Als kind bracht ik mijn kerstvakanties door bij mijn moeders familie in Kokkola, een kleine industriestad vijfhonderd kilometer ten noorden van Helsinki, in de provincie Ostrobotnia aan de Finse westkust. Daar werd ik voor het eerst geconfronteerd met een andere cultuur: tussen de middag warm eten, naar de sauna gaan en natuurlijk de ondoorgrondelijke taal met vijftien naamvallen, vol äs en ös die de communicatie verlammen.
Later ontdekte ik dat ik onderscheid kon ma ken tussen mijn «Nederlandse» kant en mijn «Finse». En al had ik vrij snel door dat Joulu Pukki alleen in Finland op kerstavond cadeaus uitdeelde (later kwam ik hem onder een andere naam op Times Square tegen), toch is mij nooit helemaal duidelijk geworden wat dat «Finse» precies is. Maar één ding is wel helder: er is meer dan Nokia en Jari Litmanen.
Finland ligt tussen de zestigste en zeventigste hoogtegraad en de twintigste en dertigste breedtegraad waarvan een kwart boven de poolcirkel. Het is 1160 kilometer lang van noord naar zuid en 540 kilometer breed van oost naar west. Van het totale landoppervlak van 338.000 vierkante kilometer bestaat 69 procent uit bos Finland is het dichtst beboste land van Europa en 10 procent uit water: 187.888 meren met 179.584 eilanden. Van de Finnen woont 67 procent in stedelijke gebieden.
Voordat de Zweden in de twaalfde eeuw het land annexeerden, werd Finland bewoond door Fins-Oegrische pelsjagers en primitieve boeren uit het gebied ten zuiden van de Finse Golf. Zes eeuwen hield de Zweedse heerschappij over Finland stand, totdat de Russische tsaar Alexander I het in 1809 bij zijn keizerrijk inlijfde. Ruim honderd jaar was het een Russisch grootvorstendom, maar wel met eerbiediging van de Finse grondwet en vrijheid voor de Lutherse kerk.
Na de ineenstorting van het tsarenbewind door de Russische Revolutie zag Finland kans zich los te wringen. Op 6 december 1917 werd de Finse onafhankelijkheid uitgeroepen. Na een drie maanden durende burgeroorlog werd op 21 juni 1919 de republiek Finland uitgeroepen.
Finland heeft al jaren een stabiel aantal inwoners van 5,2 miljoen. De Fin draagt geluk en tegenspoed waardig, kent zijn verantwoordelijkheden en is solidair met zijn naaste. De ware Fin toont zich echter in zijn aberraties: het nachtelijke rallyrijden in de bossen, de primitieve extase die sport in hem losmaakt (ijshockey, schansspringen en speerwerpen), en de mechanische alcoholinname op feestdagen (en niet-feestdagen).
De Finse bescheidenheid werd het afgelopen jaar weer eens getoond door skischanssuperman Janne Ahonen, bijgenaamd «Het Masker». Ahonen is de opvolger van de vliegende Fin Matti Nykänen, het voormalige wonderkind dat op de Olympische Spelen in Calgary drie gouden medailles won. In niets lijken de twee echter op elkaar.
Ahonen was dit jaar oppermachtig in de strijd om de Wereldbeker. Met nog een paar wedstrijden te gaan was zijn voorsprong op de rest van het deelnemersveld zo groot dat iedereen hem al feliciteerde met de overwinning. Zonder zijn gezicht te ontspannen zei hij dat het nog te vroeg was om na te denken over een mogelijk kampioenschap. Ahonen sprak zonder ironie. Eén keer is hij dit seizoen betrapt op een glimlach hij bleek kramp te hebben.
Nee, dan Matti Nykänen. Nadat hij op zeer jonge leeftijd op twee Olympische Spelen vier gouden medailles en één zilveren had gewonnen, werd hij in Finland een superster. Een superster met eigenaardige (en soms absurdistische) uitspraken: «Wanneer ik spring heb ik soms het gevoel dat ik het al een keer heb meegemaakt, zon gevoel van bon voyage.» En zijn antwoord op de vraag hoe hij zijn kansen op een overwinning inschatte luidde: «Fifty-sixty.»
Het levensverhaal van Nykänen is triest. Het is een mistroostige geschiedenis van dronkenschap, verkoop van zijn olympische medailles, arrestaties voor inbraak, geweldpleging, vernieling en poging tot moord, het verslijten van vrouwen en een carrière als stripper en pornoacteur. De trots heeft al lang geleden plaats gemaakt voor medelijden.
Andere sporten waarmee Finnen regelmatig het nieuws halen zijn autoracen, speerwerpen, ijshockey en snowboarden. De Formule 1-coureurs staan bekend om hun «Monaco Finnish» in de interviews na de races. Zo zegt de in Monaco wonende Mika Häkkinen het liefst met zware stem «obviously», en weet eigenlijk niemand waar de binnensmonds mompelende Kimi Räikkönen het altijd over heeft.
Speerwerper Tero Pitkämäki, die onlangs op het WK in Helsinki net het podium miste, is een sensatie in Finland. Al twee keer gooide hij deze zomer zijn speer voorbij de «heilige» afstand van negentig meter. De 22-jarige atleet is het toonbeeld van «sisu», de innerlijke kracht die de Finnen moed en volharding geeft.
IJshockeyers als Jari Kurri, Teemu Selänne en Saku Koivu, die kracht en snelheid paren aan elegantie en eenvoud, zijn legenden in de Amerikaanse profliga NHL. Kurri heeft vijf Stanley Cups gewonnen, vier daarvan als right winger naast Wayne Gretzky, en is een van de beste Europeanen die ooit in de NHL hebben ge speeld. Na zijn pensioen werd hij in 2001 in de Hockey Hall of Fame opgenomen, het grootste eerbetoon dat een speler kan krijgen. Selänne en Koivu zijn nog steeds actief in de NHL en maken jaarlijks deel uit van de All Star Game.
Net als de ijshockeyers bezitten de Finse snowboarders een olympische mix van snelheid, hoogte en kracht. Jussi Oksanen, Joni Mäkinen en Antti Autti zijn maar een paar van de vele Finse supersterren die het internationale snowboardcircuit domineren met hun gracieuze grabs (het in de lucht vasthouden van het board) en eindeloze hang time (het in de lucht blijven). Vooral Mäkinen is een icoon geworden door zijn balans en achteloze schoonheid. Autti is met zijn twintig jaar de nieuwe ster. Hij werd in 2004 wereldkampioen op de halfpipe, maar kreeg pas echt respect door dit jaar als eerste Europeaan de Winter X Games te winnen, vóór de favorieten Shaun White en Andy Finch.
Bijna twee eeuwen na het einde van de Zweedse heerschappij heeft nog 5,4 procent van de Finnen Zweeds als eerste taal. Officieel is het land tweetalig. Finland is de Zweedse benaming van het land, de Finnen noemen het Suomi. Etymologen verschillen van mening over de herkomst van het woord. Suo is een moeras, en mi zou van maa komen, dat land betekent. Een andere herkomst zou het woord suomu zijn, de schubben van een vis. De verklaring zou moeten worden gezocht in het feit dat Finse vissers zich vroeger kleedden in mantels van vissenhuid.
Ongeveer 85 procent van de Finnen is Luthers. Dit verklaart hun plichtsbesef. Als kind ontkom je in dit land niet aan de strenge wetten en praktische regels van de familie: nadrukkelijk wordt bedankt voor elke versnapering (ontbijt, glas water, spruitjes), niemand loopt ooit met lege handen, te laat komen is een doodzonde, zuinigheid een deugd en «eerlijkheid erft het land» (de letterlijke vertaling van het spreekwoord «rehellisyys maan perii»).
De Finse cultuur is meer dan het modernisme van Alvar Aalto en de symfonieën van Jean Sibelius. Finland heeft een bijzondere literaire geschiedenis, is rijk aan theaters, bibliotheken, musea en concertzalen. Het kent over het hele land vele festivals voor opera, ballet, videokunst, elektronische muziek en volks muziek (vooral de Finse tango en de Lapse yoik). De overheid is een belangrijke stimulerende factor achter de opzienbarende populariteit van de Finse kunst in het buitenland, en spant zich nadrukkelijk in voor de bekendheid van Finse kunstenaars in het buitenland. In Antwerpen is het Finse Culturele Instituut voor de Benelux gevestigd, dat initiatieven ontplooit en ondersteunt ter promotie van de Finse cultuur.
De Finse cinema heeft de afgelopen jaren enkele geweldige films voortgebracht, on danks de beperkingen van een klein taalgebied en een dito publiek. Regisseur Aki Kaurismäki heeft met zijn film The Man Without a Past de Finse cinema voor de wereld ontsloten. In 2002 ontving hij voor deze film de Grand Prix in Cannes. In zijn kielzog zien we nu de films van Mika Taanila, Veiko Aaltonen, Kaisa Rastimo, Aleksi Makelä en Jarmo Lampela. De be perkte middelen zorgen ervoor dat filmmakers het met minder moeten doen, maar de daarmee samenhangende kale, directe en realistische aanpak is misschien wel hét handelsmerk van de Finse film.
Esa-Pekka Salonen is de Kaurismäki van de hedendaagse muziek. Sinds zijn 34ste is hij chef-dirigent van het Los Angeles Philhar monic, dat inmiddels zetelt in de door Frank Gehry ontworpen Walt Disney Concert Hall. De flamboyante Salonen, die studeerde op de beroemde Sibelius Academie onder de poëtische componist Einojuhani Rautavaara, heeft een voorliefde voor moderne muziek en is pleitbezorger van zijn land- en generatiegenoten Kaija Saariaho en Magnus Lindberg. Het afgelopen seizoen heeft het Koninklijk Concertgebouworkest werken van Lindberg en Salonen gespeeld, stond Saariahos opera LAmour de Loin op het Holland Festival, en bezocht ook sopraan Soile Isokoski Amsterdam. Het komende seizoen zullen in Nederland werken van Lindberg, Rautavaara en Sibelius weer worden uitgevoerd, door onder meer het KCO en het Residentie Orkest.
De nieuwe generaties in Finland zijn overigens veel minder naar binnen gekeerd dan de oude. Twintig jaar geleden spraken alleen zakenlieden Engels, nu vrijwel iedereen. In de jaren tachtig zag je veel zwervers en dronkelappen in Helsinki, nu struikel je over de skaters en kunstenaars.
En vergeet Nokia niet. Van een zieltogend bedrijf in kaplaarzen en autobanden veranderde het in een even innovatieve als succesvolle speler in de telecommunicatiebranche. Het succes van Nokia is een Fins succes. De overheid heeft adequaat gereageerd op de ontwikkelingen in de nieuwe economie van de jaren negentig. De staat heeft een impuls kunnen geven aan technologische innovatie en maatschappelijke ontwikkeling. Het «Finse Model» heeft zichtbaar effect op het nationale gemoed. Het gemak van de technologie zorgt voor verlichting in donkere dagen. Waar vroeger de archetypische Fin een solitaire man aan de bar met een pint bier was, is dat nu een solitaire man aan de bar met een pint bier en een telefoon aan zijn oor.
De vroege aanleg van een informatietechnologische infrastructuur in Finland heeft ook merkbaar invloed gehad op de muziek. Geluidskunstenaars Pan Sonic (Mika Vainio en Ilpo Väisänen) en Vladislav Delay (Sasu Ripatti), afkomstig uit de provinciesteden Turku, Kuopio en Oulu, maken geavanceerde elektronische muziek. Zij krijgen nu de mogelijkheid op te treden in vermaarde musea als Tate Modern, Centre Pompidou en MACBA. Zij worden genoemd in Artforum, The Wire en The New York Times, worden gerekend tot de canon van de 21ste-eeuwse experimentele muziek en vliegen vrijwel non-stop de wereld rond.
Behalve film en muziek geniet ook de Finse architectuur bekendheid. Net als in de andere kunsten is men ook hier snel geneigd te spreken van «Finnishness», of «Finnish Cool». Pure, directe en welhaast ascetische architectuur. De uitgestrekte vergezichten van de Finse natuur maken de architecten bescheiden in hun op treden. De relatief korte traditie van iets meer dan honderd jaar samen plus de geringe omvang van de beroepsgroep heeft een interessante structuur opgeleverd met drie specifieke eigenschappen: de opleiding, de leerling-mentorrelatie en de open competitie.
Ten eerste zijn de meeste docenten aan de scholen voor architectuur in Finland zelf architecten met eigen bureaus. Naast het volgen van de gewone lessen gaan de studenten in de leer bij hun docenten. Zo pendelen zij van school naar werk en overbruggen ze de kloof tussen theorie en praktijk. Architecten als Eliel Saarinen en Alvar Aalto doorliepen ditzelfde traject, en boden later op hun beurt studenten die mogelijkheid. Zo kon de specifiek Finse leerling-mentorrelatie ontstaan.
Het derde kenmerk van de Finse architectuur is de open competitie. Deze houdt in dat iedereen kan meedingen naar nieuwe op drachten, van studenten tot buitenlandse architecten. Een jury van zowel oudere, gerespecteerde architecten als jonge concourswinnaars wordt door de Vereniging van Finse Architecten samengesteld. Een recent voorbeeld is het Finse Paviljoen van de Expo van Sevilla in 1992. Vijf 23-jarige studenten wonnen de eerste prijs, zonder dat ze ooit een opdracht hadden uitgevoerd. Hetzelfde gebeurde honderd jaar eerder met Eliel Saarinen, pas 25 jaar, en Armas Lindgren en Herman Gesellius, allebei 24. Samen ontwierpen ze het Fins Paviljoen voor de Wereldtentoonstelling van Parijs in 1900. Ook Alvar Aalto had voor zijn dertigste menige competitie gewonnen en gebouwen gerealiseerd.
Een recent hoogtepunt is de Finse ambassade in Berlijn. Dit gebouw, naar een ontwerp van drie (wederom) jonge architecten, kreeg in 2001 de World Architecture Prize voor zijn schoonheid en eigenzinnigheid.
De lijst van Finse eigenaardigheden en successen lijkt eindeloos. Voor een land met 5,2 miljoen inwoners speelt het naar verhouding een grote rol op het wereldtoneel.
Talloze beelden komen op bij Finland en «Finnishness»: ruimte, zuiverheid, stilte, hartelijkheid, dronkenschap, moderniteit, rechtschapenheid, humor, krankzinnigheid, vindingrijkheid en volharding.
Zelf hebben de Finnen niet zo veel met «Finnishness». «Fins is dat wat tot stand komt door Finnen», luidt een typisch Fins gezegde. Met andere woorden: doe vooral niet al te ingewikkeld over onze volksaard. Maar deze nuchterheid stamt uit vervlogen tijden. Het Finland van de 21ste eeuw is een hypermoderne ver zorgingsstaat waarvan de economie hoger springt, langer zweeft en verder landt dan die van vele andere landen. Het land is niet langer een grauw buurland van Rusland waar het alleen maar koud en donker is.