
De band debuteerde in 2000 met het album Parachutes, waarop de wereldhit Yellow stond. Een onweerstaanbaar popnummer, met een zeldzaam stupide tekst: ‘Look at the stars/ Look how they shine for you/ And everything you do/ Yeah, they were all yellow.’
Hoe groter Coldplay werd, hoe verder de band afdreef van het compacte geluid van het debuut. Coldplay speelde al snel niet alleen in stadions, ze leek haar nummers er ook voor te schrijven. Het succes van de band is tegelijk verklaarbaar en wonderlijk. Verklaarbaar omdat Coldplay in staat is gebleven popnummers te schrijven die zich, net als veertien jaar geleden Yellow, met een bijna achteloze vanzelfsprekendheid vastbijten in het geheugen van de luisteraar. Wonderlijk is de optelsom van de persoonlijkheden: van de vier leden van Coldplay zijn er drie volstrekt anoniem. De andere is Chris Martin: een zeer begenadigd zanger, maar met een zeldzaam gebrek aan charisma. In het rijtje stadionvullende frontmannen en -vrouwen – Bono, James Hetfield, Beyoncé, Bruce Springsteen, Jay-Z, Eminem, Bruce Dickinson, Robbie Williams, Madonna, Eddie Vedder, Chris Martin – hoort er één niet thuis waar het uitstraling, bravoure en podiumpersoonlijkheid betreft, en dat is de huppelende Brit.
Wat ook nooit is veranderd (lees: verbeterd) is het vermogen van Martin om teksten te schrijven die zowel ergens over gaan als zinnen bevatten die je naast meezingen zou willen nalezen. Daardoor is Coldplay in de loop der jaren uitgegroeid tot een soort U2 voor dummies: de groep die je zou vrezen bij U2 wanneer die band Bono Vox niet in huis had gehad, de parmantige frontman die een teveel aan messianisme kan worden verweten, maar nimmer een gebrek aan inhoud.
De vergelijking met U2 dringt zich helemaal op bij Coldplay’s nieuwe album Ghost Stories, omdat het album een paar keer zo nadrukkelijk terugvalt op elektronica dat het Coldplay’s Achtung Baby had kunnen worden. Had kúnnen worden, als de keuze een onvoorwaardelijke was geweest. Maar dat is het niet: de negen nummers laveren tussen zo klein dat ze bijna op het debuut hadden kunnen staan, en zo groots en orkestraal dat ze zelfs voor Coldplay-begrippen bombastisch aandoen.
De nummers waarbij er van de traditionele bandbezetting die Coldplay feitelijk nog steeds is niets meer valt terug te horen, klinken lelijk en hol. Magic, Midnight: draken zijn het. De single A Sky Full of Stars, met Coldplay als kruiwagen van het geluid van de Zweedse hitproducer Avicii, had niet misstaan op het Songfestival, als inzending van een voormalig Oostblokland.
Wat echter het meest blijft verbijsteren, zijn Martins teksten. Dit album gaat grotendeels over een verbroken relatie, na verliefdheid het kernthema van de popmuziek en goed voor een eigen categorie die vele popklassiekers voortbracht: het echtscheidingsalbum. Werkelijk nergens op dit album maakt Martin zijn pijn voelbaar met een zin die raakt. De zin met het hoogste percentage rauw verdriet is nog steeds gedrenkt in de kitsch van het poëziealbum van een puber: ‘Got a tattoo that said “2gether Thru Life”/ Carved in your name with my pocket knife/ And you wonder when you wake up, will it be alright?/Feels like there’s something broken inside.’
Mooi gezongen, dat wel, en ja: het rijmt.
Coldplay, Ghost Stories, label: Parlophone
Beeld: Coldplay, derde van links zanger Chris Martin (Phil Harvey).