Het getwitter van m23 lijkt romantisch: de kleine David die het opneemt tegen grote reus Congo en de internationale gemeenschap. Maar de romantiek is in werkelijkheid ver te zoeken. Een speciale pr-eenheid houdt zich bezig met Twitter en de website. Het team krijgt elk uur van de m23-woordvoerder door wat er getwitterd kan worden. Het pr-team opereert vanuit Bunagana, op de grens met Rwanda en Oeganda. ‘Hier is altijd wel bereik’, vertelt Ken Infura, een van de rebellen die twittert. ‘Oeganda en Rwanda hebben stabiele verbindingen.’

Het is nog geen jaar geleden dat de VN-vredesmacht (Monusco) een groep journalisten naar Bunagana bracht en meldde dat de rebellen deze plaats nooit zouden innemen. Hier was immers het neusje van de zalm gestationeerd. Monusco had op cruciale punten tanks geplaatst, met in elk twee modelblauwhelmen. De journalisten schoten braaf hun foto’s. Twee weken later was Bunagana in handen van de rebellen. Het neusje van de zalm had zonder slag of stoot het hazenpad gekozen.

m23 weet net zo goed als de VN hoe de publieke opinie bespeeld kan worden. Ken Infura legt uit waarom de sociale media zo intensief worden gebruikt: ‘De internationale gemeenschap zegt dat we verkrachten en burgers vermoorden, maar niemand komt met bewijs. Daarom willen we dat onze stem wordt gehoord. We zijn geen terroristen. We zijn geen El Shabab.’ De rebellen twitteren dus niet om hun achterban te bereiken, maar om de internationale gemeenschap te informeren. Volgens drie achtereenvolgende VN-rapporten wordt de beweging gesteund door Rwanda.

Inmiddels zijn ook andere rebellen aan het twitteren geslagen, zoals de fdlr, een rebellengroep die voornamelijk bestaat uit van oorsprong Rwandese Hutu’s. m23 bestaat voornamelijk uit Tutsi’s. Beide partijen hebben met vijftienhonderd soldaten ongeveer evenveel mannen in het veld. Op Twitter wint m23: 5600 volgers tegen de fdlr een schamele 237.