Waar was het? In Paradiso, in het Parool Theater, in Leiden, in Rotterdam, in Breda, in De Balie, in Zwolle, in Enschede, in Groningen, in Desmet… Ik weet het niet meer, maar ik sprak met Wouter Bos, Job Cohen, Rita Verdonk, Joop Wijn – ik heb geen idee meer, want ik sprak in die tijd, 2004-2005, met alle politici, en allemaal zeiden ze dat ze de allochtoon, de Marokkaan, de moslim ‘begrepen’. Wat ze begrepen, was dat hij in een identiteitscrisis verkeerde. De clash of civilizations-redenering werd gevolgd – de naam van Huntington viel honderden keren.
Identiteitscrisis, botsende culturen, een tamelijk kortzichtig religieus boek waarin kleingeestige ideeën over homo’s en vrouwen staan, tja, daar hadden wij, autochtonen, misschien wel minder last van. Wij waren Hollanders – ook al had ik zelf dan een Indische huid. Wij waren boerenkool, strijd tegen het water, klompen, blank, en misschien wel recht door zee, al wilden we dat liever zijn dan dat we het daadwerkelijk waren.
Identiteitscrisis, ik heb het altijd een vreemd woord gevonden. Want wat is identiteit en wat is crisis precies, en hoe uiten zich die en hoe verklaren die twee begrippen samen een bepaald gedrag? De wetenschappers die ik erover hoorde, wisten er ook weinig over te vertellen. En ik geloof dat we het er allemaal wel over eens waren dat het een ‘containerbegrip’ was – ook een modewoord, maar misschien wel beter dan ‘generalisatie’. Ik begreep wel dat je maar beter geen identiteitscrisis kon hebben.
Toen hoorde ik dat sommige allochtonen – onder wie de moordenaar van Van Gogh en al die jongeren die neigen naar fundamentalisme – twee paspoorten hebben. Twee paspoorten – is er een betere metafoor voor ‘identiteitscrisis’. Een begrip dat je volgens mij eenvoudig kunt vervangen door ‘schizofrenie’.
Al was je niet schizofreen, je had wel twee geldige paspoorten – voor dezelfde persoonlijkheid, en nota bene voor verschillende landen. De vraag ‘wie ben ik’ moet zich dan wel opdringen.
Nu ben ik persoonlijk voor meer persoonlijkheden, ik zou zelf nog wel drie paspoorten willen hebben (Amerika, Engeland en Frankrijk, en eventueel ook nog een paspoort voor Italië) en nog wel vijf persoonlijkheden, maar als dat tot crisis leidt, lijkt het me beter daarvan af te zien.
Hoe dan ook, als Geert Wilders zich afvraagt waar de loyaliteit ligt van politici die eveneens twee paspoorten hebben, dan zie ik eigenlijk niet in waarom dat een ‘smakeloze vraag’ zou zijn, die de hele Tweede Kamer in beroering brengt.
Sterker, ik deel zijn verontwaardiging. Ik vertrouw politici al helemaal niet. Ik weet dat dit een cliché is, maar ik heb ze vroeger juist wel vertrouwd. En politici met twee paspoorten vind ik helemaal de moeite waard om diep te wantrouwen. Juist als ze geen afstand willen doen van een van die twee paspoorten. Hoe houd je een identiteitscrisis en schizofrenie meer in stand dan door de staatsrechtelijke bewijzen van je dubbele persoonlijkheid te bezitten?
Nu zal het best zo zijn dat de achterliggende motieven van Geert Wilders om kamervragen te stellen niet zuiver zijn – daar heb ik niets mee te maken. De vragen die hij stelt, lijken mij meer dan gerechtvaardigd. Het vreemde is dat de reflex in de Kamer op al die vragen tamelijk ondemocratisch is. De kamervoorzitster wil een partijgenoot van Wilders het woord ontnemen, dezelfde kamervoorzitster zegt dat de beoogde kamerleden een eed op de grondwet hebben gezworen en dus volkomen eerbaar zijn. Zal best, maar juist kamerleden hebben het recht om aan die grondwet te knagen en die zelfs te veranderen, en andere kamerleden, zoals Wilders, mogen daar dan vragen over stellen.
Nogmaals: zelf vind ik het, net als ‘roken in horeca verboden in 2008’ een tamelijk klein onderwerp, maar niet minder belangrijk. Met het rookverbod heb je de gezondheid op het oog, en met het voorkomen van een identiteitscrisis ook.