Door de ideale samenleving te tonen wordt het spanningsveld blootgelegd tussen pragmatisme en politiek idealisme. In het ambigue werk wordt duidelijk dat beide posities ernstige beperkingen met zich meebrengen. Het boek gaat over staatsinrichting, strafrecht, economische verdeling, morele filosofie en religie; kortom politiek. De creatie van John de Mol gaat over een groep mensen die in een loods in schaarste leven. De uitspraken van de bewoners geven stof tot nadenken.

Vijftien mafketels zitten hier met z’n vijftienen. Allemaal met hun eigen wil, eigen dingen, ja we moeten hier nog een beetje onze draai vinden.

Op het eerste gezicht wil het programma hetzelfde als de geschetste fantasie van Thomas Moore: een ideale samenleving waarin iedereen in het algemeen belang handelt. En inderdaad, de bewoners moeten allemaal taken verdelen en met een kleine pot geld een bestaan opbouwen. Toch heb je een rijke fantasie nodig om hier ook maar iets van een staatsinrichting in te zien. Hoe erg het programma zijn best ook doet om alles in politiek jargon te beschrijven, uiteindelijk zijn het vijftien mensen die het jaar enigszins zelfvoorzienend moeten doorkomen. In de voice-overteksten wordt de vrouw die de koeien melkt ‘hoofd landbouw’ genoemd, een nieuwe kandidaat krijgt een rondleiding in het ‘ministaatje’ (de loods) en kandidaten raken niet uitgepraat over hun nieuwe ‘landgenoot’. Maar het feit dat iemand een kachel kan bouwen, maakt hem nog geen staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu.

Ik stomp je die aardbeien dadelijk in je muil. Jij bent hier niet de baas!

Verhuld in politiek taalgebruik draait Utopia net als elk ander reality-programma van de afgelopen vijftien jaar om de soap. In elk groepsproces zitten spanningen over wie de leiding neemt en wie volgt, wie het goed met elkaar kan vinden en wie niet. Volgens De Mol is het nieuw dat de makers zo weinig kunnen sturen omdat er bijvoorbeeld geen opdrachten gegeven worden. Welnu, op de casting, de overlevingsmiddelen, de communicatie met de buitenwereld, beeldmateriaal van negentig camera’s, de montage en de voice-overs na wordt het programma inderdaad amper gemanipuleerd. Als je van een regering zou kunnen spreken, dan zit die in de regiekamer.

Je moet het zien als zeg maar een nieuwe wereld en je hebt leiders en volgers en ja sorry maar ik ga niet achter iedereens reet aanlopen.

De premisse van het programma is dat er een nieuwe samenleving gaat ontstaan. Maar de kandidaten gaan niet het terrein verlaten, privaat bezit afzweren, en in gemeenschap van goederen leven in een nieuwe commune. De bewoners zijn een exotisch goed die het in schaarste met elkaar moet uitzoeken. Ze worden bekeken door mensen die extra betalen in een format dat voor veel geld al in het buitenland is verkocht. Het opereert onder het mom van een marxistisch ideaal, maar het programma is eerder een product van het exces van het kapitalisme.

Jullie verblijven in mijn utopia. Wat dacht je daar effe van?

De vraag in de leader luidt: Is it heaven or hell? Het antwoord is: geen van beide. Utopia gaat over sleur, het biedt geen uitzicht op een betere samenleving. Utopia is een beetje aanmodderen onder het toeziend oog van Big Brother. Zo onrealistisch is dat niet.