Ze draait zich om en wijst op het digibord:
>npm i – y create-react-app
>npm init react-app your-app-name

Haar studenten duiken in hun laptop en tikken de commando’s in. Ze zijn net begonnen aan React, de technologie van JavaScript die applicaties maakt. ‘Any questions?’ vraagt Nouran Mahmoud (26) uit Egypte.

Iets eerder deze zondag, om een uur of twaalf, stelde een divers gezelschap van zo’n vijftig mannen en vrouwen uit onder andere Syrië, Turkije, Eritrea en Rusland zich op in een kring tussen de bureaus en computers op de werkzolder van een pand in Amsterdam. Ze begonnen, net als elke zondag, met een ‘stand-up’. Degenen die al achter hun laptop zaten werden uit een van de vier klaslokalen geroepen. ‘Good morning’, verwelkomde Noer Paanakker, de jonge education director, de studenten. Na wat praktische mededelingen wenste hij iedereen een ‘nice class’ en spoedden de studenten zich naar hun lokaal.

Mahmoud is een van de veertig tot vijftig senior developers die onbetaald les geven op zondagmiddag aan statushouders en vluchtelingen. Ze werkt zelf als expat bij Backbase, een digital-bankingplatform in Amsterdam, dat ook deze zolder beschikbaar stelt voor HackYourFuture. Ze zocht op Google naar vrijwilligerswerk als programmeur en als eerste hit kwam ze hier uit. ‘Dit past perfect bij mij’, zegt ze tijdens een korte pauze in de les van klas 17. ‘Ik wil graag iets overdragen en andere mensen die nieuwkomer zijn helpen.’ In Nederland is een groot gebrek aan goede programmeurs. Dat is ook de reden dat zij hier aan de slag kon als front-end developer.

Haar studenten zuchten ondertussen dat ze er niets van begrijpen. De docente glimlacht, beaamt dat het moeilijk is, beantwoordt één voor één alle vragen en gaat dan verder met de les.

HackYourFuture leidt statushouders en vluchtelingen in ruim een half jaar op tot webdeveloper. Studenten komen overal vandaan: Maastricht, Oost-Groningen, een dorpje bij Zutphen. Het is een fulltime opleiding; de rest van de week studeren ze thuis, reiskosten worden vergoed en als ze geen laptop hebben, krijgen ze die te leen. 94 procent van de afgestudeerden krijgt daarna een baan. Dat is uitzonderlijk. Onlangs bleek uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (cbs), dat in opdracht van een aantal ministeries onderzocht hoe het asielzoekers vergaat die vanaf 2014 in Nederland zijn aangekomen, dat anderhalf jaar na het krijgen van de verblijfsvergunning nog maar elf procent van de statushouders werk heeft gevonden. De kloof met de Nederlandse samenleving is groot en maatwerk wordt zelden geleverd.

‘Denk er eens aan’, schetst Gijs Corstens (30), oprichter en directeur van HackYourFuture, de situatie voor statushouders: ‘Je bent Syriër, je komt aan in een dorp in Nederland, je hebt geen netwerk, geen idee wat mensen willen, je komt uit het vakgebied, maar het is hier heel anders. Als er niemand is die je gaat helpen, hoe vind je dan werk?’ Vaak ziet hij dat vluchtelingen al een moeilijke weg achter zich hebben liggen. ‘Veel gemeenten zeggen tegen hen: “Ga maar schoonmaken of inpakken.” Daar zitten ook PhD’s bij, doktoren, ingenieurs, studenten die halverwege hun studie moesten vluchten.’ Maar zonder netwerk is het heel erg moeilijk hier werk te vinden.’

‘Iedereen had een grote mond’, zegt Corstens, terwijl hij gaat zitten op een bureaustoel op de zolder. Hij zag drie jaar geleden alleen maar discussies over vluchtelingen: ‘Mensen riepen dat vluchtelingen goed of slecht waren, maar niemand deed iets structureels.’ Het stoorde hem. Hij zag ook de statistieken waaruit bleek dat een groot percentage van de vluchtelingen die in de jaren negentig tijdens de oorlog in Joegoslavië waren gekomen nog steeds werkloos was. ‘Dat is belachelijk’, dacht hij. ‘Wat je er ook van vindt: ze zijn er. Er zit talent bij waar Nederland veel aan zou kunnen hebben, dat onbenut blijft.’

Hij nam, zoals hij zegt, ‘zijn verantwoordelijkheid’. Corstens, op dat moment 27, werkte in venture capital, de investeringswereld voor start-ups. ‘Iedereen zat daar alleen maar om geld te verdienen’, zegt hij. Hij zegde zijn baan op, ging koffie drinken met deskundigen uit het veld, met de IT-industrie, maakte een curriculum en ontwikkelde een filosofie over les geven. Tegelijk postte hij een oproep in een paar Facebook-groepen van vluchtelingen in Nederland. Al na anderhalve maand bestond HackYourFuture en begon een eerste groep studenten: klas 0.

‘Wat je er ook van vindt: ze zijn er. Er zit talent bij waar Nederland veel aan zou kunnen hebben, dat onbenut blijft’

Nu is het drie jaar later, klas 18 is net begonnen, zo’n honderd mensen zijn afgestudeerd, van wie bijna iedereen direct werk heeft gevonden, vaak bij grote bedrijven als kpmgen Booking.com. De rest is verder gaan studeren of loopt stage – slechts een klein percentage van de afgestudeerden vindt geen werk. ‘Meestal vanwege persoonlijke problemen’, zegt Corstens.

‘Er zijn meer mensen die verantwoordelijkheid nemen. Die tijd en energie in zoiets steken zonder eigen beloning’

‘Het was like heaven’, zegt de Syrische Uday (24), alumnus van HackYourFuture en nu assistent-leraar in de React-klas bij Mahmoud later die dag. Hij woonde in Den Bosch, daar werkte hij twee dagen per week voor de gemeente als inpakker, daarnaast volgde hij lessen Nederlands en deed hij deze opleiding. Hij sliep nauwelijks, zijn huiswerk deed hij ’s nachts. Nu werkt hij bij Booking.com in Amsterdam en woont in Hilversum. ‘Dit product is een gouden kans’, zegt hij. Dat zou hij ook tegen gemeenten willen zeggen: ‘Geef mensen een kans, kijk naar wat iemand kan doen.’ Hij kwam in juni 2016 naar Nederland, nu na twee jaar kan hij zichzelf onderhouden, betaalt hij ruim belasting aan de samenleving. ‘Ik heb vrienden, geef hier les. Nu is het gelijkwaardig. Ik voel me geen vluchteling meer.’

De studenten zijn getalenteerd, ze hebben doorzettingsvermogen, dat is waar ze hen op selecteren. Ze moeten een brief sturen, met hun motivatie en ambitie, dan krijgen ze een opdracht om een website te programmeren. Een simpele opdracht, maar ze moeten er wel tijd in investeren. ‘Degenen die daar geen zin in hebben, vallen bij die ronde af’, zegt Corstens. Ten slotte heeft hij nog een persoonlijk gesprek met elke kandidaat, waarbij hij let op de beheersing van het Engels, hun plannen voor de toekomst en sociale vaardigheden. Pas dan worden ze toegelaten. Ze hoeven niet te betalen voor deelname. ‘Ze betalen met zweet, met hard werken’, lacht hij. ‘We geven zelden op, maar er is geen ruimte voor luiheid. Luiheid wordt niet getolereerd.’

De opleiding bestaat uit een basisprogramma JavaScript, maar je leert, zo benadrukt de directeur, vooral problemen oplossen, een filosofie, professionaliteit. Veel mensen komen, zo merkt hij, uit culturen waar opleidingen schoolser zijn, de werkcultuur hiërarchischer is, waar doen wat de baas zegt belangrijk is. ‘Er is minder eigen initiatief’, zegt Corstens. ‘Wij denken andersom, proactief. We proberen hen daarop voor te bereiden. Wij zeggen: “Als je je huiswerk niet kunt maken, laat het ons weten, dat is professioneel. Zet stappen om het probleem op te lossen.”’ Het is volgens de directeur een mind shift. ‘Wij hebben vaak hogere verwachtingen van de studenten dan zijzelf’, zegt hij. ‘We willen ze terugbrengen in een professionele sfeer, dat ze weer geloven in zichzelf. Dat ze het kunnen.’

Ze proberen zo veel mogelijk obstakels weg te nemen, zo hebben ze zelfs een oud-student geregeld die in de buurt woont en op zondagmiddag tijdens de lessen op kleine kinderen van studenten kan passen. ‘We vormen een steeds grotere community’, zegt Corstens. ‘We zijn er om mensen te helpen en zij voelen zich er onderdeel van. Afgestudeerden komen hier ook weer werken of bieden op een andere manier hulp aan.’

HackYourFuture is een stichting gerund als bedrijf, benadrukt Corstens. ‘Wij hebben een concreet doel: per jaar willen we vijftig mensen aan het werk te helpen.’ Ze introduceren afgestudeerden aan bedrijven voor een stage, als ze daarna worden aangenomen, betaalt de nieuwe werkgever een education fee, waarmee ze zo’n dertig tot vijftig procent van de inkomsten dekken, de rest komt uit donaties.

Corstens verdient nu weliswaar minder, maar de impact van wat hij doet, is veel groter. ‘Mijn werk en mijn identiteit passen nu bij elkaar, ik leef in overeenstemming met mijn normen en waarden.’ Zijn model is al overgenomen in zes buitenlandse steden; in Kopenhagen, Malmö, Brussel en Toronto zit nu ook een HackYourFuture. In Londen en Athene zijn op basis van hun idee vergelijkbare stichtingen ontstaan, maar die werken onder een andere naam. ‘Er zijn meer mensen die verantwoordelijkheid nemen’, zegt Corstens. ‘Die tijd en energie in zoiets steken zonder eigen beloning. Daar word ik blij van.’ Opvallend genoeg zijn het overal generatiegenoten. ‘Veel twintigers willen zinvol werk.’

Vanaf 1 januari volgend jaar stopt hij ermee. Hij heeft even pauze nodig. ‘Ik heb heel hard gewerkt, het is emotioneel en veeleisend.’ Ook door de persoonlijke problemen van studenten waar hij mee in aanraking kwam. ‘Het is heel intens, sommige verhalen zijn best heftig’, zegt Corstens. ‘Ze zijn vluchteling, dat komt niet omdat ze een leuke tijd hebben gehad.’ Het heeft veel effect op zijn geest, daarom is het voor hem, zoals hijzelf zegt, ‘altijd even schakelen van deze wereld naar de waar-gaat-mijn-volgende-vakantie-heen-wereld’. Hij is een perfectionist en voelt zich verantwoordelijk. ‘Het gaat over mensen; als ik mijn werk goed doe, dan kan dat het leven van hen hier in Nederland veranderen – en dat van hun naasten en van de generatie daarna. Dat geeft ook een enorme druk.’

‘Ze betalen met zweet, met hard werken. We geven zelden op, maar er is geen ruimte voor luiheid’

Bovendien: hij is goed in iets oprichten, maar consolideren is volgens hem een andere vaardigheid. Zijn beoogd opvolger Wouter Klein (33), nu partnership manager en loopbaantrainer, is al net zo bevlogen als hij. Hij studeerde politicologie, komt oorspronkelijk uit de ontwikkelingshulp, maar wilde iets concreters doen. Voor de toekomst ziet hij voor HackYourFuture nog genoeg groeimogelijkheden. Nu kost het soms nog energie om bedrijven in beweging te krijgen. ‘Ze hebben veel vragen over vluchtelingen’, zegt Klein. ‘Wij zijn een vreemde eend. Het kost tijd en investering, maar vluchtelingen zijn trouwe werknemers. Ze willen stabiliteit, ze hebben veel meegemaakt, ze zijn heel loyaal en zullen niet snel job-hoppen.’

En dan is er sinds kort Noer Paanakker (26), de education director. Zijn taak: ervoor zorgen dat mensen slagen. Hij houdt zich bezig met het curriculum en met coaching. ‘Ik heb in hun schoenen gestaan, heb het mezelf aangeleerd’, zegt hij. Hij studeerde antropologie maar wilde iets concreters doen en leerde zichzelf programmeren. ‘Je leert hier een manier van denken’, zegt hij vanachter zijn laptop achter een van de bureaus. Programmeur-zijn is volgens hem meer dan een baan hebben. ‘De computer denkt rationeel’, zegt hij. Dat is wat hij zo mooi vindt. Het is volgens hem de manier om een beter mens te worden, zelfs om een betere wereld te krijgen. Daar gelooft hij in. Paanakker is, zo zegt hij zelf, een idealist. ‘Dat is waarom ik überhaupt dingen doe. Vluchtelingen zitten in de twilight zone. Ze zijn nieuw hier, ze kennen de samenleving niet.’ Als ze leren programmeren, komen ze, hoopt hij, een stap verder.

, verschijnt op het digibord in klas 18. Mauro, de Italiaanse docent van de nieuwste groep die drie weken geleden is begonnen, tikt op zijn laptop.

<head>, tikt hij verder. ‘Elke opdracht moet op een aparte regel staan’, wijst hij en drukt de klep met zijn Carhartt-petje naar boven.
<body>
</head>
<h1>Hello Class 18</h1>

Mauro Mandracchia (30), programmeur bij de Schiphol Group, komt uit Lampedusa en heeft zijn hele jeugd te maken gehad met migranten. ‘Ik heb geluk’, zegt hij tijdens de pauze op weg naar buiten om een sigaret te roken. ‘Grenzen creëren ongelijkheid. Ik kom toevallig uit Europa, kan vrij naar Nederland reizen en hier werken, hoef geen Nederlands te leren. Zij komen toevallig van de andere kant van de grens.’ Daarom wil hij nu iets doen voor hen.

De studenten, gemiddeld eind twintig, hebben in de pauze even tijd om koffie te drinken en er is taart omdat Wouter jarig was. Tijdens de stand-up hebben ze al voor hem gezongen.

‘We willen onszelf ontwikkelen’, zegt Sima (28) terwijl ze met haar vork in een stukje taart prikt. Ze zit in klas 16 en komt uit Syrië. ‘We willen hier in Nederland iets opbouwen.’ Soumaia (22) die naast haar staat, knikt. Ze zit in klas 17, ze kent al een andere programmeertaal, maar met JavaScript kan je meer, vindt ze. Ze hoorde erover van een vriend die in klas 9 zat en nu ook al een baan heeft. ‘Het is een short way to get a job’, zegt haar man Marwan (30), die ook de opleiding volgt en erbij is komen staan. Hij werkte in Damascus bij een reisbureau en merkte al snel dat het moeilijk zou worden om in Nederland ook in de reisbranche een baan te vinden. De IT bood meer perspectief en hij kan er Engels praten.

‘Ik vind het geweldig hier’, zegt Osman (31), die werkte als ambtenaar op een Turks ministerie. Hier wilde hij zo snel mogelijk een baan vinden, maar zijn bachelordiploma telde niet, daarom volgt hij nu deze opleiding. Hij wil alle vragen beantwoorden, helpen als het kan om ze te steunen.

Gijs Corstens vraagt zich af waarom er niet meer van dit soort initiatieven zijn. ‘Immigratie is niet goed of slecht’, herhaalt hij. Hij pleit ervoor om meer naar vluchtelingen te kijken als businessmodel. ‘Het is ook een enorme kans, we hebben hun opleiding niet hoeven te betalen, ze komen hier, kunnen direct werken en meebetalen. Het is een simpel sommetje.’ Of het een succes wordt, wordt ook bepaald door de samenleving, benadrukt hij. ‘We kunnen niet alleen naar de overheid wijzen. Burgers kunnen ook wat doen, ook een hand uitsteken, hun netwerk openstellen. Laat mensen een dagje meelopen, er zijn diverse manieren. De afgelopen twintig jaar had dit veel beter gekund, de vraag is nu: gaan we zo door of gaan we dat veranderen?’

‘Ik weet niet waar ik moet beginnen’, zeggen veel mensen tegen hem. Daarop heeft hij een simpel antwoord: probeer het. Een goede opleiding opzetten voor de zorg, bijvoorbeeld, of de bouw. Daar is zoveel vraag naar. ‘Het gaat niet vanzelf’, benadrukt Corstens, het kost tijd, geld en visie, maar als mensen er toch zijn, is het beter om er energie in te steken. Het betaalt zich immers vanzelf uit. ‘Ze mogen me bellen, het is geen rocket science.’