ja gezegd omdat ik hem op die manier kon helpen voorkomen dat gouverneur Wilson zijn vrienden naar voren zou schuiven. Ik vond dat een heel humaan streven van Vasquez, daarom voelde ik het als mijn plicht om op zijn verzoek in te gaan.‘
Zo werd Richard Beswick uit Santa Barbara, Californie, een van de getuigen bij de terechtstelling van Robert Alton Harris, die plaatsvond in de San Quentin California State Prison op 21 april 1992. Beswick was in Nederland voor de premiere van Procedure 769: The Witnesses to an Execution, de aangrijpende documentaire die Jaap van Hoewijk over de getuigen maakte. De film laat zien hoe verschillende getuigen ieder op hun eigen manier de terechtstelling van Harris in de gaskamer waarnamen.
HET FEIT DAT maar liefst zo'n vijftig mensen, aanzienlijk meer dan de voorgeschreven twaalf, in de gelegenheid waren gesteld in de witness-area plaats te nemen, had Jaap van Hoewijks fascinatie gewekt. Hij zocht de toeschouwers op en ontdekte dat iedereen die hij sprak een ander schouwspel had gezien. Hun relatie tot de moordenaar in de sterfstoel, hun maatschappelijke positie en hun motief om te getuigen bepaalden niet alleen hun gevoelens tegenover de veroordeelde, maar ook welke details ze zich van de terechtstelling herinnerden. Van Hoewijks film is geen aanklacht tegen de doodstraf, maar ontleedt aan de hand van een tiental getuigenissen op meedogenloze wijze de mentaliteit van de Amerikaanse samenleving en haar - in Nederlandse ogen vaak wonderbaarlijke - strafrechtpleging.
Naast de staatsgetuigen, waartoe Beswick behoorde, en het executieteam bestond de groep van aanwezigen uit de meest vertrouwde vrienden van de veroordeelde, diens familieleden en de nabestaanden van de slachtoffers. Bovendien mochten ook nog eens achttien journalisten de ceremonie live meemaken, terwijl honderden collega’s van hen buiten de poorten van de gevangenis stonden te dringen. De ophef rond de executie was zo groot dat men uit voorzorg maar het hele stadje San Quentin - zo'n zevenhonderd inwoners - had geevacueerd. Een van de uitverkoren journalisten beschrijft in Van Hoewijks film het gebeuren als een toeristische attractie van de eerste orde, vergelijkbaar met de Matterhorn in Zwitserland.
Beswick: 'Om de getuigen te onderscheiden kregen wij blauwe badges opgespeld, die ons recht gaven op de beste plaatsen: onmiddellijk aan de railing die rond de gaskamer loopt. De VIP’s - dat waren de familieleden van de slachtoffers - hadden rode badges, en de pers weer andere. Steve Baker, de vader van een van de twee door Harris vermoorde jongens, wilde per se ook een blauwe badge, en dat lukte. Hij is politieman en heeft door de zaak-Harris flinke promotie gemaakt. Hij werkt nu pal onder de gouverneur.
De twaalf staatsgetuigen en de VIP’s, onder wie zich behalve de nabestaanden van de jongens ook de hoofdcommissaris van politie van San Diego en de leider van de vakbond voor gevangenispersoneel bevonden, werden voor de terechtstelling gezamenlijk opgevangen en kregen een speciale behandeling. De vijf familieleden en vrienden van Harris kregen een heel wat mindere ontvangst; zij werden apart gehouden en we kregen ze pas te zien toen we de executieruimte betraden.’
Regisseur Jaap van Hoewijk, die ook aanwezig is bij het gesprek met Beswick, brengt naar voren dat de staatsgetuigen en de VIP’s ten huize van Vasquez een diner hadden voorafgaand aan de terechtstelling. De vriend van Robert Harris verklaart in de film vol ontzetting dat hij vanuit het getraliede kantoortje waar Harris’ getuigen zaten te wachten, geamuseerde geluiden heeft gehoord, afkomstig uit de woning van de gevangenisdirecteur. Ze reconstrueren de situatie en concluderen dat de vriend slechts gevangenispersoneel heeft horen lachen. Beswick: ‘Van een party-sfeer is mij niets gebleken.’ Wel weet Van Hoewijk te vertellen dat de VIP’s voor de executie nog doodgemoedereerd naar een honkbalwedstrijd op de televisie hebben gekeken.
Beswick: ‘De speciale behandeling die wij kregen, ging al zestig dagen voor de terechtstelling van start. Met een RTSD-training, bedoeld om een Post Traumatic Stress Disorder te voorkomen. Die training is uitgevonden voor de soldaten die terugkwamen uit Vietnam. In dat kader brachten we een bezoek aan de gaskamer. We keken naar de hartmonitor en naar het eenvoudige metalen vat waarin de cyanidekorrels zich met het zuur zouden vermengen. Er werd ons gedetailleerd verteld wat we te zien zouden krijgen, hoe het hoofd van Harris naar achteren zou vallen en dan weer naar voren, dat het er heftig aan toe kon gaan, en dat we zijn lichaamssappen zouden zien vloeien. Het rook er naar verse verf; het ijzeren gevaarte was appelgroen geverfd. De gaskoepel is een oude machine, met een ouderwets mechaniek, dat van “klink-klonk” gaat, een geluid als van een Jules Verne-voertuig, een onderzeeer.’
De gaskamer van San Quentin dateert uit 1938, toen de galg in onbruik raakte. Harris was nummer 195 die in de gaskamer stierf. ‘Eigentijds strafrecht, gecombineerd met een middeleeuws werktuig’, zoals Harris’ vriend-getuige het in de film uitdrukt.
Beswick: ‘De aanwezigheid van getuigen vloeit voort uit het Achtste Amendement op de grondwet: “Cruel and unusual punishments should not be inflicted.” Natuurlijk is de doodstraf altijd wreed, maar de gedachte is dat de bewakers geen kans mogen krijgen de veroordeelde tegen zijn ballen te trappen of zijn ogen uit te steken. Hij moet terechtgesteld worden op waardige wijze.’
Maar hoe valt de aanwezigheid van nabestaanden van de slachtoffers te rijmen met een waardig einde? Die willen zijn bloed immers drinken. Dat blijkt in de film bijvoorbeeld uit het feit dat zij in de laatste glimlach van Harris ‘een gemene grijns’ zien, terwijl anderen er juist een poging tot verzoening in meenden te ontdekken. Beswick in de film: ‘Tja, hoe wordt een man geacht te kijken in zo'n situatie?’
Harris, die in 1978 op zijn vijfentwintigste twee tieners vermoordde toen hij na een bankoverval hun auto nodig had om te vluchten en die onmiddellijk werd gearresteerd, heeft veertien jaar lang te boek gestaan als de Laughing Killer, alleen maar omdat het enige beeld dat van hem in de media vertoond werd een filmpje was waarop hij lachend tussen twee bewakers in loopt. De zuster van een van de vermoorde jongens, tevens getuige, zegt in de film dat Harris hun, tot haar grote spijt, niet het genoegen gunde van een smartelijke doodsstrijd. De moeder van de andere jongen, ook getuige, spreekt gretig over het moment ‘toen we hem gingen vermoorden’, en laat daar een hartgrondig ‘Yes!’ op volgen.
Beswick: ‘Er zijn bij terechtstellingen minimaal twaalf getuigen namens de staat. Die rekruteert de gevangenisdirecteur meestal gewoon uit zijn personeel: “Nu is het jouw beurt!” In 1984 zijn de regels voor de executie herzien. “Procedure 769” heet het draaiboek voor het complete executie-ritueel.’
Dit document is voor de eerste voltrekking van het doodvonnis in Californie sinds 25 jaar, voor de executie van Robert Alton Harris dus, aangepast door gevangenisdirecteur Vasquez. Binnen de muren van San Quentin heeft die man namelijk een schier onbeperkte macht. Of zoals regisseur Jaap van Hoewijk het uitdrukt: ‘Als hij voorschrijft dat de president van de Verenigde Staten daar op handen en voeten moet rondlopen, dan gebeurt dat.’
‘Procedure 769’ vermeldt onder meer de schaar en de zakdoekjes die paraat moeten liggen, het galgemaal voor de veroordeelde, het executielogboek dat de artsen moeten invullen, wie zich wanneer waarheen moet begeven, et cetera. Harris mocht onder geen beding willekeur ten deel vallen. Vandaar ook dat hij op zijn laatste dag geen seconde door het personeel uit het oog werd verloren; hij werd tot na zijn laatste snik geobserveerd door een leger professionals, dat elk detail noteerde: de klinische administratie van het onvoorstelbare.
Beswick: ‘Een van de weinigen die het minutieus vastgelegde ritueel kon onderbreken, was gouverneur Pete Wilson - naast uiteraard het hooggerechtshof. De grondwet geeft de gouverneur de macht gratie te verlenen. Maar iedereen wist dat hij dat niet zou doen. Het was 1992, hij wilde herkozen worden, en hij had gezegd dat hij de criminaliteit hard zou aanpakken. Dus moest er een kop rollen. It was critical for him.’
IN 1990 ZIJN door de verdediging van Harris nog lijvige psychiatrische rapporten geproduceerd, waar ze jaren aan hadden gewerkt. Met de research was een ongelooflijke hoeveelheid geld gemoeid geweest, daarom waren ze niet eerder af. Dat geld moest de verdediging namelijk zelf opbrengen. Een van Harris’ advocaten heeft al zijn prive-middelen in dit onderzoek gestopt. Hij zit nu aan de grond. Uit de psychiatrische rapporten bleek dat Harris op het moment van de moord niet toerekeningsvatbaar was en dat hij een zware behandeling behoefde. In Nederland zou hij waarschijnlijk als een typisch TBS-geval aangemerkt worden. Maar de rechters riepen dat de rapporten te laat kwamen.
Beswick: ‘De zaak was al beklonken. Gouverneur Pete Wilson, he is an asshole, een politieke duivel, een soort Richard Nixon. Hij roept dat hij ervoor zorgt dat de straten in Californie nu veilig zijn omdat hij de doodstraf weer heeft teruggebracht. Zijn tough crime-politiek brengt hem in ieder geval waar hij wezen wil: op weg naar het presidentschap. Dat was ook de reden waarom hij zo in zijn schik was met de “Weeping Father” Steve Baker, de politieman die vader was van een van de twee vermoorde jongens. Met hem kon hij goede sier maken in zijn campagne. En waar komt Pete Wilson vandaan? Uit San Diego, een bolwerk van conservatisme; hij is er burgemeester geweest, en Harris pleegde die moorden daar.’
Uiteindelijk was het het hooggerechtshof dat op het laatste moment nog voor een wrange onderbreking zorgde van het executieritueel. Er waren op het laatst nog verschillende gratieverzoeken binnengekomen die tot uitstel leidden. Maar de allerlaatste kwam wel op een heel laat ogenblik. In de fractie van de seconde dat Daniel Vasquez - die niemand anders met de taak van beul had willen belasten - de hendel over zou halen die de cyanide in het vat zou laten vallen, ging de telefoon, hoorbaar voor iedereen. Een laatste verzoek tot gratie. Volgens de wet moet die door het hooggerechtshof in behandeling worden genomen. De ceremonie werd stante pede stopgezet, Harris werd uit zijn sterfstoel losgemaakt en de getuigen moesten de ruimte verlaten. Twee uur later, het was inmiddels 5.57 uur in de ochtend, arriveerde er een fax van het hooggerechtshof dat het verzoek was afgewezen en dat er geen verdere gratieverzoeken in behandeling zouden worden genomen. Zonder alle voorgeschreven plichtplegingen werden de getuigen weer zo snel mogelijk naar hun oorspronkelijke posities ‘teruggeduwd’, zoals Beswick en anderen het uitdrukken. Harris kreeg geen laatste woord meer, geen kans tot een nieuw afscheid. Hij moet in die paar uur tien jaar ouder zijn geworden.
Vanwege dit soort absurde details vindt Beswick de film van Van Hoewijk van groot belang. ‘In Amerika zal zo'n documentaire over de doodstrafpraktijk nooit gemaakt worden. Dat past niet binnen onze nieuwstraditie.’ De film van Van Hoewijk zal in de Verenigde Staten waarschijnlijk coast to coast worden uitgezonden.
IN 1978 KWAM HET hooggerechtshof van de Verenigde Staten tot het oordeel dat de doodstraf, na een mortuarium van een aantal jaren, niet langer ongrondwettig was. In hetzelfde jaar werd in Californie Robert Alton Harris ter dood veroordeeld.
Inmiddels staat in een veertigtal Amerikaanse Staten de doodstraf weer op de menukaart. De Herald Tribune meldde onlangs dat ‘de staat Virginia van plan is in de rest van dit jaar elke tien dagen een moordenaar terecht te stellen’. Commentaar: ‘Een tempo dat geen precedenten kent, en de weerspiegeling van een nationale beweging in de richting van snellere terechtstellingen.’ Zelfs in de staat New York, waar de laatste executie - per elektrische stoel - ruim dertig jaar geleden plaatsvond, kan sinds kort weer legaal over leven en dood worden beschikt. Beswick: ‘De gaskamer is inmiddels optioneel geworden. De terdoodveroordeelde mag ook kiezen voor de dodelijke injectie. Maar er blijven altijd mensen die een voelbare dood willen sterven.’
De dagen van de gaskamer in San Quentin lijken geteld. Directeur Daniel Vasquez heeft niet op de afschaffing wilen wachten: hij heeft zich laten overplaatsen naar een gevangenis zonder death-row.
Beswick: ‘Toen we na de executie weer buiten stonden, kwam de zon op. Ik had het gevoel over een grens te zijn gegaan, naar een gebied waar je niet hoort te komen. It took you further than an acid-trip. Door deze ervaring weet ik dat God groter is dan alles. Jazeker, mijn geloof is alleen maar sterker geworden. Wie denk je dat het was die Danny Vasquez ertoe bracht mij als getuige te vragen? De onzichtbare hand die hem leidde, dat was de hand van God.’
Twee doden sterven
Het Amerikaanse strafrecht kent in Europese ogen vele absurditeiten. Dat heeft de zaak-O. J. Simpson laten zien. En dat toont ook Jaap van Hoewijk in zijn indrukwekkende documentaire ‘Procedure 769’. Hoe een terechtstelling in een politiek circus veranderde. En in een genoegdoening voor de nabestaanden van de slachtoffers.
Procedure 769: The Witnesses to an Execution van Jaap van Hoewijk (co-regie: Rikkert Boonstra) is vanaf donderdag 12 oktober te zien in The Movies Amsterdam, Cinemarienburg Nijmegen en Chasse Breda. Daarna in elk geval in Groningen, Rotterdam en Arnhem.
‘DE DIRECTEUR van de San Quentin-gevangenis, Daniel Vasquez, is een client van me. Ik ben in prive-zaken zijn advocaat. Maar hij is ook een goeie vriend. Hij vroeg me of ik als officiele getuige aanwezig wilde zijn bij de terechtstelling van Robert Alton Harris. Vasquez was namelijk bang dat een aantal geldschieters van Pete Wilson, de gouverneur van Californie en tevens presidentskandidaat, als tegenprestatie voor hun steun aan zijn herverkiezing Harris’ executie zou mogen bijwonen. Zo'n circusvertoning wilde Vasquez voorkomen. “It’s like watching the lions eat the christians”, vond hij.
www.groene.nl/1995/41