De eierwekker had ik erbij gepakt om precies de tijd te kunnen meten. Toen moest ik beslissen of het de Matthijs-van-Nieuwkerk-DWDD opleessnelheid zou worden of toch maar mijn eigen praattempo als ik alleen een microfoon op mijn wang geplakt zou hebben. Dat laatste leek me eerlijker, tenslotte lezen politici als ze op televisie in debat moeten met een tegenstander ook niet voor van een autocue zoals Van Nieuwkerk wel doet.
Omdat het Marleen Barth was, pvda-senator en lijsttrekker bij de recente verkiezingen voor de Eerste Kamer, die vorige week het onderwerp aankaartte in een gesprek met de Volkskrant werd het een passage uit dat interview. Hoe ver in haar betoog zou ik komen in de twintig seconden die mij gegeven zouden zijn door de televisiemakers? Na even oefenen, zodat ik niet ging haperen, werd het dit: ‘Dat debat tussen Wilders en Pechtold was toch een farce? En zo macho. Het leek wel cabaret. Het is vreselijk dat niet eens de helft van de kiezers kwam opdraven. En meer dan zestig procent van de stemmers was man. Vrouwen haken dus massaal af. Dat heeft volgens mij te maken met die macho-uitstraling en die persoonscultuur. Vrouwen denken: doe je wedstrijdje ver plassen maar zonder mij.’
Eerlijk gezegd begon de wekker al te rinkelen tijdens dat ‘ver plassen’. Maar politici maken dan ook gewoon hun zin af.
Eigenlijk kaartte Barth een aantal onderwerpen tegelijkertijd aan in wat ze de twintig-secondencultuur noemt. Haar klacht gaat zowel over de macht van de televisiemakers die deze cultuur opleggen als over de onmacht van politici om zich daartegen te verweren. Ook heeft ze het over de versimpeling van complexe maatschappelijke problemen die het gevolg is van die twintig-secondencultuur. Bovendien poneert ze de stelling dat die cultuur een macho-uitstraling heeft. Daaraan verbindt ze dan de conclusie dat het afhaken van stemmers, met name de vrouwelijke, daar weer het gevolg van zou zijn. Voorwaar, om dat allemaal uit te leggen heb je wel wat meer tijd nodig dan twintig seconden.
Al in 1999 verscheen het boek The Sound Bite Society van de Amerikaanse schrijver Jeffrey Scheuer. De samenleving is in de zestien jaar die sindsdien zijn verstreken alleen maar sound-bijteriger geworden. In 140 tekens moet het gezegd kunnen zijn. Twintig seconden zou je dan zelfs lang kunnen noemen.
Wat Scheuer in zijn boek betoogt over wat televisie met ons – de kijkers – doet, geldt inmiddels waarschijnlijk nog sterker dan destijds: ze maakt van ons mensen die denken dat er simpele oplossingen zijn, ze maakt ons conservatief. ‘The left, in fact, has nothing to fear but television itself’, concludeerde Scheuer destijds al.
Leg anno 2015 maar eens in twintig seconden uit hoe ingewikkeld het vraagstuk van de flexwerker versus de vaste werknemer echt is. Of dat van de hypotheekrenteaftrek en het maximaal te lenen bedrag voor een koophuis. De marktwerking op het spoor. Het decentraliseren van taken naar gemeenten. Een eventuele Grexit en de Europese Unie. Of het vraagstuk van de regeerbaarheid van het land als kiezers heen en weer fladderen waardoor Tweede en Eerste Kamer verschillende meerderheden hebben.
Eigenlijk is het een intrigerende paradox, zoals Scheuer die beschrijft. Televisie brengt politici bij iedereen in huis. Goed voor de democratie, zou je zeggen. Maar door de versimpeling zijn behoudende politici in het voordeel. Uitleggen dat het anders moet, vergt meer tijd en uitleg. Televisie beperkt daardoor juist de democratie.
Senator Barth legde in het interview een link tussen versimpeling en machogedrag, het ver plassen waar vrouwelijke kiezers volgens haar door afhaken. Zo expliciet is Scheuer niet in zijn boek. Wel schrijft hij dat ‘een willekeurig half uur televisienieuws of -entertainment altijd meer gestructureerd is dan een willekeurig half uur van het leven’. Zou het kunnen zijn dat vrouwen het chaotische van het leven van alledag, met kinderen, huishouden, oude ouders en werk buitenshuis sterker ervaren dan mannen? En dat ze daarom afhaken als politici hen in twintig seconden willen doen voorkomen dat het allemaal simpel is op te lossen?
Had Barth het over vrouwelijke kiezers die afhaken, hoe zou het zitten met vrouwelijke politici? Die zijn namelijk ook afgehaakt als het gaat om een functie als die van fractievoorzitter. Van de zestien fracties in de Tweede Kamer heeft er slechts één een vrouwelijke voorzitter, de Partij voor de Dieren. Dat is een verslechtering ten opzichte van een aantal jaren geleden. Zou de versimpeling in het politieke debat als gevolg van de invloed van televisie en de opkomst van sociale media als Twitter daar ook debet aan zijn? Dat ook vrouwelijke politici, net als de vrouwelijke kiezers, geen zin hebben om in die versimpelde wereld te gaan staan ver plassen?
Het zit – gezien de strekking van dit betoog: uiteraard – complexer in elkaar dan hier in een kleine negenhonderd woorden kan worden uitgelegd. Maar het zou ironisch zijn wanneer in een wereld die door grotere onderlinge afhankelijkheid steeds complexer wordt het juist de vrouwen zijn die afhaken in de politiek – als kiezer én als gekozene – wanneer het klopt dat het ook juist de vrouwen zijn die beter kunnen omgaan met complexiteit.
Om invloed te krijgen op die complexe wereld zit er dan maar één ding op. Baas in eigen buik zijn vrouwen hier inmiddels wel. Baas over de buis moeten vrouwen nu ook worden. Om mee te beginnen.