Ik heb me in Berlijn door een Duitse militair een medaille laten omhangen. In omstandigheden die Midas Dekkers heel vrolijk zouden hebben gestemd. De bioloog maakt zich in zijn recente boek Lichamelijke oefening druk om het feit dat mensen sporten. Sporten is niet alleen helemaal niet goed voor de mensen die het doen, maar is ook vaak gruwelijk om naar te kijken. Sporten is niet natuurlijk, dieren doen het niet, zegt de bioloog. Beter zouden al die fanatiekelingen matig kunnen bewegen, dan liepen ze geen blessures op en zouden ze ook niet in rare acryl uitdossingen te kijk hoeven staan.

En inderdaad. Wie enige tienduizenden mensen in Berlijn klaar ziet staan om zich aan een massa-evenement over te geven, is om te beginnen al in de verleiding om flauwe verwijzingen naar de geschiedenis van Duitsland te maken. Zeker als ze een marathon willen gaan lopen. Die is immers 42,2 kilometer lang, een afstand die nauwelijks hardlopend is af te leggen zonder op allerlei plekken behoorlijk pijn te krijgen. Zoveel gemeenschappelijke verdwazing juist op deze plek, daar kan niks goeds van komen. De mensen zien er vaak ook raar uit en gedragen zich raar. Veel mannen en vrouwen zijn heel mager, anderen zijn zichtbaar zo gespannen dat ze elke vijf minuten onbekommerd in de bosjes plassen. Sommigen zijn ouder dan tachtig. Het gros loopt in heel strakke broekjes en hele clubs hebben idiote opschriften op hun T-shirts.

Eenmaal onderweg wordt de gekte snel erger. Na een kilometer of dertig krijgt de als vrolijk aangekondigde bijeenkomst het karakter van een veldslag. Het is ruim boven de 25 graden, de hitte eist zijn tol. In de lopershoofden komt nevel te hangen, de spieren verzuren. Men gaat over tot rennend kotsen en stilstaand kotsen, op de straat, op elkaar en op toeschouwers. Deelnemers zwalken over het asfalt tot Rode Kruis-medewerkers ze van het parcours rukken. Zo hier en daar moet iemand gereanimeerd worden. Kortom, de cynicus lacht zich rot. Wat een kitsch, om na al die eeuwen een afstand te gaan lopen die zogenaamd ooit een zielige Griek van Marathon naar Athene moest rennen om te vertellen dat de Perzen verslagen waren.

Nu zijn er ook veel andere momenten op te noemen waarbij mensen zich uit vrije wil onnatuurlijk raar of ongezond gedragen, terwijl ze zichtbaar niet aan het sporten zijn. Denk aan de tree hugger die vroeg opstaat om in het bos naar een vogel te luisteren, in plaats van het beest te vangen en op te vreten. Of de schrijver die uren gebogen achter een pc zit om de deadline voor een boek tegen de sport te halen. Dat alles kan dienen om aan te tonen dat het aardige van de mens is dat hij geen dier is, en dat een sportieve prestatie enorm inspirerend kan zijn. Maar dat doe ik mooi niet. Ik heb een medaille. Dekkers niet. Ik ga daar een beetje argumenteren. Ik ben sterker. Ik heb gewoon gelijk.